Three
Rebecca Marie Gomez
We kwamen een sjofel, maar betaalbaar uitziend hotel tegen en Roberto parkeerde de auto op de bijhorende parkeerplaats. We liepen het gebouw binnen en spraken de man aan die achter de balie stond. "Wil je een of twee kamers?" vroeg de gezette man aan ons. Roberto en ik wisselden een aantal blikken uit. "Een kamer, denk ik?" beantwoordde Roberto na enkele seconden zijn vraag. Ik knikte ter bevestiging. We hadden geen van beide veel geld. Hoe minder we uit hoefden te geven, hoe beter. De man loerde naar me met een rare blik. Ik staarde terug naar hem. Toen hij Roberto de sleutel van de kamer overhandigde, knipoogde hij naar ons. "Veel plezier," zei hij. Roberto boog omlaag naar zijn weekendtas en haalde er het busje Geur-Op uit. Hij spoot het rond in de kamer. "Hey! Wat is dat?" riep de man. "Het is Geur-Op," beantwoorde Roberto zijn vraag met een smalle, stralende glimlach. "Ik dacht dat je het wel kon gebruiken." Ik moest moeite doen om mijn lach in te houden. Dit kon je niet menen! Roberto die de man bespoot met Geur-Op. "Maak dat je wegkomt!" schreeuwde de man boos, terwijl zijn gezicht vuurrood werd. We haastten ons, gniffelend de lobby uit. Toen we uit zicht van de man waren, barsten we in lachen uit. "Ik kan niet geloven dat je dat gedaan hebt!" wist ik lachend uit te brengen. "Ik moest iets doen! Ik hoop trouwens dat de rest van dit hotel niet zo vies is als zijn geest."
De kamer was klein en het stonk naar schimmel, maar er stonden twee tweepersoonsbedden. Ik liet me op de dichtstbijzijnde neervallen. "Ik ben kapot. Hoe laat wil je morgen opstaan?" Roberto was de badkamer al in gegaan. Hij had de deur open laten staan en ik hoorde kleine pufjes van een spuitbus. "Rob, wat doe je?" riep ik vanuit de slaapkamer. "Als er één plek is die Geur-Op nodig heeft, is deze het wel," zei hij terwijl hij rond spoot. "We zijn denk ik in het schimmelhoofdkwartier terecht gekomen." Een grinnik verliet mijn mond. Ik pakte de kleine wekker die op het nachtkastje stond tussen de twee bedden. No way! Was dat een kakkerlak? "Roberto!" gilde ik angstig. Met een tandenborstel in zijn mond kwam hij naar de kamer gerend. "Wat is er," murmelde hij met zijn tandenborstel in zijn mond. Van schrik kon ik niks uitbrengen en wees alleen naar het beestje. Roberto's ogen werden groot en hij rende weer naar de badkamer. Een aantal seconde later kwam hij terug gerend en begon het beestje te bespuiten met Geur-Op. Vervolgens stampte hij er een aantal keer op, tot het niet meer bewoog. Een zucht van opluchting kwam uit mijn mond. "Hoe laat wil je nou opstaan?" Hij haalde zijn schouders op. "Uurtje of vijf?" Pardon? Maar dat is midden in de nacht. "Meen je dat?" reageerde ik semi-verdrietig. Hij knikte. "Ik hoopte dat we morgen in Florida konden komen,"legde hij uit. Zo snel al? Ze wilde niet tot in de eeuwigheid met Roberto, het gevaar van de snelweg, in de auto zitten. Dat was wel zeker, maar ik had niet verwacht dat we de volgende dag al in Miami te zijn. Daar was ik nog niet echt klaar voor.
Een kleine nerveuze knoop legde zich vast in mijn maag. Ook al zou de universiteit pas aan het einde van de zomer beginnen, ze had haar moeder overgehaald haar bij haar vader te laten logeren, die in een dorpje vlakbij Miami woonde. Op deze manier kon ik Miami ontdekken, voordat mijn lessen begonnen. En met Roberto zou dat vast een stuk leuker worden, dan in mijn eentje op mijn kamer te zitten of bij mijn moeder in Canada. Mijn vader was vrijwel uit mijn leven verdwenen nadat mijn ouders gescheiden waren toen ik vijf jaar was. Ik had hem gemaild en gevraagd of ik bij hem mocht logeren. Hij had pas na een week geantwoord, maar toen hij antwoord gaf, draaide hij er niet omheen: "Tuurlijk! Hoe meer zielen, hoe meer vreugd. Kom maar hier heen!" Misschien zou dit een goede kans zijn om mijn vader te leren kennen. Aan de andere kant kon het een complete ramp worden. Ze wist helemaal niet hoe het zou zijn om bij hem te wonen, en ik werd er nerveus van.
Ik zou erachter komen... morgen.
We kwamen een sjofel, maar betaalbaar uitziend hotel tegen en Roberto parkeerde de auto op de bijhorende parkeerplaats. We liepen het gebouw binnen en spraken de man aan die achter de balie stond. "Wil je een of twee kamers?" vroeg de gezette man aan ons. Roberto en ik wisselden een aantal blikken uit. "Een kamer, denk ik?" beantwoordde Roberto na enkele seconden zijn vraag. Ik knikte ter bevestiging. We hadden geen van beide veel geld. Hoe minder we uit hoefden te geven, hoe beter. De man loerde naar me met een rare blik. Ik staarde terug naar hem. Toen hij Roberto de sleutel van de kamer overhandigde, knipoogde hij naar ons. "Veel plezier," zei hij. Roberto boog omlaag naar zijn weekendtas en haalde er het busje Geur-Op uit. Hij spoot het rond in de kamer. "Hey! Wat is dat?" riep de man. "Het is Geur-Op," beantwoorde Roberto zijn vraag met een smalle, stralende glimlach. "Ik dacht dat je het wel kon gebruiken." Ik moest moeite doen om mijn lach in te houden. Dit kon je niet menen! Roberto die de man bespoot met Geur-Op. "Maak dat je wegkomt!" schreeuwde de man boos, terwijl zijn gezicht vuurrood werd. We haastten ons, gniffelend de lobby uit. Toen we uit zicht van de man waren, barsten we in lachen uit. "Ik kan niet geloven dat je dat gedaan hebt!" wist ik lachend uit te brengen. "Ik moest iets doen! Ik hoop trouwens dat de rest van dit hotel niet zo vies is als zijn geest."
De kamer was klein en het stonk naar schimmel, maar er stonden twee tweepersoonsbedden. Ik liet me op de dichtstbijzijnde neervallen. "Ik ben kapot. Hoe laat wil je morgen opstaan?" Roberto was de badkamer al in gegaan. Hij had de deur open laten staan en ik hoorde kleine pufjes van een spuitbus. "Rob, wat doe je?" riep ik vanuit de slaapkamer. "Als er één plek is die Geur-Op nodig heeft, is deze het wel," zei hij terwijl hij rond spoot. "We zijn denk ik in het schimmelhoofdkwartier terecht gekomen." Een grinnik verliet mijn mond. Ik pakte de kleine wekker die op het nachtkastje stond tussen de twee bedden. No way! Was dat een kakkerlak? "Roberto!" gilde ik angstig. Met een tandenborstel in zijn mond kwam hij naar de kamer gerend. "Wat is er," murmelde hij met zijn tandenborstel in zijn mond. Van schrik kon ik niks uitbrengen en wees alleen naar het beestje. Roberto's ogen werden groot en hij rende weer naar de badkamer. Een aantal seconde later kwam hij terug gerend en begon het beestje te bespuiten met Geur-Op. Vervolgens stampte hij er een aantal keer op, tot het niet meer bewoog. Een zucht van opluchting kwam uit mijn mond. "Hoe laat wil je nou opstaan?" Hij haalde zijn schouders op. "Uurtje of vijf?" Pardon? Maar dat is midden in de nacht. "Meen je dat?" reageerde ik semi-verdrietig. Hij knikte. "Ik hoopte dat we morgen in Florida konden komen,"legde hij uit. Zo snel al? Ze wilde niet tot in de eeuwigheid met Roberto, het gevaar van de snelweg, in de auto zitten. Dat was wel zeker, maar ik had niet verwacht dat we de volgende dag al in Miami te zijn. Daar was ik nog niet echt klaar voor.
Een kleine nerveuze knoop legde zich vast in mijn maag. Ook al zou de universiteit pas aan het einde van de zomer beginnen, ze had haar moeder overgehaald haar bij haar vader te laten logeren, die in een dorpje vlakbij Miami woonde. Op deze manier kon ik Miami ontdekken, voordat mijn lessen begonnen. En met Roberto zou dat vast een stuk leuker worden, dan in mijn eentje op mijn kamer te zitten of bij mijn moeder in Canada. Mijn vader was vrijwel uit mijn leven verdwenen nadat mijn ouders gescheiden waren toen ik vijf jaar was. Ik had hem gemaild en gevraagd of ik bij hem mocht logeren. Hij had pas na een week geantwoord, maar toen hij antwoord gaf, draaide hij er niet omheen: "Tuurlijk! Hoe meer zielen, hoe meer vreugd. Kom maar hier heen!" Misschien zou dit een goede kans zijn om mijn vader te leren kennen. Aan de andere kant kon het een complete ramp worden. Ze wist helemaal niet hoe het zou zijn om bij hem te wonen, en ik werd er nerveus van.
Ik zou erachter komen... morgen.
Er zijn nog geen reacties.