Foto bij 5.

Ik ben weer terug van vakantie met veel inspiratie!
Hier is hoofdstukje 5!
Sorry voor de lange tijd in spanning hahaha, maar ik ga lekker weer spannend eindigen.
Hope u like itt^^

ps. komt het laatste stukje je misschien bekend voor??? :D

Totaal in paniek rende ik door de straten van de stad. Overal waren ruiten ingeslagen en waren huizen ingestort. De slangendragers sloegen zonder genaden toe in de mensenstad. De mensen waren angstig en keken met grote ogen naar de duistere wezens. Vanaf een kleine verhoging was Felix de mensen aan het toespreken. Hij eiste hun overgaven op en dwong de mensen een zoektocht te houden naar de sterrenbeelden. ‘Er is zelfs al een sterrenbeeld in deze stad’ zei Felix. ‘Zoek mee naar het duivelse wezen en de slangendragers zullen jullie sparen’. De mensen begonnen meteen te rennen door de straten. Niemand bleek te bevatten wat er zojuist gebeurde en alsof ze in een nare nachtmerrie zaten, sloegen ze allemaal op hol. Mensen begonnen met de slangendragers mee te rennen en hielpen ze overal zoeken. Ik had me verstopt achter een ingestort huis en draaide me zo snel mogelijk om en probeerde te vluchten, maar eigenlijk wist ik al dat dit een hopeloze actie zou gaan worden. De stad was volledig omsingeld en de mensen vertrouwden de slangendragers en wantrouwden de sterrenbeelden. Ik rende door verschillende straten maar ik ging niet snel genoeg omdat ik niet durfde te transformeren. De slangendragers hadden slim op de mensen ingepraat waardoor ze hun in een klap vertrouwden. Toen ineens op en kruispunt van straten kwam ik een groepje mensen tegen. Ze keken me even aan en renden toen door. Zolang ik niet transformeerde zag ik er gewoon uit als een mens en zouden ze me niet herkennen. De slangendragers daarin tegen zouden we meteen herkennen. Helemaal aan het einde van de straat zag ik dat de stad eindigde en dat daar de woestijn weer begon. Ik gokte op alles of niets en transformeerde zodat ik sneller zou gaan. Achter me hoorde ik meteen dat de slangendragers me gezien hadden en ze zetten de achtervolging in. In bereikte de woestijn eerder dan de slangendragers en bleef maar doorrennen. Helaas duurde dit geluk niet lang want aan midden in de woestijn stonden de slangendragers me al op te wachten.

Ik wilde omdraaien maar achter me stonden ook tientallen slangendragers. Ergens in het midden kwam Rasalhague naar me toe gelopen. ‘Dacht je nou echt dat je zou kunnen ontsnappen?’ vroeg hij met zijn zware stem. ‘Ik dacht dat je juist graag Aquarius weer terug zou willen zien in de hemel. En wat dacht je van je geliefde beschermer Joost of je beste vriend Henrik?’ Hij lachte gemeen en zijn volgelingen deden met hem mee. ‘Wat hebben Joost en Henrik ook alweer met elkaar gemeen?’ vroeg hij aan mij. Ik zei niets en keek hem vol afschuw aan. ‘Ze zijn beide vermoord door een hele sterke slangendrager’ gaf hij toen zelf antwoord. ‘Ja en die sterke slangendrager is vermoord in je hopeloze strijd tegen ons’ waren de eerste woorden die ik zei. Toen ineens klonk er een valse lach achter me. Deze lach bezorgde me kippenvel over heel mijn rug. Ik kende deze lach. ‘Sagittarius, wat ben je toch weer naïef’ sprak een bekende vrouwenstem. Ik draaide me om en stond oog in oog met mijn grootste vijand. Deze vrouw had Joost vermoord, deze vrouw had Henrik vermoord en deze vrouw had dood horen te zijn. ‘Arlene’ fluisterde ik. ‘Wat geweldig om jou weer te zien’ zei Arlene nep blij’. ‘Goed, Arlene ik neem aan dat jij het voor de rest afhandelt met Sagittarius, ik heb nog ander werk te doen’. Rasalhague hief zijn handen en verdween met een harde windstoot. Ik kon alleen nog maar naar Arlene staren. Ik had zoveel wraak gevoelens voor haar gehad die nu allemaal weer terug kwamen. Ze was niet meer de Arlene van vroeger. Ze had veel littekens over haar lichaam lopen als gevolg van haar wederopstanding. ‘En nu het moment waar ik elke nacht over droom’ sprak ze. ‘Wij zijn onsterfelijk, jij bent alleen en staat op het punt te sterven. Wat een feest’. Ik keek rond en zag dat de slangendragers langzaam naar me toe begonnen te lopen. Arlene hief als eerste haar handen en richtte ze op mij. Haar eerste vuurstralen waren al onderweg. De onsterfelijke slangendragers keken mij met gloeiende ogen aan. Op dat moment wist ik dat ik zou gaan sterven. Ze hieven hun armen en zwarte vuurstralen schoten mijn richting op. Ik wist dat ik deze aanval niet zou gaan overleven, ook al zou ik mezelf beschermen. Ik hield mijn handen voor mijn ogen en wachtte gespannen af op het moment dat ik een gruwelijke pijn zou gaan voelen, maar dat gebeurde niet. Toen ik opkeek werd ik beschermd door een rood licht.

Reageer (1)

  • Itsuki

    cool, en ja ik herkende het

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen