*The day that i go to far*(TH)Proloog

What's happend?
Jou Pov.

Je wordt wakker. Alles is wit. Je hoort gepiep. En dan zie je je moeder en broer. Je moeder begint meteen hystirisch de dokter te roepen en je broer vraagt hoe het met je gaat. Je probeert wat te zeggen maar er komt amper een woord uit. Dan zie je de dokter met je moeder aan komen lopen.
De Dokter Jij

Heeft u nog ergens last van

Nee eigenlijk niet. Alleen een beetje hoofdpijn.

Dat komt waarschijnlijk door de val.

"De val?" denk je bij jezelf.
Welke val?

U bent flauwgevallen en op straat neergekomen. Gelukkig dat er geen auto voorbij kwam anders had het heel anders af kunnen lopen.

Alles komt terug, je bent met je vrienden bij de Mc Donalds gaan eten en bent daarna bij een boom staan overgeven. Onderweg werd je duizelig. Vanaf dat moment is alles weg.

Ik wilu voor controle nog een nachtje hier houden, morgen kan u naar huis.

Ok.Zeg je zacht.
Zouden ze weten dat ik heb overgegeven. Ik hoop het niet.
De dokter loopt weg en je moeder moet naar haar werk, ze geeft je een kus en zegt gedag. Daar zit je dan, alleen met je broer. Je houd veel van hem en hij van jou, alleen hij is altijd heel streng met je. Je mag bijna niks van hem. Toen je je eerste echte vriendje had. Mocht je amper met hem alleen naar je kamer.
Jules Jij

Heb je weer overgegeven?
Euhmm...stotter je.
Hoe kan hij dat nu weten denk je.
Waarom denk je dat?zeg je dan maar.
Omdat ik je dat vaker hoor doen.zegt hij stil.
Niet waar, en nee dus. Ik heb niet gekotst!zeg je geirriteerd.
Lieg niet! zegt je broer nu boos.
Ik zie aan je dat je liegt!
Ik wil slapen, laat me.
Ik praat later nog wel met je. En hij loopt weg.
Daar ben je vanaf. Gelukkig!