Rebecca Marie Gomez

"Gross!" riep ik boven de oorverdovende wind uit. Ik zette mijn zwarte, rechthoekige zonnebril af en veegde er het, zoveelste, beestje af met de punt van mijn witte shirt. Ik werd al met ongedierte bekogeld, sinds we de 28 kilometer lange tunnel waren uitgereden. "Doe het dak omhoog, alsjeblieft!" smeekte ik aan Roberto, die ik deze rit gezelschap hield. Hij schudde zin hoofd, "Als ik wist hoe het moest deed ik, maar ik heb geen flauw idee," lachte hij. Ik luide zucht ontsnapte mijn mond. Fijn, dacht ik bij mezelf, nog meer beestjes. Ik probeerde de ramen dicht te doen, om een beetje de beestjes buiten de auto te houden, maar de knopjes werkte niet mee. "Kinderslot," zei Roberto grijnzend. Ik gaf hem een plagerige stomp op zijn bovenarm en dwong hem zowat de ramen dicht te doen. "Bzzzzt," het raampje aan de linkerkant ging omhoog en vrijwel meteen weer omlaag. "Bzzzzt," het raampje aan de rechterkant ging omhoog en vrijwel meteen weer om laag. "Berto, wat doe je?" vroeg ik. "Ik kan niet gelijkertijd rijden en de raampjes bedienen," legde hij met een luide stem uit om boven de zeewind uit te komen die ons vanuit de Atlantische Oceaan om de oren sloeg. "Ik kan geen twee dingen tegelijk doen. Ik ben een overblijfsel uit de vorige eeuw." Een glimlach verscheen rond mijn lippen en ik schudde mijn hoofd. "Of misschien ben je gewoon een gestoorde freak," grapte ik. Roberto slingerde naar de andere rijbaan en ik moest de zijkanten van mijn stoel vastgrijpen. Ik besloot mijn mond te houden, voordat het nog ongelukken veroorzaakte. Sinds we vanochtend vanuit New York waren vertrokken, had ik een verschrikkelijke ontdekking gedaan. Roberto was een vreselijke chauffeur. Hij reed hartstikke wild! Hij was de Ozzy Osbourne onder de automobilisten. Ik grinnikte om mijn eigen grap. Ik dacht, nou ja.. had gewoon aangenomen, dat ik alles al wist van Roberto. Maar ik zat er vreselijk naast. Dit was zo typisch Roberto. Natuurlijk nam hij een baantje aan waarvoor hij met een sportieve, klassieke auto naar Florida moest rijden, ook al had hij overduidelijk absoluut geen idee waar hij mee bezig was. Hij zorgde er altijd voor dat we in dit soort dingen verzeild raakten. Roberto's ongebruikelijke, maar altijd uitgelaten optimisme was een van zijn beste eigenschappen. Hij geloofde, hoe rampzalig de dingen op het moment zelf ook leken, dat alles uiteindelijk goed zou komen. En als we samen waren, geloofde ik dat ook. Ik stak mijn armen omhoog en verzamelde zoveel mogelijk van mijn haar als dat ik te pakken kon krijgen. Snel bond ik mijn zwarte, dikke lokken in een staart. Roberto zette de radio aan en meteen schalde er een zoemend geruis uit. We waren het signaal kwijt geraakt van de rockzender waar we in New York naar hadden geluisterd. Hij friemelde wat aan de knopjes, tot hij een zender had gevonden met een goed ontvangst, waardoor hij bijna op een passerende auto botste. Precies op dat moment kwam de zender tot leven en schalde 'We Can't Stop' van Miley Cyrus uit de boxen. Snel draaide ik de volume naar het maximum en zong vrolijk met het nummer mee. Dit was het begin van een zomer die nooit vergeten zou worden.



Tell me what you think!

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen