Snorks
Emily ademde diep uit en in. Deze liaan was niet lang genoeg, bij verre. Moest zij nou echt als eerste? Nou, ze was in elk geval wel de lichtste. Met de liaan in haar hand nam zij een paar passen achteruit. Zal deze aanloop lang genoeg zijn? Ze waagde het erop. Haar voeten trippelden over de bladeren. Takjes kraakten, de wind blies haar haren opzij. Haar voeten bewogen zich hoog de lucht in. Ze zweefde! De liaan begon af te remmen. Ze moest loslaten. De oever leek nog ver weg. Maar ze moest nú loslaten. Ze sloot haar ogen en liet gaan.
Met een harde plof viel zij in de modder. Stenen prikten in de rug en duwden blauwe plekken over haar ribben. Niet dat het wat uit maakte, ze had de overkant bereikt zonder te gillen. Dat was een hele prestatie. Nu, hopelijk, was het die wonden waard, want die ging zij nog wel even voelen.
De liaan slingerde naar Olvier, die geen moment twijfelde om erop te springen. Ook leek het hem als vanzelf af te gaan om er sierlijk vanaf te springen, zonder er maar een schrammetje aan over te houden. Behulpzaam trok hij Emily overeind. De modder bleef op haar jas plakken.
Twijfelend ving Melanie het touw. De twee kinderen waren wel licht genoeg om met een liaan over de rivier te springen. Alleen Melanie was wel wat anders gebouwd. Zij was volgroeid en er zat vrouwelijk vet aan haar heupen en borsten, wat haar wel even wat zwaarder maakte.
'Kom op Melanie! Je kunt het!', riep Olivier bemoedigend. Emily gaf hem een klap op zijn achterhoofd. Verontwaardigd wreef Olivier door zijn haar.
Het was al te laat. Ze konden het gebrul van ontwakende snorks al horen. Melanie keek vlug over haar schouder. De bossen leken uit een te wijken. Bomen vielen om. De snorks waren hen op het spoor. Vanuit het struikgewas verschenen de gele ogen. Melanie had geen andere keus dan meteen op de liaan te springen. De snork haalde zijn gigantische klauw naar haar uit maar miste net.
Toen Melanie op de liaan sprong begon hij hevig te kraken. Het hout begon te scheuren.
'Melanie!', schreeuwde Emily. Het touw knapte en Melanie viel. Haar handen wisten nog net de rand vast te pakken. Maar de zware stroming trok steeds harder aan haar. Met moeite lukte het Emily en Olivier om Melanie op de kant te krijgen. De snorks waren even afgeleid. Wanneer zij door wilden lopen, schrokken zij van de modderstroom. Omdat het niet erg slimme wezens waren, bleven zij maar naar de modder staren. Dit gaf het gezelschap de kans om weg te komen.
Uitgeput en onder de modder kwamen zij aan bij een kasteel. Hoofdschuddend keek Emily naar de lakens die uit een raam hingen. Als het om ontsnappingsplannen ging, had Denise teveel films gezien. Dit was zó cliché. Dat meneer de Bruin het niet door had verbaasde haar het meest. Verder zag het kasteel er verre van warm en onthalend uit. Die lakens waren het enige teken dat dit het juiste gebouw was, dus mocht ze Denise wel dankbaar zijn voor die aanwijzing.
Reageer (1)
Haha, rijke fantasie hebben jullie ^^ Maar wel geinig.
1 decennium geledenSnel verder!