Deel Twee || Zes
Reactie, kudo? Ik offer mijn slaap op voor jullie!
De deurbel ging en twee minuten later stond Harry hijgend in de logeerkamer. Hij had niet eens een jas aan. Zweet parelde op zijn voorhoofd. Was hij dat hele stuk wezen rennen?
Hij liep naar me toe, plofte zonder een woord te zeggen op mijn bed en sloot me in zijn armen. Zodra hij dat deed, hield ik het niet meer. Mijn ogen leken haast te ontploffen. Het branderige gevoel drong zich samen met de tranen naar buiten en met gierende uithalen huilde ik tegen Harry's schouder. Hij zei niks, wreef slechts met zijn hand over mijn rug en gaf me af en toe een troostende kus op mijn kruin.
Na verloop van tijd was zijn schouder doorweekt en zijn shirt verpest, maar ik was nog niet uitgehuild en hem leek het niet te kunnen schelen. Het enige wat hij deed was wrijven, kussen en er simpelweg zijn. Dat was genoeg.
Eindelijk, eindelijk waren mijn tranen op. Ik wist niet hoe lang Ik gehuild had. Het konden minuten zijn, uren, dagen, weken - ik zou het niet weten. Ik hief mijn hoofd niet op, liet hem liggen op de natte plek op zijn schouder. Ik was niet uitgehuild, nog lang niet, maar mijn tranen waren op. Harry reikte me het flesje water aan dat op het nachtkastje stond, en dankbaar nam ik een slok. Ik was uitgedroogd. Nu sloeg ik ook mijn armen om hem heen en begroef mijn gezicht in zijn nek. Zijn krullen kriebelden tegen mijn neus.
"Dank je, Harry," zei ik schor. Hij trok me dichter tegen zich aan en zei niks. Een kus op mijn wang was genoeg.
Na nog een tijd zo gezeten te hebben, rechtte ik mijn rug en haalde mijn armen los. Harry liet me echter niet gaan, hield me voor de zekerheid vast, mocht ik nog een keer breken. Maar dat zou ik niet doen. Ja, de verliezen waren zwaar. Ja, ik had verdriet.
Maar nu zou ik sterk zijn. Het was de enige manier om hier doorheen te komen.
"Ik moet naar de notaris vandaag, en de begrafenisondernemer. Ga je mee? Alsjeblieft..." vroeg ik zacht, en beet op mijn lip. Ik zag er tegen op.
"Natuurlijk," zei Harry, en hij haalde een pluk haar uit mijn gezicht. Ik zuchtte opgelucht.
Toen rammelde mijn maag.
Gretig werkte ik mijn broodje kaas naar binnen. Ik had gister vrij weinig gegeten, en van een flinke huilbui kreeg je ook vreselijke honger. Harry en Evanna keken mij beide bevreemd aan om mijn eetlust, maar het kon me niet schelen.
"Dus..." begon Evanna. "Waar wil je het eerst heen?"
Ik dacht na. Welke zou me het minst pijn doen?
Ze zouden me allemaal verschrikkelijk veel pijn doen.
Welke was ik het nieuwsgierigst naar?
"Het ziekenhuis." Gelukkig sloeg mijn stem niet over. "Gaan jullie allebei mee?"
"Wat dacht jij dan?" riepen Harry en Evanna in koor.
Dus een kwartier later zaten we op de fiets. Ik zat bij Evanna achterop, aangezien we maar twee fietsen ter beschikking hadden en Harry in zijn eentje fietsen al eng vond, al helemaal in een land waar iedereen rechts rijdt.
Hoewel ik het niet liet zien, was ik doodsbang voor wat ik te horen zou krijgen.
Reageer (1)
Nieuwe abo
1 decennium geledenGa snel verder xx