Hoofdstuk6: Het plan.
De zon scheen door de ramen van de herberg. Gapend stond ik op en deed mijn pantser en mijn zwarte doek erover aan.
Ik liep naar de trap van de herberg en vanaf daar kon ik Farin, Andriel en Eradan zien. Een grote schaal met vers brood lag er op de tafel geserveerd.
"Ha, Aragorn!" Zei Farin. Ook Andriel en Eradan wensten mij een goede morgen.
"Goedemorgen, Aragorn. Gaan we vandaag de plannen bespreken?" vroeg Andriel.
"Ja. Maar ik moet nog even ontbijten voor we aan de slag gaan."
Ik schoof een stoel weg van de andere tafel en ging zitten.
"Dus Eradan, waarom bleef je zo lang weg vannacht?" vroeg Farin wanhopig om een gesprek te beginnen.
"Ik kwam laat aan in het Dúnedain kamp door de jacht. Halverwege de reis besloot ik te gaan slapen." Glimlachend vermijdde hij Aragorn, die het hoofd van de Dúnedain was.
"Eradan, je gaat slapen langs een weg. Zonder tent? Heb ik jou dan helemaal niets geleerd? Wij zaten hier vol spanning af te wachten en jij besluit te gaan slapen! Heb ik jou dan ook helemaal niets geleerd?" Zei ik boos.
"Het spijt mij.."
"Maakt niet uit, maar doe het niet weer, Eradan."
Toen de dame met het rode haar de schaal ophaalde besloten wij ons met onze plannen bezig te houden.
Ik haalde een grote kaart van Midden-Aarde tevoorschijn en legde die op de tafel.
Ik strekte mijn vinger naar het noorden.
"Dat is Carn Dûm. Wij weten niet hoe groot hun leger nu is."
"Stuur je geen verkenners op Carn dûm af?" Vroeg Eradan geschrokken.
"We hebben er zoveel eropaf gestuurd, alleen kwamen ze nooit terug."
"Hoe zit het met de draak? Heeft hij schade aangericht op het fort? Hij vloog richting Carn Dûm toen ik met Belaram, de reuze adelaar weg vloog."
"We... Weten het niet.. Wel weten we dat we voorzichtig moeten zijn zonder kennis over onze vijand."
"De terugkeer van deze vijand is een mooi moment voor Thorin." Zei Farin." Terwijl het leger van Minas Tirith Carn Dûm aanvalt, krijgt Thorin mooi de kans om Minas Tirith aan te vallen."
"Farin, wat weet jij over Thorin? Jij bent zijn kampioen, hij vertelde jou vast wel dingen."
"Ik weet alleen dat hij uit is op goud.. Hij is net zo hebberig als zijn overgrootvaders."
"Ik ben bang dat ik jullie opnieuw naar Carn Dûm moet gaan sturen. Belaram heeft vannacht twee van zijn metgezellen opgehaald. Ze wachten met zijn drieën buiten voorbij de poorten van Bree. Succes. Zoek uit hoe Carn Dûm eruitziet en zijn leger. Mij vindt je terug in Rivendell." zei ik.
"Bedankt voor deze kans Aragorn. Houd je leger bij Minas Tirith klaar, en houd Thorin in de gaten. Wij zullen levend en wel terugkeren naar Rivendell, dat beloof ik."
Ik zag de drie vrienden de herberg uitlopen.
Jullie redden het wel..
Reageer (2)
Goed hoor!
1 decennium geledenAls dat maar goed gaat komen...
1 decennium geledenSnel verder!