Foto bij Waarop wachten we nu? [ItsWayPastMyBedtime/AmazingPhil]

Dit verhaal heb ik geschreven voor Nederlands. Mijn docente had een aantal kanttekeningen genoteerd dus ik heb de fouten verbeterd. Here u go

Eigenlijk was het geen Carrie/Phil fic maar ik had alleen maar hun namen gebruikt maar I guess dat het ook als Carrie/Phil opgevat kan worden. (ik ship het NIET)

Ik was te laat voor de les.
Mijn haar zat bijna in mijn neus en mijn oortjes vielen de hele tijd uit mijn oren omdat ik rende. Als ik nog een keer te laat zou komen, zou ik een week lang tot vijf uur op school moeten zitten om strafregels te schrijven, en aangezien mijn band met het eerste album kwam had ik daar echt geen tijd voor. Bovendien had ik nog tijd nodig om het schilderij voor mijn zusjes verjaardag af te maken. Ik kon dus echt niet te laat komen.
Mijn eerste les was Engels en meneer Iero had een hekel aan me dus hij zou me zonder briefje waarschijnlijk de les niet inlaten. Ik rende naar de administratie en haalde snel een briefje voordat ik naar het lokaal sprintte. Toen ik aan het begin van de gang was, zag ik net de deur dicht gaan. Ik zuchtte en stopte met rennen, aangezien dat nu toch niet meer heel veel zin had. Toen ik de deur had bereikt, klopte ik erop en liep ik naar binnen.
Er klopte hier iets niet.
Meneer Iero, die me normaal gesproken met een chagrijnig hoofd zou aankijken, had nu een glimlach van oor tot oor op zijn gezicht.
‘Kom binnen!’ zei hij vrolijk.
Oké, ik zal er niet over liegen, mijn onderkaak lag zo ongeveer op de vloer. Sinds wanneer was meneer Iero aardig? Hij lachte naar me en pakte het briefje uit mijn uitgestoken hand.
‘Die heb je niet nodig,’ zei hij, en hij gooide het in de prullenbak.
‘Maar… maar…’ stotterde ik verbaasd. ‘U…’
Meneer Iero wuifde het weg. ‘Ga maar zitten, we gaan deze les gedichten analyseren.’
Nu ik weer bij mijn positieven was, moest ik me inhouden om niet van blijdschap te gaan dansen. We hadden sinds de eerste al geen gedichten meer geanalyseerd en ik was dol op poëzie. Nu vond ik meneer Iero weer aardig.
Ik ging op mijn vaste plek links achterin zitten. Alle mensen uit mijn klas haatten me en ik haatte ze terug. De enige vrienden die ik had gehad waren van school af gegaan en nu was ik alleen. Maar dat was niet zo erg. Ik werd niet gepest en ik bemoeide me niet met de anderen. We vermeden elkaar gewoon.
‘Nu jullie allemaal zitten, kunnen we beginnen!’ zei meneer Iero vrolijk. ‘Vandaag gaan jullie allemaal de betekenis achter een gedicht zoeken. Jullie mogen jullie laptops gebruiken om informatie op te zoeken over de schrijver, als jullie daar behoefte aan hebben.’
Shit. Ik was mijn MacBook thuis vergeten. Ik had kunnen weten dat we hem vandaag nodig zouden hebben. Maar in mijn haast vanmorgen had ik hem bij de eettafel laten staan.
‘Jullie mogen van mij naar muziek luisteren, zolang het je maar niet druk maakt.’
Op dat moment ging de deur open. Ik zag niet meteen wie er naar binnen stapte omdat ik in mijn schrift aan het tekenen was, maar toen ik een stem hoorde die ik niet kende werd ik toch zo nieuwsgierig dat ik opkeek.
‘Sorry dat ik te laat ben,’ zei de jongen.
Ik had hem nog nooit gezien. Hij was heel lang en had halflang zwart haar. Zijn tas zat vol met logo’s van bands, net zoals die van mij, en ik zag Fall Out Boy en My Chemical Romance en ik flipte gewoon helemaal vanbinnen. Er mochten wat mij betreft wel wat meer van dit soort jongens op school zitten. Ik kon de glimlach die op mijn gezicht verscheen niet tegenhouden, dus ging ik verder met mijn tekening.
‘Maak je niet druk,’ zei meneer Iero tegen de jongen. ‘Jij bent Phil, toch? De nieuwe jongen?’
‘Ja, dat klopt,’ zei de jongen die schijnbaar Phil heette.
‘Mooi. Jongens, dit is jullie nieuwe klasgenoot Phil. Doe een beetje aardig tegen hem. Phil, je mag achterin naast Carrie gaan zitten. Behalve als je dat eng vindt, en dat kan ik me best voorstellen.’
Mijn gezicht werd rood. Waarom moest hij dat nou weer per se zeggen?
Phil lachte. ‘Nee hoor, dat moet geen probleem zijn.’
‘Oké. Dan deel ik nu de gedichten uit.’
Phil kwam tussen de tafels door naar zijn aangewezen plek toe lopen. Ik haalde mijn tas van de stoel af en zette hem naast me op de grond.
‘Hoi,’ zei ik onhandig tegen Phil. ‘Ik ben Carrie.’
‘Hoi Carrie,’ zei Phil. ‘Ik ben Phil.’
Hij ging zitten en zette zijn rugzak naast de mijne.
‘Dus, gedichten analyseren?’ zei hij. ‘Dat begint in ieder geval leuk. Heb jij een beetje een filosofisch brein, of denk je dat ik het beter in mijn eentje kan doen?’
‘Nee,’ zei ik, iets te snel. ‘Ik bedoel, behalve als je dat wil natuurlijk. Ik kan alleen best diep over dingen nadenken. Nou ja, dat-’
‘Samen of apart?’ vroeg meneer Iero, die inmiddels bij onze tafel stond met een stapel A4tjes in zijn hand.
‘Samen,’ zei Phil.
In mijn hoofd gaf ik mezelf een schouderklopje. Dat ging dan nog best goed, toch?
‘Goed zo,’ zei meneer Iero, en legde een blaadje op mijn tafel.
Ik pakte het op en las de dikgedrukte zin aan de bovenkant van het blaadje hardop voor.
‘Hebben alle vogels nesten begonnen, behalve ik en jij. Waarop wachten we nu?’
Ik en Phil keken elkaar verward aan.
‘Nou,’ zei Phil. ‘Dat is duidelijk. Staat er niet nog wat bij?’
Ik keek op het blaadje en zag ergens tussen de zee tekst die meneer Iero had getypt nog een dikgedrukte zin.
‘Hier staat iets. Maar ik denk dat het in het Oud-Engels is of in het Latijn of zo.’
‘Laat mij eens kijken.’
Phil pakte het blaadje uit mijn hand en keek even naar de zin.
‘Het is geen Latijn. Ik denk inderdaad Oud-Engels.’
Hij staarde er nog even naar voordat hij hem voorlas. ‘Hebban olla uogala nestas hagunnan hinase hic anda thu uuat unbidan uue nu.’
Ik kreeg opeens een geniale ingeving.
‘Misschien was die eerste zin deze, maar dan in het nieuwe Engels.’
‘Ik denk het wel. Er staan ongeveer dezelfde woorden in.’
Ik pakte mijn schrift voor Engels en schreef allebei de zinnen over.
‘Het kan zijn dat het over liefde gaat,’ zei Phil. ‘Maar het kan ook letterlijk zijn of het kan een nog diepere betekenis hebben.’
‘Ik zou toch maar voor liefde gaan, ook al is het een beetje voor de hand liggend. Dat is mijn eerste ingeving.’
Phil knikte. ‘Dat zou ik ook zeggen.’
Ik schreef alles op in mijn schrift. We discussieerden nog heel lang door over bepaalde Oud-Englse woorden en de elfde eeuw en voordat we het wisten zei meneer Iero al dat de les afgelopen was en dat we de gedichten netjes moesten inleveren.
Toen Phil en ik de gang uit liepen, pratend over Fall Out Boy en gitaarmerken, begon er in mijn hersens een belletje te rinkelen. Het gedeelte van mij dat tegen het ontwikkelen van verliefdheid was, was nu even niet aan het luisteren. Om de één of andere reden had ik het idee dat Phil anders was dan alle jongens die ik ooit had ontmoet. Ook al kende ik hem pas net, ik had toch het idee dat dit iets speciaals ging worden. Misschien zou ik eindelijk niet meer genegeerd worden.
Hebben alle vogels nesten begonnen, behalve ik en Phil. Waarop wachten we nu?

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen