Hoofdstuk 3
ik ga niet naar de aula, maar ik ga zitten bij de bosjes.
ik zie raisha bij marieke staan en ik voel jaloezie opkomen.
'ze staan te smoezen over me' denk ik als ik ze zie praten.
ik pak m'n mobiel en kijk op whats app.
'laat ik raisha gaan whats appen' denk ik 'misschien geeft ze me nog een kans'
geef me nog 1 kans please!!
'dat is wel goed' denk ik en ik druk op: stuur.
ik zie dat raisha haar mobiel pakt en kijkt.
ze zegt iets tegen marieke en ze geeft haar tas.
'oh, ze gaat alleen naar de wc' denk ik als ik raisha weg zie lopen 'niet interessant en ik laat ze lekker met z'n tweetjes'
ik pak m'n tas en ik loop naar de fietsen.
ik pak m'n fiets en rijd weg.
ik ga niet naar huis, maar eerst de stad in.
ik haal een ijsje bij de ijssalon en betaal.
ik loop verder en ga met m'n ijsje bij een terrasje zitten.
bij het tafeltje naast me zie ik een meisje en een jongen hun ijsje delen.
'aah cute' denk ik, maar ik voel een raar gevoel.
dat krijg jij toch nooit, zegt dat gevoel.
ik voel me eenzaam dus ik eet snel m'n ijsje op en ik loop verder.
ik heb niet zoveel geld meer, dus ik ga geen winkels in.
eenzaam loop ik door de stad.
'laat ik m'n huiswerk voor wiskunde gaan maken' denk ik.
ik ga zitten op een bankje en sla m'n agenda open.
blz, *bladzijde* 6/7 opdrt. *opdracht* 17, 18 en 19.
ik sla m'n boek open en begin de antwoorden van de opdrachten op te schrijven.
het bankje waar ik op zit, ligt buiten de stad, dus er loopt niemand langs.
m'n gedachtes dwalen af en ik begin zonder dat ik er erg in heb, voor me uit te staren.
Er zijn nog geen reacties.