Een brief aan jou


Menno een berichtje... Eentje maar waarop je zou antwoorden, eentje waarop je nog een keertje een domme smiley naar me stuurde, menno ik staar naar mijn gsmschermpje, ik ken je nummer uit je hoofd, ik heb er dagen op zitten oefenen ;) ik wou dat ik je nog een keertje zag, met die bekende zonnebril van je, met die gestoorde oranje schoenen, daar waar we samen naar het tuinhuisje gingen, dat pad loop ik steeds al ik nog eens bij ons pap ben, ik ga er dan zitten, op onze geheimen plek daar waar we een sigaret op staken, ik graaf ons koffertje op met onze spullen onze stenen die we vonden ;'D ik wil er eentje meenemen maar dan denk ik, stel je voor dat ik het dan kwijt raak. Het sleuteltje van je brommer hangt nog bij me aan de muur, net zoals die spijker die je eens in je hand had geslagen, ik loop terug en denk de hele weg aan je, als ik terug in de caravan ben en je moeder komt op bezoek zwijg ik, ik vertrek naar mijn kamer daar waar onze foto staat van de 6 daagse... onder de modder, ik glimlach en ik loop verder, de dag door en s avond wacht ik tot de deur word gesloten, als ik door me raam keek dan zag ik je nog altijd zwaaien en draaide je je weg. Een waas van beelden gaat door me hoofd, ik zwijg, ik wacht, ik hoop, ik bid. Ik wacht nog op je op de onderste tree van de trap naar de boomhut, ik weet dat je niet meer komt, ik hoop wel dat je komt maar tegen de middag vertrek ik... Ik kom nog steeds in je slaapkamer en alles ligt er nog zoals toen je ging, je vertrok savond je zei "tot staks" je gaf me een knuffel en vertrok met remco, ik wachte op je maar je kwam niet terug, ik ging slapen en wachtte je de volgende morgen op, menno je weet waarschijnlijk niet eens hoe ik me voelde, ik belde je, je nam niet op, je moeder was er niet... Tegen de avond was je voor me verdwenen, naar de hemel,.. Ik heb remco nooit meer aangekeken, niet dat het zijn schuld was.. De camping is voor mij nooit meer het zelfde geworden, je weet niet eens dat ik in een instelling zit, je weet niet wat er van me geworden is, je weet niet wat er door me omgaat als ik aan je denk, je weet niet wat het met me doet en dat zal je ook nooit meer kunnen weten...

Ik wandel het zandpad af en bekijk de golvende zee nog even, daarna draai ik me om en wandel ik verder naar ons vakantiehuisje. Mijn moeder brengt me wat thee en ik zet me neer op de bank. Mijn mp3 is een vast onderdeel van de tafel en ik pak hem op. Ik duw de oortjes in mijn oren en ga languit liggen. Ik kan nog steeds niet geloven dat je er niet meer bent... Als de zon eindelijk onder is ga ik nog even wandelen en de tranen rollen van me wangen. Ik probeer het te vergeten maar alles wat ik doe voelt alsof er iets mist en dat ben jij. Uiteindelijk wandel ik terug en open de deur, het is stil. Iedereen ligt al in bed. Het licht van mijn gsm schijnt over de gang terwijl ik mijn kamerdeur probeer te vinden. Mijn bed ziet er alleen en verwaarloosd uit. De laatste tijd slaap ik niet of amper en nu vooral nu ik zo ver weg ben van waar wij altijd waren. Ik ga liggen en duw op OF op mijn mp3. Ik sluit mijn ogen en denk aan onze fijne dagen, herinneringen en tranen.

"Lozer!" schreeuw ik en ren achter Menno aan. Half buitenadem ren ik nog even door en stop daarna met mijn handen op mijn knieën opzoek naar adem. Menno komt op me af gelopen "gaat het een beetje?" hij lacht en zijn blik vond de mijne.

De zon komt door en ik open mijn ogen, werp een blik op de wekker en sta op. Iedereen slaapt nog dus ik begin alvast met de tafel te dekken. Vandaag zou het de laatste dag zijn hier aan Oostende. Als de tafel gedekt is loop ik terug naar mijn kamer. Ik haal de rode koffer met zwarte bloemen onder mijn bed vandaan en stopt alles er netjes in. Na een half uurtje was mijn kamer zo goed als leeg. Ik was gaan slapen met de kleren die ik gisteren aan had en zou vandaag er gewoon weer in rond wandelen. Ik hoor de slaapkamerdeur van mijn ouders en loop terug naar het keukentje "goeie morgen" zeg ik wat slapjes. Mijn moeder geeft me een aai door mijn haar en gaat daarna zitten met de krant. Het is stil in huis, iedereen is klaar om te vertrekken terug naar huis. Ik begin steeds meer te beseffen dat als ik straks aankom je niet meer staat te lachen en te zwaaien en me daarna omhelsd. Ik stap de auto in en een pijnlijke traan rolt over mijn wang. Ik wil niet terug! Ik wil nooit meer aan die dag herinnerd worden! Ik wil niet in een auto zitten! Ik heb zoveel woede in me toen de motor van de auto starte maar ik zat daar maar, stilletjes te kijken naar de weg die we aflegden opweg naar huis.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen