23|
Joy
Ze zeggen dat de tijd vliegt als je lol hebt. Ik geloof ze. Want de tijd gaat zo verschrikkelijk langzaam nu in geen reet te doen heb. Ik loop zachtjes rondjes om het kamp heen. De rest slaapt. Ten minste, de vampieren zijn hem gepeerd omdat ze bloed nodig hebben. Mijn zusje haar gezicht was priceless toen Kevin dat vertelde. Alsof ze een worm had doorgeslikt. Ik focus mijn blik op een verre rij bomen en zucht hardop. Ik besluit hout te zoeken en weer pijlen te maken. Misschien dat de tijd dan sneller gaat. ‘Zal ik het overnemen.’ Hoor ik een stem uit de verte zeggen. Ik draai me om en zie dat Wodan rechtop zit. Hoe hij het bracht was geen vraag, meer een order. ‘Nee.’ Ik draai me weer om naar de bomen en begin hout te rapen. Ik hoor een lage grom, waardoor ik een grinnik loslaat. ‘Grappig?’ Klinkt het ditmaal dichterbij. ‘Ja.’ Ik draai me om en sta nu oog in oog met hem. Zijn blik glijdt over mijn lichaam. Jak. Zijn blik blijft hangen op het hout in mijn handen. ‘Wat doe je?’ ‘Pijlen maken.’ Antwoord ik alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Hij haalt zijn schouders op en loopt verder het bos in. ‘Wat ga je doen?’ Ik snap hem echt voor geen meter. Wat gaat er om in die honden kop van hem? Hij geeft me geen antwoord maar in plaats daarvan grijnst hij. Ik rol met mijn ogen en laat het hout op de grond vallen. Ik ga slapen.
Er zijn nog geen reacties.