3 - The Sorting
We lopen langzaam naar voren, achter professor Anderling aan. We zien hoe de anderen ons aankijken. We stoppen een paar meter voor de lerarentafel met lopen. Ik zie het krukje met de sorteerhoed. Ik weet al wat er gaat gebeuren. Een scheur aan de rand van de hoed gaat open en hij begint te zingen:
'Zo'n 50 jaar geleden nu, kwam er een jongeman. Vol met dromen en ambitie en dingen die hij al kan. Ik deelde hem in in Zwadderich, dat was een wijs besluit. Zo kwam ook zijn ware aard eruit. Zo'n 18 jaar geleden nu, kwam er een jongeman. Geen ouders meer de arme knul, het was met hen geda'n. Ik deelde hem in bij Griffoendor, vol dapperheid en moed. Daar was hij thuis, ja het was goed. Na vele jaren rust en vree, kwam de eerste man weer hier. De tweede moest hem stoppen, dat was echt geen plezier. De tweede versloeg de eerste, het was met hem gedaan. Hij stuurde hem uit de laan. Iedere afdeling is aan elkaar gelijk, ze zijn niet beter dan anderen. Het zijn de mensen die de betekenis kunnen veranderen. Dus wees slim, ijverig, sluw of vol moed. Dan plaats ik de in de juiste afdeling, ja dan komt het goed.'
De hoed stopt met zingen en de zaal klapt voor het lied. Ik klap niet mee. Gelijk in het begin van het jaar wordt er over mijn vader gesproken. Anderling komt naar voren. 'Als ik je naam noem, kom je naar voren en wordt de sorteerhoed op je hoofd geplaatst. Er wordt bekent gemaakt in welke afdeling je zit. Je gaat bij hen aan tafel zitten. Appel, Laura!' Laura Appel komt naar voren en gaat op het krukje zitten. Anderling zet de sorteerhoed op haar hoofd. 'Ravenklauw!' roept de sorteerhoed en de Ravenklauw tafel juicht. Ze zet de hoed weer af en gaat aan de tafel zitten. Zo worden er nog een heleboel leerlingen ingedeeld tot dat: 'Tijger, Philip!' Ik voel Phil naast me bewegen en ik zie hem naar voren lopen en plaats nemen op het krukje. Even is het stil. 'Zwadderich!' roept de sorteerhoed. Phil gaat aan de tafel zitten. Ik ben blij voor hem. 'Vilijn, Ivy!' roept Anderling. Ik loop maar voren. Ik voel me ziek. Ik ga op het krukje zitten en de hoed wordt opgezet. 'Slim, sluw, zuiver bloed, twee fascinerende ouders, grootse daden liggen voor je..' hoor ik in mijn oor. 'Niet zo moeilijk, de meest logische keuze is dan Zwadderich!' Het laatste woord hoor ik door de zaal heen. Ik zet de hoed af, loop naar de tafel en ga naast Phil zitten die voor me klapt. Aan mijn andere kant zit een meisje dat ook net gesorteerd is: Rose Steen. Ze buigt een beetje naar me toe. 'Je bent toch wel een volbloed hè?' fluistert ze. 'Natuurlijk.' zeg ik en ik kijk naar de Griffoendor tafel waar "Winters, Ysa" naast Hermelien is gaan zitten. 'Mooi zo.' Na de sorteerceremonie, worden de kruk en de sorteerhoed weer weg gebracht en gaat Anderling bij de leraren zitten. 'Laat het feest beginnen.' zegt ze en de tafels zijn ineens afgeladen met eten. Iedereen schept op. Dit eten is heerlijk. Hier kan ik wel aan wennen. Ik praat wat met Phil en Rose en het gesprek komt aan bij onze families. 'Ik ben een half-bloed,' zegt Phil beschaamt. 'Maar alleen in theorie. Mijn vader is een volbloed tovenaar en mijn moeder een halfbloed.' voegt hij er snel aan toe. 'Ik ben een volbloed,' zegt Rose trots. 'Ik heb geen Dreuzels in mijn familie.' vervolgt ze terwijl ze een smerige blik op de tafel van Griffoendor werpt. 'Ik ben een volbloed. Mijn vader was een halfbloed en mijn moeder een volbloed.' zeg ik. 'Ik heb zelfs het bloed van Zalazar Zwadderich door mijn aderen stromen.' Phil en Rose kijken me vol bewondering aan.
Nadat de laatste restjes eten van de gouden borden zijn afgesmolten, stuurt Anderling ons naar bed. We volgen onze klassenoudste naar de kerkers, waar de slaapzaal van Zwadderich zich bevind. We komen aan bij een kaal stuk muur. Nu het wachtwoord. 'Zalazar.' zegt de klassenoudste en het stuk muur schuift opzij. We stappen de grote, groenverlichte kamer in. Er staan comfortabele stoelen en er brand een haardvuur. De meisjes gaan rechts de trap op en de jongens naar links. Ik zwaai nog even naar Phil en loop met Rose mee. Er hangt een bordje op de deur met "Eerstejaars" erop. Rose en ik gaan naar binnen. We zien onze spullen. De muren van de zaal zijn van grijze stenen en boven elk van de 4 bedden is een dakraam, waardoor je het groene water van het meer kan zien en een beetje maanlicht. Er hangen een paar kandelaars an de muren, die de ruimte verlichten. De bedden zijn gemaakt van donker hout. Er komen nog twee meisjes de kamer binnen die zich voorstellen als Layla en Nicole. Nu zijn alle bedden bezet. We besluiten om ons om te kleden en in ons bed te duiken. Nicole, die al erg goed is in magie, dooft vanuit haar bed met haar staf de kaarsen. Het is nu donker. Het enige licht komt van de maan door de dakramen. Ik kijk naar boven en zie een schaduw in de vorm van een mens met een staart boven mijn raam langszwemmen. Ik draai me nog even om, denk aan mijn ouders, en val in slaap.
Er zijn nog geen reacties.