Hoofstuk3: Farin
Er was niks leuker dan Orkenjacht. Met een kruisboog in mijn ene hand en een grote bijl in de andere. Mijn volk wilde Erebor veilig houden, dus werden verkenners en kampioenen naar de besneeuwde vlakten gestuurd. Ik was dus één daarvan. Met een Rurig, een andere verkenner, trok ik door de witte vlaktes. Ik vond dat niet erg, wel dat de Orken terugkwamen, maar het vermoorden niet. En soms vond ik het zelfs leuk. Jammer genoeg sneuvelden er te veel onschuldigen. Toen ik een pijl afschoot naar een Ork viel hij naar de grond. Ik hoorde Rurig juichen om mijn schot in zijn hoofd. Ik liep naar het slachtoffer toe en voelde eens flink aan de pijl.
"Yup, die zit goed vast!" Schreewde ik naar Rurig, die trok de pijl met moeite eruit.
Maar het lukte.
"Gaan we die grot daar ook verkennen?" vroeg Rurig.
Ik knikte naar Rurig.
"We moeten wel. Orders van Koning Thorin Steenhelm." Ik mocht Rurig niet... Hij denkt vast hetzelfde over mij. Ik weet niet waarom, maar dat was een voorgevoel, en twijfel NOOIT aan een voorgevoel van een dwerg. En toch wou ik aardig blijven, wat niks voor mij was. Zuchtend liep hij achter mij aan.
Toen wij de grot inliepen was het al een stuk warmer. "Kijk eens naar de grond Rurig, er is een pad gemaakt." Met mijn bijl in mijn hand, en mijn kruisboog op mijn rug liepen we dieper de grot in. "Blijf bij de muren. En we overleven dit misschien samen." Af en toe kwamen we een Ork tegen maar die schakelden we geruisloos uit. Niet lang daarna kwamen we bij een splitsing, waarbij we moesten kiezen of we links of rechts gingen.
"Waar gaan we heen?" Vroeg Rurig.
"As je nou eens stil bent!" Snauwde ik naar Rurig en stond daarna in het midden van de splitsing.
Een paar keer wees ik met mijn bijl van de ene kant naar de andere.
"Oke, ik weet wel waar we heen gaan."
Ik liep vooruit, naar de grotswand.
"Wat doe je nou?!"
"Bereid je voor op een gevecht Rurig!. Het kan er hier straks wild aan toe gaan."
Ik sloeg mijn bijl een paar keer tegen de wand en dat galmde door de grot. Opeens zakte de wand neer op de grond. Nieuwsgierig kwam Rurig dichterbij.
Met open mond stond ik naar een afschuwelijk wezen te kijken.
Een draak, die ik kende, Het was Urgust die afstamde van Smaug, die Erebor voor zichzelf genomen had.. Hij dook naar ons toe, alsof hij ons wilde vermoorden, wat natuurlijk logisch was.
"Wacht Urgust! Waarom ben je hier, en niet in Carn Dûm?
Intussen stond Rurig te beven als een konijn en met zijn mond helemaal open.
"Ik ben hier... Omdat ik werd weggestuurd. Agandaûrs mannen hadden me vast aan kettingen..." Met een kwade blik keek hij naar Rurig, die probeerde geen angst uit te stralen, wat niet goed lukte.
"Kon je ook niet terug naar The Grey Mountains?"
"Nee... Daar zijn ze met explosieven bezig."
"Maar waarom ben jij hier? En dat vriendje van je. Ik heb namelijk erg honger.."
De draak lachtte zwak.
"Ik ken jou, Farin van Erebor. Helaas voor jouw vriend niet.."
Nee niet doen!" Maar het was te laat. De draak hapte al toe en Rurig was binnen één seconde weg.
"Ga nu weg, kampioen van Erebor. En misschien zal ik jou sparen ondanks mijn honger."
Snel rende ik weg naar buiten. Toen ik wegrende hoorde ik nog steeds de draak grommen.
En een harde klap van de rotsen. Toen ik de grot uitliep, keek ik naar de top van de berg. Die als een vulkaan uiteenspatte. Een grote rode en zwarte schim vloog uit de berg, richting het Noorden.
Zuchtend viel ik op de grond en mijn gezicht duwde ik in de sneeuw. Ik hoorde wat gevladder van een groot beest. Was de draak teruggekomen om mij op te eten? Maar nee. Het was Belaram, de reuzevogel die verbaasd op mij afvloog. Met geluk in mijn ogen keek ik naar hem.
"Farin, wat is er gebeurd?"
En hij wierp een blik naar de berg.
"Urgust was hier. Maar Belaram, wat kom jij hier doen zo zuidelijk?
Ik kreeg een missie om mee te helpen in de Ork aanval. Agandaûr zit hier mogelijk achter. En ik moest jou naar Bree brengen."
Met zijn groene ogen staarde hij naar mij.
"Kom mee, Lord Gwahir zou Erebor vertellen wat hier is gebeurd. Mogelijk zal je bekenden in Bree zien."
De vogel haalde zijn vleugels omlaag zodat ik erop kon zitten. "Op naar Bree dan maar!" Toen we opstegen keek ik nog eens naar de afgebrande bovenkant van de berg. Waar zou Urgust heengaan?
Reageer (3)
OOOHH i like this!
1 decennium geledenSnel verder please?
Hoort er niet nog een meisje bij te komen 'I volunteer as horse rider and master of Rohan!'
;p
hihi j bent alvast goed begonnen, ik neem een abo!
Ik heb net alle 3 hoofdstukken gelezen. Heel erg leuk en ook spannend! Goed gedaan(Y).
1 decennium geledenBen heel erg benieuwd naar het vervolg!
Arme Rurig...
1 decennium geledenSnel verder!