21~
Ik slik de brok in mijn keel door. Monroe en Elike verlaten de gang, ten minste, ze gaan uit mijn vaders zicht staan. Monroe staat zo dat ik precies zijn gezicht kan zien, en dat stelt me zeker gerust. Ik haal diep adem en wendt me dan tot mijn vader. ‘Belle.’ Hij rijkt met zijn hand uit naar mijn arm maar ik zet een stap terug. Tegelijkertijd werp ik een blik op Monroe, die woedend kijkt. ‘Wat is er vader?’ Zeg ik vlug. ‘Ik wil dat je weer thuis komt wonen.’ De manier waarop hij het zegt geeft me kippenvel. Het is dreigend maar ook smekend. Ik schud mijn hoofd. ‘Waarom niet?’ Vraagt hij bot. ‘Omdat je me dan toch weer slaat.’ Ik haal onverschillig mijn schouders op. Ik zie mijn vaders hoofd langzaam rood worden. Hij tilt zijn hand op en ik maak me klaar om de klap op te vangen. Ik sluit mijn ogen en wacht. En wacht. En wacht. Als ik ze weer open doe nadat ik een bonk gehoord heb zie ik mijn vader op de grond. Met Monroe boven op hem. ‘Hoe durf je je eigen dochter te slaan.’ Gromt Monroe. Mijn vader wurmt zich onder de sterke Monroe vandaan en vlucht de deur uit. Monroe laat het daar echter niet bij en rent achter hem aan. Elike slaat haar armen om me heen. Ze veegt mijn tranen weg. Tranen? Ik wist niet dat ik aan het huilen was…
Monroe was niet lang weggeweest. Hooguit drie minuutjes. Hij vertelde dat mijn vader niet snel terug zou komen, maar hij vertelde niet de rede. Ik lig nu op mijn bed, nog steeds aan het verwerken wat er een uurtje geleden gebeurd was. Ik ben het zat al dit gedoe. In sprookjesland is het nooit zo. Tuurlijk zijn er ups en downs maar niet non-stop downs… Ik schuif de doos onder mijn bed vandaan en til de deksel op. De bloed rode appel neem ik in mijn handen. Ik bekijk hem van dichtbij. Stel dit is die appel. Dan bestaan sprookjes. Dat is wat ik wil weten. Dus als ik een hap neem, weet ik het. Waarom heb ik hier niet eerder aan gedacht. Ik breng de appel naar mijn mond maar voordat ik een hap kan nemen vliegt de deur open. Een verbaasde Monroe staat in de deuropening. ‘Ik euh, wou even sorry zeggen.’ Ik leg de appel naast me neer en sta op. ‘Waarvoor?’ Vraag ik terwijl ik naar hem toe loop. ‘Je weet wel.’ Hij schuifelt wat heen en weer. Ugh, nee ik weet niet. Wat zou ik moeten weten? Jongens zijn onbegrijpelijk. ‘Ja ik snap het.’ Lieg ik terwijl ik met mijn ogen rol. ‘Mag ik die appel?’ Vraagt hij plots. ‘Nee.’ Antwoord ik bot en snel. Zijn mond veranderd in een grijns. ‘Waarom niet?’ ‘Omdat ik hem net op wou eten.’ Monroe wil mijn kamer binnen lopen maar ik versper de weg door de deur beet te pakken. ‘Dat zou ik maar niet doen, Belle. Niet alle appels zijn te vertrouwen.’ En zo snel als hij kwam zo snel issie weer weg. Mij achterlatend met een groot vraagteken.
Reageer (3)
Hij komt echt uit sprookjesland
1 decennium geledenwhahaha, die appel! Begreep vroeger het sprookje verkeerd, dacht toen dat de groene kant giftig was... vanwege gifgroen Maar... rode appels<3
1 decennium geledenIk begin Monroe steeds vager te vinden....
1 decennium geleden