5
Met één hand aan het stuur rijd ik naar huis. Nu wist iedereen dus wel dat dit mijn auto was... Nou het boeide me allemaal ook niet meer! Ik had nu toch ruzie met iedereen! Ik zette de auto op de oprit en stapte snel uit de auto. Ik pakte mijn spullen van de achter bank en stormde het huis binnen. Stomme regen. Ik was klets nat! Ik gooide mijn tas op de bank en mijn jas hing ik toch nog maar aan de kapstok. Ik stampte de trap op. En liep de badkamer in. Ik had nu echt behoefte aan een warme douche! Ik bekeek mezelf in de spiegel. Ik zag er niet uit, mijn shirt was helemaal vies en plakkerig, mijn make-up zat helemaal over mijn gezicht verspreid en mijn haar wou ik niet eens over beginnen! Ik zette de douche aan een kleedde me uit. Ik voelde even op de douche al warm was. En stapte er toen onder. Toen ik uit de douche kwam en me aan had gekleed merkte ik dat ik twee uur lang had gedoucht. Het was nu half vier. Ik strompelde naar de keuken en pakte een kleine pan. Daar deed ik wat melk in. Oké, dit ging nog goed. Maar nu, waar staan de grote bekers?! Ik gooide alle kastjes open. En uit eindelijk vond ik - helemaal ergens achterin een kastje - een grote beker. Ik deed wat chocomelk poeder in het kopje. Ik hoorde mijn mobiel afgaan. Ik had een sms... Wie zou mij nu sms'en? Ik had niemand op school nog mijn nummer gegeven. Ik liep naar de woonkamer en pakte mijn mobiel uit mijn tas. Mam...
Wij zijn laat thuis, wacht maar niet op ons. Welterusten! X Mam en pap
Ik keek niet verbaast op van deze sms. Nou-ja misschien een klein beetje. Het overwerken of later werken begon meestal pas naar een paar weken als we waren verhuist. En niet na één werkdag! Het was nog niet eens een hele werkdag. Ik hoorde raar gepruttel uit de keuken komen. Oh-oh... Ik gooide mijn mobiel op de bank en rende naar de keuken. De melk lag al op de grond verspreid. Snel draaide ik het vuur uit. De melk overstroomde niet meer. Maar mijn hand deed verschrikkelijk zeer. Mijn hand had dus hele warme melk over zich heen gekregen, of ik had me tegen de pan gebrand. Ik liep naar de wasbak zette de kraan op zijn koudst en deed mijn hand eronder. Fijn... een brand wond. Had ik het geluk dat mijn rechterhand oké was naar mij val. Brand ik hem thuis nog even! Ik pakte de ovenwanten van het aanrecht en schonk de overgebleven melk in de beker. Ik roerde het even en liep ermee naar boven. Ik zette de chocomelk op mijn nacht kastje en begon maar aan mijn huiswerk. Toen het huiswerk klaar was, dronk ik de overgebleven chocomelk in één grote slok op en ging ik lang uit op mijn bed liggen. Ik wierp een blik op de klok. Het was nog maar zeven uur. Ik had helemaal geen honger. En ik was plotseling heel moe. Ik trok sloom mijn pyjama aan en gooide mijn kleren op de grond. Ik kroop onder de warme zachte dekens en nestelde me helemaal tegen de muur aan. Het duurde niet lang en ik viel in slaap.
Ik rolde wat heen en weer. Ik had steeds het gevoel alsof iemand naar me keek. En soms had ik zelfs het idee dat er mensen aan het praten waren! Misschien waren het mijn ouders? Of misschien werd ik paranoïde! Meestal rolde ik 's avonds uit bed. Dit keer was dat niet het geval. Ik rolde nog een keer om. Ik verwachte dat ik nu inmiddels wel uit bed viel - ik had geen idee waarom ik eigenlijk uit bed wou vallen - maar het gebeurde niet. In plaats van uit bed te vallen. Knalde ik tegen iets steen hards op. Meteen schoot ik overeind en keek om me heen. Ik hoorde mijn eigen ademhaling, en die ging veel te snel. Ik stond op uit bed en deed het licht aan. Ik knipperde met mijn ogen zodat ze wenden aan het licht. Ik keek verward om me heen. Er was niemand. Ik ging even op mijn bureau stoel zitten maar sprong toen op en keek wat er op lag. Dat waren mijn kleren? Maar die had ik toch op de grond gegooid?! Ik werd gek. Ik stapte naar mijn balkon deuren en deed het gordijn open. Het regende niet. Ik deed de deur open en stapte het balkon op. Ik tuurde door het donker. En toen ik naar beneden keek zag ik iets weg flitsen. Ik wreef door mijn ogen en keek nog een keer. Niks. Ik werd gestoord. Ik rilde even van de kou en liep toen mijn slaapkamer in. Ik liep naar beneden en pakte mijn tas uit de woonkamer. Ik sleepte hem de trap op en gooide hem op mijn bed. Uitgeput ging ik op mijn bureau stoel zitten. Ik moest mijn tas nog in pakken. Wat had Jasper ook alweer gezegd over die rooster wijzigingen. Ik tuurde naar mijn tas die op het bed lag. Wat leek dat ineens ver weg! Ik stond vermoeid op en sleepte mijn tas mee naar de bureau stoel. Ik startte mijn computer op en keek ondertussen alvast op mijn rooster.
1: BD
2: BD
3a: Pz
3b: GS
4: GS
5: WI
6: EN
Hoe vaak kon ik tekenen en geschiedenis in de week krijgen?! Dit was zo vuil. Konden ze niet één uur schrappen omdat we die vandaag al hadden gehad? Misschien deden ze dat wel. Hoopvol ging ik het internet op en typte de site in die Jasper me had gegeven. Oké ik welke klas zat ik? A3? Wat is dat nou weer voor klas naam? Ik scrolde over de rooster wijzigingen. Niet dat ik ver hoefde A begon boven aan.
A3: -
Oh heel erg leuk hoor. Niks... Ik propte alle dingen die ik voor morgen nodig had in mijn tas en deed het licht uit. Ik kroop weer onder de dekens. Hoe ik morgen mensen ging ontlopen, dat was een zorg voor later.
Er zijn nog geen reacties.