Ik ben blij dat jullie het beginnen te lezen o,o

En de titel is veranderd, om verwarring te voorkomen Wás dit: Bite me ~ Twilight Story ~

‘Het spijt me.’
Ongeduldig loop ik heen en weer, ook Emmett en Rosalie zijn er vandoor. Om Edward te helpen.
‘Kind, kalmeer. Ik maak wel wat lekker thee voor je.’ Esme’s bezorgde stem dringt mijn gedachte binnen.
Carlisle kijkt naar Esme, en knikt.
‘Doe voorzichtig..’ Zegt Esme rustig. In een flits, is Carlisle ook verdwenen. Op weg naar Edward. Denk ik.
‘Wat willen ze.’ Vraag ik hardop.
‘Edward las hun gedachte, maar wat ze willen weet ik niet. Blijkbaar, ben jij er ook medeplichtig aan.’
Ik zucht, het zal toch niet dat ik ooit met rust word gelaten.
‘Esme, hou me tegen.’ Zeg ik hard. Esme kijkt me met een bezorgd gezicht aan. ‘Hou me tegen, voordat ik er achter aan wil gaan.’
Esme schud haar hoofd. ‘Ik kan je niet tegen houden lieve schat,’ Haar zoete stem kalmeert me echter niet. Ik moet naar Edward. Als er iets met hem gebeurt, zal ik de rest van mijn leven niet meer willen.
‘Bella, ga. Ik kom met je mee.’ Ik weet niet hoe makkelijk dit was, Esme overhalen om te helpen. Ik wil weten wat Jacob wil. Wat zijn groep wil, waarom dat ze Edward niet met rust gelaten hadden.

Nu loop ik hier, door het duistere bos, met Esme aan mijn zijde. Het gevecht hoor ik ergens vandaan komen, de richting is onduidelijk.
‘Edward!’ Roep ik, de vogels vliegen weg, bang van mijn stem. Zou ik ook zijn..
‘Het komt goed.’ Zegt Esme rustig, ineens is er geritsel te horen.
Esme blijft staan, en pakt mij dicht bij haar. Ik blijf stil, mijn hart bonst, en mijn adem is zwaar. Het geritsel komt nader, en uit het gras springt een schaduw. Ik gil het uit, en pak Esme stevig beet.
Na mijn gil, is het doodstil. Esme’s greep verzwakt, en strijkt over mijn rug.
‘Het is Emmett.’ Zegt ze koelbloedig. Hoe kan ze nou zo kalm zijn, Edward is in moeilijkheden!
Ik kijk bang naar Emmett, en hij kijkt mij doordringend aan.
‘Ga terug, dit wil je niet zien.’ Zegt hij op een toon.
Ik laat Esme los. ‘Wat is er met Edward!’ Schreeuw ik, Emmetts gezichtsuitdrukking veranderd in bezorgdheid.
‘Er is niets met Edward, maar Alice zei al dat je er aan kwam. Ik moest je stoppen van Edward.’
Typisch. Niets houd mij tegen, om te helpen.
Ik kijk naar Emmett, en dan naar Esme.
‘Ik wíl helpen.’ Smeek ik, Emmett schud nee, en Esme twijfelt nu ook.
In een ruk, ren ik verder, maar Emmett springt met een grote boog voor mij heen.
‘Nee Bella, ik laat dit niet toe, ga terug.’ Emmett klinkt dreigend.
‘Wat kan er nou gebeuren!’ Ik ren langs Emmett, maar hij grijpt mijn pols.
‘Bella, wil je het echt wéten?!’ Hij schreeuwt, Emmett heb ik nooit horen schreeuwen, ik blijf stil, en kijk Emmett doordringend aan.
‘Als je niet terug gaat, word je Vampieren-voer.’ Dreigt hij, ik wil mijn hand terug trekken, maar Emmett’s greep versterkt.
‘Victoria is er, de wolven groep is er. Ze hadden de geur op gepakt van een vampier, het bleek Victoria te zijn! Nu blij!’ De stem van Emmet echo’d door het bos.
Mijn hart bonst in mijn keel.
‘Kalmeer Emmett, ze wil maar helpen.’ Zegt Esme zacht, terwijl ze haar ijskoude hand op die van Emmett legt. Zijn grip verzwakt.
‘Sorry Bella..’ Zegt hij schuldig.
‘Het is al goed.. Ik ga al terug.’ Zeg ik zacht, ik draai me om. Op weg naar het huis van de Cullens.

Emmett is weer naar het strijdveld, Esme is druk bezig iets te maken voor mij.
Stilletjes, sluip ik toch naar buiten. Wat ben ik toch een koppige meid..
Misschien, als Victoria op mij afkomt, en ik bijna sterf, wil Edward mij wél in een vampier veranderen.
Ik begin te rennen, ik hoor duidelijk gegrom, en Edward!
Stilletjes verstop ik mij in de struiken. Rosalie kijkt in mijn richting, een kwade blik.
Ik ben ontdekt..
Victoria kijkt dreigend naar Edward, en de wolven. Maar dan tilt ze haar neus op.
Een gemene grijns trekt tot haar ogen. Een nerveus gevoel blokkeert mijn benen van op te staan en weg te vluchten.
‘Eindelijk.’ Zegt ze hardop, ze kijkt in mijn richting. Ook Edward kijkt nu, zijn blik veranderd in kwaad, naar erger. Hij springt voor de struik. Vóór mij. Al snel komen de wolven, en de rest van de Cullens er ook voor staan.
Ik hou mijn adem in.
Victoria grijnst nog steeds. In een vlam van rode haren, is ze weg.
Edward draait zich in een ruk naar mij om, en tilt mij uit de struiken.
‘Wat denk je wel!’ Sist hij kwaad, zijn hand strak om mijn arm.
‘Edward!’ Roep ik, mijn ogen knijp ik dicht.
‘Ze had je kunnen vermoorden!’ Zijn stem word sterker.
‘Edward! Je doet me pijn!’ Roep ik, zijn greep verzwakt, en ik open mijn ogen. Bang dat hij nog kwader is.
Anders, zijn ogen staan zacht, beledigd, angstig. Zo heb ik hem nog nooit gezien.
‘Het spijt me.’ Mompelt hij, en rent langs mij, weg.
‘Edward!’ Roep ik, ik kruip overeind, mijn hart gaat nog sneller. Heb ik hem nou net pijn gedaan?

Reageer (4)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen