Hoofdstuk 6

Ik had met Kyra afgesproken in een restaurant. Ik was zoals gewoonlijk erg vroeg, tijd genoeg om me te bedenken wat ik wilde zeggen. Ik wilde haar eigenlijk uithoren, wat wist zij van de verdwijning van Liz af. Misschien zou het nog iets goeds opleveren, net zoals het snoeppapiertje. ‘Hey Lise, alles goed?’ begroette Kyra me. Ondertussen kwam ze tegenover mij zitten ‘Het gaat, met jou?’ vroeg ik afstandelijk. ‘Ik ben een beetje geschrokken van alles wat met Liz gebeurd is,’ antwoordde ze me stilletjes. ‘Ik ook, ik vond haar in het bos,’ antwoordde ik. ‘Ik hoorde het, heftig zeg,’ zei Kyra meelevend. ‘Van wie hoorde je het?’ vroeg ik direct op mijn hoedde. Kyra kreeg een rood hoofd. ‘Ik ben in het ziekenhuis geweest,’ bekende ze. ‘De dokters vertelde het mij,’ stotterde ze. ‘Interessant,’ antwoordde ik zachtjes. Ik kletste nog wat met Kyra en daarna rondde ik het gesprek af. Voorlopig wist ik genoeg.

Ik liep onoplettend naar huis toe, ik was met mijn gedachten met Liz. Hoe zou het nu met haar zijn? ‘Lise?’ ik hoorde mijn naam aan de andere kant van de straat en ik keek zoekend rond. Een onbekende man stak de straat over en liep op mij af. ‘Lise?’ herhaalde hij nogmaals. ‘Ja, dat ben ik?’ zei ik verbaasd. Ik bekeek de man van top tot teen, hij was nog erg jong en hij zag er best goed uit. ‘Jij bent de vriendin van Liz toch?’ vroeg hij geïnteresseerd. Ik vroeg me af hoe hij aan die informatie kwam, maar ik knikte. ‘Ken je mij niet?’ vroeg hij een beetje verbaasd. ‘Nee,’ antwoordde ik verward. ‘Ik ben de vriend van Liz, we hebben elkaar wel eens eerder ontmoet,’ legde hij geduldig uit. Dat was waar ook, hij was de vriend van Liz. ‘John?’ vroeg ik. John was de eerste naam die in mij opkwam. Hij knikte. ‘Is er iets?’ vroeg ik nieuwsgierig. ‘Ik wil je even bedanken, namens Liz,’ antwoordde hij. ‘Jij bent toch degene die haar gevonden heeft?’ voegde hij er nog vragend aan toe. ‘Ja, graag gedaan,’ antwoordde ik twijfelend. Nog steeds vond ik het vreemd dat John mij überhaupt herkende, ik had hem nog maar één keer gezien. Ik verontschuldigde me tegenover John en ik liep weer verder naar huis toe.