Hoofdstuk 3
De volgende ochtend probeerde ik Liz nogmaals te bellen, maar weer werd er niet opgenomen. Ik vond het erg vreemd, ik haar al heel vaak geprobeerd te bellen. Ook op de huistelefoon. Maar er werd niet opgenomen. Ook niet door haar ouders, of haar jongere broertje. Ik vond het irritant dat er niet opgenomen werd, aangezien ik me heel rot voelde over gisteren. Ik besloot Robbin te bellen, misschien wist zij er meer van. Mijn vingers toetste moeizaam het nummer van Robbin in. Ik zag er tegen op haar te bellen, waarschijnlijk stond zij aan de kant van Liz. ‘Hallo met Robbin,’ begroette de zachte stem van Robbin me. ‘Hey Robbin, met Lise,’ begroette ik haar terug. ‘Lise of Liz?’ haar stem klonk twijfelend. Ik grinnikte, we werden wel vaker door elkaar gehaald. ‘Lise,’ zei ik deze keer wat duidelijk. Ik hoorde een zucht aan de andere kant van de lijn, ze was niet blij mij te spreken. ‘Ik heb al een paar keer geprobeerd Liz te bellen, maar ze nam telkens niet op,’ legde ik uit. ‘Dat kan kloppen, ik heb haar ook geprobeerd te bellen zonder resultaat,’ antwoordde ze ongeïnteresseerd. ‘Ging ze gisteren na mij weg?’ vroeg ik nieuwsgierig. ‘Ja,’ antwoordde Robbin simpel. ‘Over gisteren, ik bedoelde het niet zo,’ loog ik tegen Robbin. Ik bedoelde het namelijk wel zo, maar ik wilde dat het weer goed kwam. Ook tussen Robbin en mij. ‘Dan moet je niet bij mij zijn maar bij Liz,’ snauwde ze terug. Ik rondde het telefoongesprek af. Ik maakte me steeds meer zorgen om Liz. Waar hing ze toch uit?
Gerinkel. Van de telefoon. Vurig hoopte ik dat het Liz was, dus ik haastte me naar de telefoon. Ik nam de telefoon op. ‘Hallo met Lise de Jong,’ zei ik beleefd. ‘Met Robbin,’ hoorde ik Robbin droevig zeggen. Ik vroeg me af waarom ze me belde en waarom haar stem zo droevig klonk. ‘Is er iets?’ vroeg ik ongeduldig. ‘Ik werd net gebeld door Liz...’ ‘En, wat zei ze?’ onderbrak ik haar nieuwsgierig. ‘Ik werd niet gebeld door Liz, maar door haar moeder,’ legde Robbin geduldig uit. Haar moeder? Ik snapte er helemaal niets meer van. ‘Ze vroeg of ik wist waar Liz was,’ vulde ze aan. ‘Is Liz vermist?’ vroeg ik ongelovig. ‘Ja,’ antwoordde Robbin toen. Kwaad hing ik de telefoon op. Liz is vermist. En dat is mijn schuld. Denk ik. Als ik gisteren die ruzie niet met haar begonnen was, dan was ze misschien niet vermist. Ik vroeg me af waar ze kon zijn. Ik wilde haar gaan zoeken. Maar er waren te veel mogelijkheden. Toch besloot ik er even uit te gaan. Ik moest dit even verwerken.
Ik was gewoon op mijn fiets gestapt en ik was begonnen met trappen. Mijn benen hadden me naar het huis van Remi gebracht. Momenteel had ik veel behoefte aan zijn steun. Ik drukte op de deurbel en binnen enkele seconden werd er opengedaan. Door Remi. ‘Hey Remi, mag ik binnenkomen?’ vroeg ik lief. ‘Kom verder,’ antwoordde hij glimlachend. Ik liep door de deuropening naar binnen. Ik wierp een blik op Remi. Hij was nou niet echt het standaard soort jongen. Hij had een volle bos krullen en een bril. Ook was hij erg slim, hij haalde altijd hoge cijfers. Net als ik. Ik was niet het standaard meisje. Ik ging op de bank zitten, naast Remi. ‘Liz is vermist,’ deelde ik op een droevige toon mee. ‘Liz is vermist?’ herhaalde hij vragend. Ik knikte. ‘Gisteren had ik ruzie met haar, over haar eigenwijsheid, dat was de laatste keer dat ik haar zag. Robbin belde me net op om te zeggen dat ze vermist is,’ legde ik ongeduldig uit. ‘Je denkt zeker dat het de schuld is van jou,’ zei hij ongelovig. Ik knikte, ik dacht inderdaad dat het mijn schuld was. ‘Maak je niet zo druk Lise, Liz komt vast wel weer boven water,’ zei hij op een geruststellende toon. ‘Ik weet het nog niet,’ zuchtte ik.
Er zijn nog geen reacties.