Part Two
'Oma?' Ik loop met een big smile het appartement in. 'Bent U er?' Ik sluit de voordeur en loop fronsend naar de woonkamer die er verdacht leeg en stil uitziet. De stoel, bank en salontafel staan even recht als altijd terwijl de vaas die altijd op de salontafel staat er nu niet is. En oma ook niet. Misschien dat ze slaapt - wat ze normaal nooit doet. Dus ik loop naar haar slaapkamer, waar het even stil is als in de woonkamer. Op het tweepersoonsbed - waarvan één bed gebruikt wordt - tref ik een briefje aan.
Hey meid,
Mis je je oma al?
Ze is veilig bij mij. Nou ja veilig als je doet wat ik je vraag.
En dat zal ik dan maar doen. Anders zie je je oma nooit meer.
Kom vanavond om 22.00 uur naar het bos, aan de rand van de stad.
Ga naar de open plek in het centrum van dat bos en daar zie je mij...
Mis je je oma al?
Ze is veilig bij mij. Nou ja veilig als je doet wat ik je vraag.
En dat zal ik dan maar doen. Anders zie je je oma nooit meer.
Kom vanavond om 22.00 uur naar het bos, aan de rand van de stad.
Ga naar de open plek in het centrum van dat bos en daar zie je mij...
Ik sla mijn handen voor mijn mond om mijn gil te dempen. Oh mijn god, ze hebben oma?! Ze of het of hij of zij ik weet het niet maar ik het is zeker dat ze oma pijn durven te doen. Dat arme mens. Ik begin te snikken en veeg een traan weg die de neiging had om over mijn wang verder te leven.
Ik kijk op de klok, die geeft 21.00 uur aan. Ik moet zo gaan. Ik kleed me om en trek dan mijn jas aan. Rustig verlaat ik het appartement en loop de trappen af. Onderweg kom ik de buurman tegen die de krant leest bij de ingang van de flat. Ik knik hem gedag, hij knikt terug. Dan ga ik de parkeerplaats over en loop richting het bos.
Het is al donker besef ik om 21.30 uur al ik bij het bos aankom. De bomen kijken je angstaanjagend na als je ze voorbij loopt. De takken kraken onder mijn voeten als ik over de zachte ondergrond loop. Op jagersvoeten kom ik bij de open plek aan. Midden op de boomloze grond staat een iets of iemand. De silhouet kijkt me aan. Ik veeg mijn zweethanden af aan mijn broek.
'Goed dat je gekomen bent.' begint een donkere stem. 'Je loopt namelijk gevaar.'
'Waar is oma.' breng ik uit.
'Niet hier,' zucht hij. 'Doe maar gewoon wat er op de briefjes staat, anders zie je haar echt nooit meer terug.'
Ik kijk op de klok, die geeft 21.00 uur aan. Ik moet zo gaan. Ik kleed me om en trek dan mijn jas aan. Rustig verlaat ik het appartement en loop de trappen af. Onderweg kom ik de buurman tegen die de krant leest bij de ingang van de flat. Ik knik hem gedag, hij knikt terug. Dan ga ik de parkeerplaats over en loop richting het bos.
Het is al donker besef ik om 21.30 uur al ik bij het bos aankom. De bomen kijken je angstaanjagend na als je ze voorbij loopt. De takken kraken onder mijn voeten als ik over de zachte ondergrond loop. Op jagersvoeten kom ik bij de open plek aan. Midden op de boomloze grond staat een iets of iemand. De silhouet kijkt me aan. Ik veeg mijn zweethanden af aan mijn broek.
'Goed dat je gekomen bent.' begint een donkere stem. 'Je loopt namelijk gevaar.'
'Waar is oma.' breng ik uit.
'Niet hier,' zucht hij. 'Doe maar gewoon wat er op de briefjes staat, anders zie je haar echt nooit meer terug.'
Reageer (1)
'hey meid' = renates sms naar mama haha
1 decennium geleden'dat arme mens'... hahaha wie zegt dat ze weinig geld heeft?
mwihihihi dit is leeuuuukk
snel verder met de vader in het anti-wintergesticht