Ohw!
Na wat wel een eeuwigheid leek was het lunchpauze. Een meisje dat Ona heet had gevraagd ofdat ik bij hen kwam zitten. Bij de tafel aangekomen zag ik dat Erik er ook bij was, lichtjes zuchtend neem ik de stoel naast hem aan, die hij achteruit had gezet. Ona kwam aan mijn andere kant zitten. Ze probeerden me allemaal geschokt te krijgen door de laatste roddels. Interesse: zero. In de plaats van te luisteren keek ik naar een scheur in de muur aan de andere kant van de cafetaria. ‘Jasper Cullen kijkt naar je. Hij heeft een rare blik in zijn ogen, alsof hij je kent.’ Hoor ik plotseling Ona zeggen. Mijn koude hart springt een beetje op van angst. Cullen? Jasper? Een nog groter vraagteken. Ze zullen nu wel al hebben gemerkt dat ik geen mens ben. Voor ik opkijk adem ik eerst diep in, wat niet zo’n goed plan is met al die zoete geuren rond mij. Mijn blik kruist die van een donkerblonde vampier met honingkleurige ogen. Zijn gezicht is me heel erg bekend. ‘Jasper!’zeg ik geschokt, een mensenoor kon mij niet horen. Zijn ogen worden groot van verbazing. Opeens springt hij recht, het meisje met een piekjeskapsel naast hem staat ook recht, maar hij duwt haar terug in haar stoel. Boos kijkt ze me aan. Jasper baant zich ondertussen al een weg naar buiten. Ook ik spring recht en volg hem. ‘Judy? Waar..’Hoor ik iemand nog vragen, maar mijn aandacht is ergens anders. Buiten gekomen zie ik Jasper het dichte bos aan de rand van de schooleigendom verdwijnen.
Uiteindelijk tref ik hem aan in een kleine open plek tussen de bomen. Jasper staat er doodstil, zijn ogen nog altijd groot van verrassing. ‘Judy? Ben jij dat echt?’’Oh, Jasper!’zeg ik opgelucht en vlieg op hem af om hem te omhelzen. ‘Ik heb je zo gemist.’ Zeggen we allebei tegelijk. Samen moeten we lachen. Na een tijdje houdt hij me op een armlengte afstand om me te bekijken. ‘Je bent niets veranderd.’ Ik draai met mijn ogen. ‘Ik ben een vampier, ik kan niet veranderen.’ Er verschijnt een grijns op zijn gezicht. Spontaan bij mij ook. ‘Wat doé jij hier.’ Weer tesamen. ‘Ik ben naar hier verhuisd. Ik kom van Noorwegen.’ ‘Noorwegen! En ik, uh, woon hier met mijn familie.’ Ik knik. ‘De Cullens.’’Kom, laten we terug gaan, Alice zal ongeduldig worden.’ Zegt hij een beetje ongemakkelijk.
Reageer (4)
verderrrrrr
1 decennium geledensuper!!
1 decennium geledensnle verder
ik neem een abo;)
x
snel verdeeer!
1 decennium geledenik neem een abo .
whow, snel verder! Ik neem een abo!
1 decennium geleden