[4]Livor
Hoofdstuk 4
"Seth?" Zeg ik verbaast, en Sander sist snel toe dat ik stil moet zijn, maar een paar wolven keken al onze kant op. "Wolven horen en zien alles! Shit, ze hebben ons gehoord." Zegt hij. Een paar wolven stormen op ons af, en transformeren allemaal in jongens. "wat moet dat hier, vuile weerwolven op ons terrein?" Zegt er een, de oudste van allemaal. "Ik kwam je je nieuwste lid brengen." Zegt Sander rustig. De jongens die net nog wolf waren barsten in lachen uit. "Er is al geen nieuw lid bijgekomen sinds tijden, en dat kon ook niet meer, sinds jouw soort onze halve roedel heeft uitgeschakeld. En trouwens, het is een meisje!" Zegt de oudste, en hij werpt een boze blik toe aan Sander, en balt zijn vuisten. "Maakt dat uit? En dat moest wel, jullie moorden de hele stad uit! We moesten wel een paar vermoorden, anders was de stad binnen no-time uitgeroeid." Zei Sander terug. "Wow jongens rustig, ik heb geen idee waar dit over gaat, kom er net achter dat er weerwolven bestaan, kunnen jullie me nu even uitleggen wat dit betekend?" Zei ik hard, zodat iedereen mijn kant op keek. "Mila, jouw vader weet je nog, hij was ook een menswolf. Harry Philipe." Zei Sander, ook tegen de rest van de aanwezigheid. "Is dat... Haar vader?" Zei een van de jongens, Seth. In zijn ogen zag ik schrik, hij herkende me. "Ja" Zeg ik. "Dus, jij bent ook een menswolf?" Vraagt Seth me. "Blijkbaar" Grijns ik. Zijn blik is nu gericht op Sander, "Oprotten! Weg van ons terrein!" Schreeuwt hij ons toe. Langzaam trekken we ons terug. "Wacht, meisje, jij blijft hier." Zegt de oudste tegen me. "Wat? Maar.." Zeg ik, maar zelfs Sander stemt toe. Ik kijk Sander wanhopig aan, maar die lijkt er geen probleem mee te hebben. Hij draait zich om, en loopt zonder om te kijken weg. Ik draai me om naar de menswolven. "Willen jullie me nu uitleggen wat dit is?!" Zeg ik boos. "Ja, rustig, kom mee, dan kunnen we je alles uitleggen." Zegt de oudste.
Ik liep met ze mee, en ookal kende ik ze nog maar net, ik had het gevoel dat ik ze al mijn hele leven kende. Zes mensen die in wolven konden veranderen, het leek tot nu toe onmogelijk. "Waar denk je aan?" Seth loopt opeens naast me. Ik kijk hem aan in zijn felblauwe ogen, zo bijzonder bij zwart haar en getinte huid. Zijn ogen, zijn mond, perfectie. "Nou, ik heb net te horen gekregen dat ik een wolf ofzoiets ben dus daar ben ik redelijk over aan het nadenken eigenlijk." Zeg ik droog terug. Seth lacht, "Snap ik. Ik snap dat je dit nogal verwarrend vind. Als je vader nog geleefd had had hij het je zelf laten zien. Maar het is vrij bijzonder dat je een meisje bent, die zijn zeldzaam." Zegt hij. "Zeldzaam? Wat is er mis mee? En trouwens, hoe kan het dan dat jullie.. eh... geboren worden?" Vraag ik. "Haha, de moeder hoeft geen menswolf te zijn. Jouw moeder is dat ook niet. Er zijn vast wel heel veel vrouwelijke wolven maar in onze groep is het nogal, tja, apart." Zegt hij terug.
"Wat Sander me vertelde.. Die jongen die net bij me was.." Begon ik, Seth's gezicht vertrok. "Die bloedvretende onbeheerste zak?" Zei hij. Ik slikte. "Die ja. We zijn al erg lang hele goede vrienden, en hij vertelde me dat, omdat menswolven en weerwolven niet de beste vrienden zijn, ik geen vrienden meer met hem kon zijn." Seth's blik verstijfde. "Waarom is hij vrienden met je geworden? Hij kende je vader, hij wist dat jullie een menswolven familie waren. Hij had beter geen vrienden kunnen worden." Zei Seth terug, en hij keek weer vooruit.
Er zijn nog geen reacties.