Chapter Eight.
Tom voelde een druk op zijn hele lichaam. Hij kon geen adem halen en hij zag helemaal niks. Hij voelde ook geen grond onder zijn voeten, maar hij voelde wel dat hij nog steeds de hand van Duvessa vast had. Hij wist niet of ze nog leefde of dat ze misschien wel dood was. Zachtjes kneep hij in haar hand en toen hij een kneep terug voelde trok hij Duvessa naar zich toe en sloeg een arm om haar. Wild trappelde ze beidde met hun vrije armen en voeten om naar lucht te zoeken. Ze konden echter geen lucht vinden en trappelde steeds harder en daarna weer zachter toen ze geen kracht meer hadden. Hun longen begonnen te branden en het leven vloeide uit hun lichamen. Toen ze beide bijna geen leven meer hadden, kwamen hun hoofden boven water uit en hapten ze naar lucht.
Een paar minuten lang bleven ze zo drijven, toen pas konden ze het opbrengen om naar de omgeving te kijken. Tom zag dat ze midden in een klein meertje lagen, naast het meer waren er alleen maar bomen zichtbaar. Het was donker en de sterren aan de hemel schenen zoals Tom ze nog nooit gezien had.
'Kom, we kunnen hier niet blijven drijven,' zei Duvessa. Ze begon te zwemmen naar een wit strandje aan het meer dat leek te schitteren door de maan. Tom volgde haar.
'Waar zouden we zijn?' vroeg hij zich hardop af.
'Ik zou het niet weten,' zei Duvessa.
Ze zwommen in stilte verder tot ze bij het strandje aankwamen. Ze sleepten zichzelf op het strand en vielen naast elkaar uitgeput neer. Ze lagen pas een paar seconde toen Tom iets in het water hoorde. Hij keek op en tuurde en zag eerst niets, het water was glad en weerspiegelde het licht van de maan, totdat twee donkere vormen het water hadden doorbroken. Ook Duvessa ging rechtop zitten en zag het. Ze hoorden eerst niks maar daarna kwam er een zacht gemompel. 'Zouden dat Liam en Beau zijn?' vroeg Tom.
'HEEY,' riep Duvessa. Tom gaf haar gelijk een corrigerende tik.
'Wat doe je,' siste hij 'Misschien zijn het hun wel helemaal niet.' Ze haalde haar schouders op en glimlachte.
'Wie zouden het anders moeten zijn?'
'TOM? DUVESSA?' riep Liam.
'JA HIERZO,' Tom zwaaide met zijn armen, besefte dat ze dat misschien niet zouden zien en haalde zijn aansteker uit zijn zak. Hij probeerde hem aan te steken, maar door het water deed hij het niet meer. Hij vloekte tegen het ding en gooide het vervolgens de bosjes in. Daarna begon hij te schreeuwen.
'ZIEN JULLIE ONS?' En hij begon weer te zwaaien met zijn armen.
'JA WE ZIEN JULLIE, WE KOMEN ERAAN,' riep Beau.
Langzaam kwamen de twee figuren dichterbij totdat ze dicht bij genoeg waren om ze te herkennen. Het tweetal sleepte zich ook uit het water en lieten zich vervolgens weer neervallen op het strand. Tom wachtte tot ze niet meer hijgde.
'Dus, waar zijn we?' vroeg hij. Liam ging rechtop zitten en keek met een opgetrokken wenkbrauw aan.
'Hoe moeten wij dat nou weer weten. Jullie zijn er langer dan ons hoor.'
'Ik kon het proberen toch. In ieder geval denk ik dat we ver van de bewoonde wereld zijn,'
'Dat kan je wel zeggen ja,' zei een bekende stem. Alle vier draaide ze zich om, richting een persoon in het donker gehuld. Het was de persoon die ze door de stad waren gevolgd. Degene kwam dichterbij en trok vervolgens de capuchon van het hoofd af.
'LYSANNE,' schreeuwde drie personen hard op. Behalve Beau.
'We dachten dat je dood was,' zei Tom.
'Waarom liet je ons denken dat je dood was?' zei hij er gelijk achteraan. Er ontsnapte een diepe zucht uit haar longen en ze ging naast Beau zitten. Zij leek in tegenstelling tot Tom, Liam en Duvessa totaal niet geschrokken.
'Ik dacht dat jij ze zou tegenhouden?' zei Lysanne tegen Beau.
'Ik zweer het je, ze waren niet te stoppen. Ik heb je nog een bericht gestuurd,' zei Beau. Lysanne haalde een apparaat uit haar lange mauw en kijk erop.
'Oh ja. Ik zie het. Een beetje laat niet?'
Tom, Liam en Duvessa konden er geen draad meer aan vastknopen en bleven stomverbaasd naar de twee kijken.
Reageer (2)
Ghehehe ^^
1 decennium geledenSnelverder?
Wat is er aan de hand?
1 decennium geleden