Foto bij 20|

Joy

Ik open mijn ogen. Wanneer ben ik in slaap gevallen? Ik kijk naast me en zie een kwijlende Eva slapen. Ik richt mijn blik weer naar boven. Wat een prachtige sterren. Mijn been tintelt. Even een stukje lopen. Ik sta op en spits mijn oren als ik wat uit het bos hoor komen. Ik loop er dreigend met mijn mes op af. Al snel zie ik Wodan uit de bosjes stappen. ‘Ik ben het maar.’ Hij steekt zijn handen in de lucht. Ik zucht en stop mijn mes weer terug in de houder. Ik loop langs hem heen het bos in. ‘En waar denk jij naar toe te gaan?’ Vraagt Wodan me. Ik geef hem geen antwoord. Ik hoor hem zuchten, maar hij volgt me wel. Ik draai me om. ‘Volg me niet.’ Zeg ik nors. Het onderhandelen met hem had hem nou niet echt in mijn “mensen die ik aardig vind”-lijstje gezet. Zijn eisen waren absurd. Maar we hadden een plan bedacht, uiteindelijk. Ik hoor na een tijdje geen voetstappen meer en haal opgelucht adem. Plots staat er een zwarte wolf voor me. Ugh. Dat had ik kunnen verwachten. Toch loop ik stug door, om de wolf heen natuurlijk. ‘Ga weg mafkees.’ Mompel ik. Dàt had ik beter niet kunnen doen. Een luide grom komt achter me vandaan. ‘Jaja, alpha manneke, ik hoor je.’ Ik blijf door lopen. Waar ga ik eigenlijk heen? De wolf sprint me voorbij en draait vlak voor me om. Zijn nagels laten krassen achter op het grove zand. Hij kijkt me grommend aan. ‘Serieus! Wat is er mis met je? Ik wil gewoon even alleen zijn ja?’ Ik sla mijn handen in de lucht. Wat is er mis met die jongen? Hij loopt rustig naar een boom toe, terwijl ik door loop. Ik hoop dat hij de niet-zo-stille hint begrepen heeft.

Na een uur is het al weer bijna volledig licht. De vogels fluiten en de bloemen gaan weer open. De natuur geeft ons energie. Als Élu is het heel belangrijk om in de natuur te zijn. Het weeshuis was daarom een ware hel. We hadden niet eens frisse lucht. Ik zwaai terug naar Eva die in de verte haar hand naar me opstak. Ook Rapunzel merkt me nu op en zwaait. Het verbaast me dat iedereen al wakker is. Sterker nog, het verbaast me dat iedereen wakker is en klaar is om te vertrekken. Ik zie dat de tassen zijn gepakt en de jongens flessen met water vullen. Heeft Wodan ze het plan al vertelt? Zonder mij? Wat een eikel.

Eva slaat een arm om me heen terwijl ze met de andere hand mij m’n tas aan geeft. ‘Zo jij ben lang weg geweest.’ Merkt Kevin op. Ik haal mijn schouders op. ‘Echt?’ Ik had niet echt op de tijd gelet. Eva knikt hevig. ‘Ik ben al zeker drie uur wakker en toen was je al weg.’ ‘Wat?! Ik dacht dat ik maar een uurtje weg was.’ Breng ik stamelend uit. Ik hoor achter me een lage lach. Wodan. Ik draai me niet om, dat plezier gun ik hem niet. ‘Weten jullie het plan al?’ Vraag ik aan Eva en Kevin. Ze schudden van niet. ‘Ik wou wachten tot dat jij erbij was. Anders zou je het me nooit vergeven.’ Fluistert Wodan van achter in mijn oor. Het bezorgt me kriebels, en niet het goede soort kriebels. ‘Dan ken je me toch beter dan ik dacht.’ Sis ik terug. ‘Cirkel!’ Roept Wodan en de jongens staan meteen in een cirkel. Eva, Rapunzel en ik lopen er rustig naar toe. Ik kan het natuurlijk niet laten om extra langzame stappen te zetten terwijl mijn blik op Wodan rust. Ik zie zijn hoofd roder worden van woede. Heerlijk. Waarom vermaak ik me toch zo als ik die jongen helemaal opgefokt krijg. Eva zend met iets door;

“Je vind hem leuk”

Reageer (3)

  • girltough

    Snel verderrrrr dit is echt leuk

    1 decennium geleden
  • xxJennyxx

    Haha die laaste zin geniaal snel verder

    1 decennium geleden
  • Fennec

    nice

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen