De 100e Hongerspelen - 215
“Hij heeft ze vermoord”, snikte Odette. “Hij heeft mijn zusjes vermoord!” Vania zweeg. Ze had Odette altijd simpelweg als een beroeps gezien. Een vreemde beroeps misschien, vriendelijk bijna. Maar nooit had ze eraan gedacht dat ook beroeps een familie hadden die ze misten, mensen om wie ze gaven, dat ze vaak heel wat meer gevoelens hadden dan ze toonden. En nu zat ze hier naast Odette, en ze begreep het.
“Daarom wou je niet dat Rue iets overkwam.”
“Ze moet het halen”, fluisterde Odette. “Het kan me niet schelen wat er met mij gebeurd, als dat meisje het maar haalt.”
“We proberen het met z’n allen te overleven, Odette”, zei Vania.
“Maar, hoe dan?”
“Er is een opstand bezig, als we het lang genoeg samen uithouden, halen ze ons hier uit.”
“Daarom werken jullie samen.” Odette veegde haar tranen weg. “Ik begreep het niet, met zo’n grote groep…” Ze zuchtte. “Ik had heus wel door dat er iets gaande was. Jij, Rue, en die gasten uit elf en twaalf. En die Seija die Rue meenam toen bij de hoorn, ik was zo opgelucht dat iemand haar redde. Maar die ene uit drie die er voor sprong toen Jillana dat mes naar Rue gooide. Waarom geeft hij zijn leven voor haar? Ik bedoel…”
“Het was niet alleen om haar”, zei Vania. “Het gaat erom dat in de eerste plaats Rue, Ian en ik levend die arena uit komen, om de opstand, om Snow te stoppen. Ze geven hun leven voor ons, die Dristan uit negen is er ook tussen gesprongen toen Adan mij aanviel. Maar niet alleen om ons te redden, voornamelijk om het Capitool uit te dagen, om te winnen, voor de opstand.” Vania schudde haar hoofd. “Soms ben ik blij dat ik uitverkoren ben, omdat Ian en ik de nieuwe ‘gedoemde geliefden’ zijn, maar toen Dristan…” Ze schudde haar hoofd.
“Moet raar zijn”, merkte Odette op. “Wij, beroeps, we zijn getraind om voor onszelf te zorgen, geen medelijden te hebben. We rekenen er niet op dat anderen ons helpen als we in de problemen komen.”
“Raar? Ik vond het vreselijk. Ik voel me zo schuldig.”
“Ik wou dat ik die gevoelens ook kende”, fluisterde Odette. “Maar de enige om wie ik echt geef, is mijn moeder. En kleine meisjes, maar…”
“Jullie beroeps zijn vreselijk”, mompelde Vania.
“Zo worden we getraind.”
Reageer (1)
wow super spannend snel verder!!
1 decennium geleden