Het eerste afspraakje

Ik word wakker en kijk op mijn mobiel. Het is half tien. Ik heb wat whatsappjes en open ze. Mn hart begint te kloppen.

Rein: Hey, al wakker?

Ik kijk eerst van wie ik nog meer een bericht heb.

Nils: hoe is het daar? Hoorde dat je met Rein gaat afspreken? (; doe je goed Nien.

Ik glimlach en typ wat terug.

Ik: haha wel prima, mooi huis, grote tuin + zwembad ^^ en ja klopt hihi, wordt vast leuk denk ik!

Ik heb nog wat appjes in de whapp groep van mijn oude klas maar die lees ik straks wel een keer. Nu eerst rein beantwoorden.

Ik: hey, ja net. Hoelaat spreken we af?
Rein: zeg jij het maar
Ik: zullen we elf uur doen?
Rein: is goed, elf uur sta ik voor je huis
Ik: oke, tot straks xx
Rein: doeii xx

Ik leg mijn telefoon weg en stap uit bed. Ik hoor papa nog snurken en ga bij hem liggen. Goedemorgen pap, lekker geslapen? En ik spring op hem. Hij kreunt, Nina ga van me af. Haha sorry pap, zullen we zo ontbijten? Ik ga om elf uur even de stad verkennen. Is goed, ga je alleen of zal ik meegaan? Ik red me wel in me eentje, zeg ik en ik loop naar de badkamer en neem een douche. Als ik klaar ben loop ik naar mijn kamer. Ik trek een broek uit de kast en een leuke blouse. ik kam mijn haar en ik doe wat mascara op. Als ik klaar ben loop ik naar beneden waar papa al aan tafel zit. Zo mooie meid, wat wil je op je brood? Vraagt ie. Ik red me wel hoor pap, zeg ik lachend en ik loop naar de koelkast om de kaas te pakken en schenk een glas melk in voor mezelf. Wil je ook wat? Vraag ik. Nee dankje, zegt papa en ik doe de koelkast dicht.
Als ik mijn brood opheb is het kwart voor elf. Nog een kwartier, denk ik en ik plaats een berichtje op facebook.

*gisteravond aangekomen in ons nieuwe huisje. Papa en ik gaan het hier fijn krijgen! Vandaag beetje de stad verkennen, en hopen op nieuwe vrienden..*

dat ik met Rein ga zet ik er maar niet bij. Ik loop naar boven om mijn allstars aan te doen en bekijk mezelf in de spiegel. Ik denk aan wat Nils zei toen we op bed lagen. “hij vind je een mooi meisje”. Ik lach. Langzaam loop ik naar beneden en kijk of die er al staat. Volgens mij niet. Ik loop naar de schuur en pak mijn fiets eruit. Ik rijd naar de voorkant en wacht daar op Rein. Ik ben benieuwd. Denk ik bij mezelf.

Rein komt aanfietsen en mijn hart maakt een klein sprongetje. Hij heeft me al eens eerder gezien, maar het voelt alsof dit de eerste keer is. We zijn allebei gespannen zo te zien, dus ik neem maar het initiatief. Hey, alles goed? Vraag ik. Hij stopt naast me en zegt, jazeker, en met jou? Hij glimlacht lief en even weet ik niks te zeggen. Euh, ja hoor, even wennen. Rein lacht, kom je mee? Vraagt ie lief en ik fiets achter hem aan.
We fietsen langs allemaal straten. Hij blijft staan bij een huis. Dit is mijn huis. Je mag wel even binnenkomen als je wilt? Vraagt ie. Ja lijkt me leuk! We zetten onze fietsen neer en lopen naar binnen. Zijn moeder zit op de bank een tijdschrift te lezen. Hoi mam, dit is Nina. Ze is hier nieuw. Hoi Nina, zegt de moeder van Rein. Hoi mevrouw. Rein’s moeder lacht. We gaan naar de keuken en Rein schenkt wat te drinken in. Ondertussen bekijk ik de foto’s aan de muur. Wat was je vroeger schattig. Zeg ik. Nu niet meer dan? Zegt Rein met een pruillipje. Jawel hoor, zeg ik en ik glimlach. Jawel? Dat is dus geen overtuigende ja, zegt Rein boos. Naja, hij probeert boos te kijken maar hij schiet in de lach. Ik lach ook en het voelt alsof we elkaar al vaker hebben gesproken.
Als ik Rein’s hele huis heb gezien gaan we verder fietsen. We gaan naar de stad, zegt Rein. Is dat ver? Vraag ik. Nee vanaf jou huis 5 minuten en vanaf die van mij 7. Dus mijn huis is heel dicht bij dat van jou? Vraag ik. Ja als je jou straat uitfietst dan moet je links en dan ben je bij mij, zegt Rein. Dan kunnen we samen naar school fietsen, lach ik en Rein lijkt het ook wel leuk te vinden. Goed idee! Zegt ie en we fietsen richting het dorp.