Namara Gaël Fyor

Het belletje van Susilla's kledingwinkel rinkelde zacht zodra ik de deur open had geduwd en mijn voeten over de drempel had gezet. De muffe geur die me tegemoet kwam, rook ik al niet eens meer; ik kwam hier dagelijks over de vloer en onderhand was ik de lucht dan ook wel gewend. Met grote passen liep ik door naar achteren, tussen de kleine, halflege kledingrekjes door richting de balie waar Susilla druk bezig was met wat papierwerk. Dat was waar ook – morgen kwamen ze weer en alles moest in orde zijn.
"Goedemorgen," glimlachte ik, wat me alleen een kort knikje opleverde.
Na al drie jaar bij haar in dienst te zijn, behandelde ze me altijd nog alsof ik een vreemdeling voor haar was en dat kon ik haar niet kwalijk nemen. Je moest immers altijd voorzichtig zijn, ook met de mensen die je dácht te kennen.
"Meneer Pasqual heeft gistermiddag een blouse gebracht die gemaakt moet worden, ik verwacht dat je daarmee begint vandaag," meldde Susilla zodra ik mijn jas achter op had gehangen en mijn mand op de grond neer had gezet.
Ik knikte glimlachend. Meneer Pasqual was een oude weduwnaar en woonde vlak bij bij en mijn vader Niclas in een huisje aan de rand van het bos. Het was een eenzame maar lieve man en ik vond het dan ook altijd fijn om een gesprek met hem aan te knopen als ik hem ergens tegen kwam – wat meestal de begraafplaats of zijn eigen voortuin was.
In mezelf neuriend legde ik de blouse achter op de tafel neer voor ik de benodigde spullen erbij pakte en op mijn gemakje aan de slag ging. Susilla's kledingwinkel was de enige kledingwinkel in Myrdhin en het was dan ook altijd druk; we moesten kleding repareren, maken en verkopen – het inkomen was dan ook erg goed, maar helaas hielden we nooit veel over zodra de mannen van Juliyan hun deel kwamen opeisen aan het einde van elke maand.
De tijd tikte langzaam voorbij en stiekem was ik opgelucht toen ik werd afgelost door Guerlain, de dochter van Susilla die hier net als haar moeder werkte. Ik ruimde mijn spullen op, trok mijn jas aan en wenste ze een fijne middag voor ik de winkel weer uitstapte, mijn mand stevig in mijn handen.
De kleine markt in het midden van Myrdhin was één van mijn favoriete plekken om te zijn. Ik vond het heerlijk om tussen de kraampjes door te lopen, het verse eten te bekijken en de kletsen met de mensen. Mijn favoriete persoon was zonder enige twijfel Staffan, een man van begin dertig die elke dag trouw op de markt stond, samen met zijn drie-jarige dochtertje Aliseá. Het was een prachtig meisje en ik vond het heerlijk om haar te verwennen – ook nu weer.
"Namara!" Het blonde kind glimlachte me opgewonden toe zodra ze me zag en zwaaide net zo lang met haar kleine handje tot ik uiteindelijk voor haar stond.
"Hey Aliseá. Staffan." Ik knikte de man vriendelijk toe en zakte door mijn knieën voor zijn dochtertje.
"Heb je weer wat bij je?"
"Natuurlijk heb ik weer wat bij me." Glimlachend haalde ik het kleine, houten paardje uit mijn mand en duwde ik deze bij het meisje in haar handen.
"Wauw, dankjewel, Namara." Met een grote glimlach op haar gezicht draaide ze zich om naar haar vader en liet ze vol trots zien wat ik nu weer voor haar had gemaakt, voor ze met het stukje hout onder de tafel dook.
"Je word er steeds beter in, Namara," complimenteerde Staffan me terwijl hij me twee kleine stukjes vlees toeschoof. "Hier, één extra voor je vandaag."
"Weet je het zeker?"
"Neem het maar. Je maakt Aliseá telkens weer zo blij," glimlachte hij me toe met glinsterende, bruine ogen.
"Ik doe het graag," meende ik terwijl ik het vlees in mijn mand legde. "Bedankt, Staffan."

Een extra stukje vlees betekende een dag minder zorgen over of we wel genoeg te eten zouden hebben die dag, bedacht ik me terwijl ik rustig door het bos terug naar huis liep. In de verte hoorde ik de zware bijlen van mijn vader en Levy in het hout terecht komen en glimlachend versnelde ik mijn pas iets. Al snel zag ik het tweetal door de bomen door op de grond plaats nemen en verbaasd trok ik een wenkbrauw op.
"Sinds wanneer houden jullie pauze?" vroeg ik grijnzend zodra ze me in de gaten hadden.
"Tja, Levy is niet echt in vorm de laatste tijd, dus we moesten wel stoppen," antwoordde Niclas.
Ik schoot in de lach bij het zien van de sprankeling in mijn vaders ogen en ook Levy's bulderende lach galmde door de omgeving heen.
"Wacht maar tot jullie ouder worden," bromde hij, haast onverstaanbaar, al was het duidelijk te merken dat hij het niet zo meende.
Lachend schudde ik mijn hoofd.
"Hoe was het vandaag, lieverd?"
Ik grinnikte zachtjes bij het zien van zijn knalrode gezicht. "Leuk hoor, heel gezellig weer!" loog ik soepel. Ik toverde een stralende glimlach tevoorschijn en stapte toen naar binnen, de koele ruimte in.



@gingercheeks

Reageer (2)

  • Kobyla

    Mooi geschreven!
    Snel verder!

    1 decennium geleden
  • grotesnork

    wáuw, echt weer geweldig geschreven <3

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen