Zoals altijd op de eerste dag van een nieuw schooljaar houdt elke leraar een welkomstpraatje en vervolgens een namenrondje waarbij iedereen zijn naam zegt en de leraar hem een aantal keer herhaalt en zegt dat hij zal proberen onze namen zo snel mogelijk te onthouden. Dit hele gedoe neemt een groot deel van de les in beslag dus van echt “les hebben” komt er niets. Tijdens het vijfde lesuur zit ik uit verveling wat uit het raam te staren maar als ik een pluk haar uit mijn gezicht strijk valt mijn blik op mijn onderarm. Er zit een blauw-paarse plek op in de vorm van een hand. Wat is dit nou? Het lijkt alsof iemand me keihard heeft geknepen of geslagen, wat niet zo is. Snel trek ik de mouw van mijn vestje eroverheen. Hopelijk heeft niemand het gezien. Straks denken ze nog dat ik thuis geslagen word!

De komende twee lesuren denk ik constant aan die blauwe plek. Isobel pakte me vanmorgen op die plek bij mijn arm vast om me mee te trekken. Maar dat was toch niet zo hard? In ieder geval niet zo hard dat het een blauwe plek zou kunnen achterlaten. Vreemd…

Als de bel voor het einde van de laatste les van die dag gaat, ga ik snel naar mijn kluisje om mijn boeken te wisselen. Ik wil zo snel mogelijk naar huis. Mijn moeder is verpleegkundige, misschien weet zij wat die blauwe plek is en hoe hij daar komt.

Ik doe mijn kluisje weer dicht en loop de hoek om naar dat van Isobel. “Hey”, zegt ze. “Wat ben jij snel klaar. Normaal moet ik op jou wachten”. “Ik wil gewoon snel naar huis”, zeg ik. “En? Ben je school nu alweer zat?” Lacht Isobel. “Het is pas de eerste dag hoor. Nog een heel jaar te gaan”. “Nee dat is het niet. Ik wil gewoon naar huis. Ik voel me niet zo lekker.” “Oke dan mevrouw. Uw wens is mijn bevel. Laten we dan maar snel gaan!” En Isobel loopt op een snel tempo de school uit. Ik heb moeite om haar bij te houden. “Kom je nog?” Zegt ze als ik ongeveer een meter achter haar loop. “Jaja ik kom eraan,” zeg ik en we lopen naar de fietsenstalling.

Op weg naar huis kletsen we wat over koetjes en kalfjes en even vergeet ik alles van vandaag. Dat verdrietige gevoel dat me vanmorgen overspoelde en de mysterieuze blauwe plek op mijn arm. Maar dan komen we bij het punt waar ik rechtsaf moet en Isobel linksaf. We zwaaien net zolang tot we elkaar niet meer kunnen zien en dan fiets ik rustig door naar mijn huis.

Ik zet mijn fiets in de garage en loop naar de voordeur. Ik graaf in mijn tas op zoek naar mijn huissleutel en net als hem eindelijk gevonden heb doet mijn moeder de deur open. “Dag schat! Kom snel naar binnen, ik heb thee gezet.” Dat is dus mijn moeder. Ze is altijd vrolijk en verwent mij en mijn broertje als we thuiskomen na een lange dag school. Ze gaat lachend door het leven en door haar word ik ook weer vrolijk. Ik trek mijn jas uit waardoor de mouwen van mijn vestje wat omhoogkruipen. “Imogen, wat is dat op je arm?!” Vraagt mijn moeder geschrokken als ze de grote blauwe plek op mijn arm ziet.

Reageer (2)

  • SaskiaHoran

    shit, Luus was me voor met haar reactie.

    MEH!

    oeoeoeh, wat is de blauwe plek? DAMDAMDAAAAAAM
    lolz (ja Luus, nu steel ik jouw woord) Imogen laat me echt aan jou denken qua omgeving :P, maar wie is dan Isobel...?
    tralalala, ik heb niks meer te vertellen, dus ga ik maar gewoon zeggen dat je snel verder moet schrijvennnnnn (ja, ik ga je wel dwingen, ik ben niet zo lief als Luus muhahaha)
    xxx Sas

    1 decennium geleden
  • BackToRed

    Dani, dit is echt heel erg mooi geschreven :') haha
    Nu ga ik weer eens heel cliché doen: SNEL VERDER.
    Nee, schrijf maar gewoon verder op je eigen tempo, het zou een beetje hypocritisch (spel ik dat goed.. idk) zijn van mij om dat te zeggen haha Ik bedoel maar, ik had al 3 weken niks geschreven.. DADADAMMM (ik gebruik saskia's woorden van het vorige hoofdstuk.)
    Sorry voor deze random reactie, maar je kent me. Ik ben nou eenmaal een beetje hyper/random.
    x
    Lucia (goh alsof je dat niet wist xd)

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen