Life's hard.
One great passion, two big loves and a huge problem.
“Girls, dit was echt de beste vakantie ooit.” Zuchtte ik, terwijl ik mijn spullen neerzette en regelrecht naar de bank liep. Ik was moe van de busreis. Merel, Anouk en ik waren net teruggekomen van onze vakantie naar Barcalona.
Om je even een idee te geven van hoe ik eruit zie: ik heb blond haar met slag erin, felblauwe ogen en mensen zeggen dat ik een lieve uitstraling heb. Zelf vind ik van niet, trouwens, maar zulke dingen kan je moeilijk over jezelf zeggen. Maar oké. Mijn haar is dus blond met slag erin, maar om eerlijk te zijn steil ik het elke dag. Eigenlijk heb ik best veel krullen, maar ik haat ze. Ik hou van krullen hoor, begrijp me niet verkeerd, maar mijn krullen zien er uit als een droge bos stro.
Mijn vriendinnen lijken totaal niet op elkaar qua uiterlijk, maar qua innerlijk zijn ze precies hetzelfde. Ze maken ook elkaars zinnen af, om het zo maar even te zeggen. Merel heeft hazelnoot bruine ogen en lang, steil haar. Ook blond. Ze heeft echt een heel lief gezichtje, maar dat mag niemand tegen haar zeggen aangezien ze dan nog wel eens kwaad kan worden. Anouk heeft donkerbruin haar met een pluk die ze bijna iedere week verft, van knalroze tot felblauw of welke kleur ze dan ook kan verzinnen. Anouk heeft hele mooie donkerbruine ogen, bijna zwart. Ik vind het echte Bambi-ogen, positief bedoeld.
We zijn met z'n drieën al bijna dertien jaar vriendinnen. Of we elkaar dan nooit zat worden? Nee. Om eerlijk te zijn hebben we zelfs nog bijna nooit ruzie gehad.
“Nou en of, en we hebben er ook nog eens een vriendje aan overgehouden, of niet, Roos?” Glimlachte Anouk.
Merel trok een pruillipje en ging naast me zitten. “Jullie wel ja, maar waarom valt er nou geen jongen op mij?”
“Je bent beeldschoon, Merel. Iederéén valt op jou. Je probleem is alleen dat je het woord ‘zoenen’ al eng vind.”
“Excuse me? Ik was anders wel de eerste van ons drieën die iemand zoende, hoor.”
“Ja, die barman he?”
“Nee, dat was toch zo’n enge vent?” Gruwelde ik.
“Pablo was niet eng!”
“Die man had etensresten in zijn baard, Merel. Maar het maakt mij echt niet uit hoor, als jij ‘m maar leuk–“
“Néé, dat was zijn vader. Pablo is die jongen met die bruine krulletjes.”
Ik keek Merel aan, en schoot in de lach. “Zijn vader? Sorry schat, dan neem ik alles terug. Die jongen was hot.”
Dankbaar knikte Merel, en ze zuchtte. “Zo jammer dat ‘ie geen woord Nederlands, of desnoods Engels sprak. Dan zou het best nog wel eens iets kunnen worden.”
“Roos, hoe ga je het nou eigenlijk doen met Mark? Ik bedoel, hij weet helemaal niet wat je in Barcalona hebt uitgespookt. Wanneer ga je het hem vertellen?”
Ik haalde mijn schouders op. “Niet, denk ik.”
Met opgeheven wenkbrauwen keken Anouk en Merel me aan, en tegelijk riepen ze: “Waarom niet?”
Ik haalde weer mijn schouders op. “Bij Mark voelde ik me al een tijdje niet meer zoals in het begin. Ik weet het niet, ik denk gewoon dat ik niet meer verliefd op hem ben. Iets wat ik wel had bij Roy.”
“Had?” Vroeg Merel op een sarcastische toon.
“Oke, dat gevoel héb ik bij hem. En ik kan ook niet wachten totdat ik hem weer zie. Ik ben zo blij dat hij niet zover weg woont.”
Anouks gezicht vertrok. “Dave woont in Barcalona zelf. Hem zie ik waarschijnlijk nooit meer.”
“Ik Pablo ook niet.” Zuchtte Merel.
Ik sloeg mijn armen om hen heen. “Ik snap mensen die zeggen dat liefde hard is.”
Op dat moment kreeg ik een sms’je. Van Mark.
Hi schatje, ben zo blij dat je er
weer bent. Over een half uurtje
in het park? X Mark. Love u.
Ik klapte mijn mobieltje dicht – ja ik heb een prehistorisch model.
“Keihard.” Zuchtte Merel, die over mijn schouder meekeek.
Het was rustig in het park. Een oude man liep met zijn hond de weg die hij drie keer per dag liep, twee meisjes speelde tikkertje en eenden liepen heen en weer tussen twee vijvers.
Ik zat op een bankje tegenover de eendenvijver. Op dit bankje had ik al zovaak gezeten. Op dit bankje was ik gaan zitten toen het net geschilderd was. Op dit bankje had ik Mark ontmoet, en voor het eerst met hem gezoend. En binnen een paar minuten zou dit ook het bankje zijn waar ik het had uitgemaakt.
Toen ik Mark aan zag komen fietsen, kreeg ik een vreemd gevoel in mijn maag. Geen vlinders, nee, zenuwen. Waarvoor? Ik had geen idee.
Hij gooide zijn fiets op de grond en rende de laatste paar meters naar me toe. Daarna omhelsde hij me. Man, hij had me echt gemist die twee weekjes.
Hij zoende me, en ik liet het maar even gebeuren. Ik durfde gewoon niet te zeggen dat we moesten praten. Ik durfde gewoon niet te zeggen dat het uit was. Ik durfde helemaal niets te zeggen.
“O Roosje, ik heb je zo gemist.”
Ik raapte alle moed bij elkaar. “Ik jou ook – maar we moeten praten.”
Mark pakte mijn hand vast. “Inderdaad, we moeten elkaar zóveel vertellen.”
Fuck, dit ging de verkeerde kant op. Hij begreep niet waar ik heen wilde.
Ik haalde diep adem. “Het is uit.”
Ik kon Marks uitdrukking niet ontcijferen. Was hij nou teleurgesteld, boos, verdrietig, geschockt?
“Ik heb een ander, en –“
“Nee, laat maar.” Onderbrak hij me. Het klonk verdrietig. “Zeg maar niets meer. Ze hadden dus toch gelijk.”
“Wie?”
Mark stond op en liep naar zijn fiets.
“Wie hadden gelijk, Mark?”
Mark keek me aan, en ik schrok van zijn blik. Furieus. “Mijn vríenden, Rosalinde. Mensen die je niet zomaar laten zitten voor een ander. Maar ja, daar kan jij niet over meepraten. Bitch. Veel plezier met je nieuwe vlam.”
Hij fietste weg.
Het leek me verstandig hem niet achterna te gaan, al had ik niets liever gewild. Het deed me pijn hem zo boos te zien.
Toen hij wegfietste, rolde er een traan over mijn wang. Twee jaar, drie maanden en zeventien dagen hadden we verkering gehad, zomaar, poef, weggegooid.
Ik keek naar de kringen die zich langzaam in het water vormden. Regen. Ik wilde opstaan, maar dwong mezelf te blijven zitten. Pas toen ik helemaal natgeregend was, pakte ik mijn fiets en fietste ik naar huis.
Een heel nieuw verhaal, weer met Taylor Lautner. Hope you'll enjoy this one. Ik ga voor één reactie, om maar eens mee te beginnen.
Reageer (1)