Enjoy and please leave a comment.

Ik zucht. Ik haatte dit deel van mijn bestaan, zoals vele eigenlijk. Maar ja, dit was onvermijdelijk. Noorwegen beviel me, maar het werd tijd dat ik verder ging. Ik was hier nu al 15 jaar. Er toeterde een auto buiten: mijn taxi is er. Ik klapte mijn laptop toe en stak hem in mijn grote handtas, ook mijn gsm en iPod gooide ik erbij. Zo, dat was het dan. Heel het huis was leeg. Stil loop ik door de lege kamers, ik zal het hier missen. Zuchtend sluit ik de deur achter me en steek de reserve sleutel onder de steen bij de deur. De makelaar weet hem wel te vinden. Voor ik in de auto stap, kijk ik nog eens naar het dichte bos, dat het kleine huisje omringt. In de verte hoor ik een groep herten passeren. ‘Here I come, America.’ Zeg ik zachtjes als de chauffeur met volle gas de oprijlaan afrijd, richting vliegveld. Ik had mijn oog laten vallen op de regenachtigste plek van Washington, dicht bij Seattle: het heette Forks. Het was een geschikte plek; ik kon er overdag buiten komen, er waren grote bossen en er is een school. Toen ik in de 15de eeuw werd veranderd, was ik 18 jaar. Ik kan er gemakkelijk uitgaan voor een 16-jarige. Ik ken vampiers in Alaska; Tanya en haar zusters. Ik had aan hen gevraagd of ze er nu en dan kon doorgaan als mijn moeder. Ik vertelde gewoon aan de school dat ze veel (erg veel) weg moest voor zaken. Niet dat die sukkels dat controleren. Maar toch voor het geval dat.
Het vliegveld: zoveel mensen lichamen met een zware koffer die hun gate proberen te vinden. Ik begon er met een zucht aan. Ik had mijn handtas aan mijn schouder hangen en een koffer in ieder hand. Een normaal meisje zou met gebogen rug zichzelf voortsleuren maar ik niet. Natuurlijk. Kracht zit bij het pakket. Na even te wachten zit ik dan eindelijk in het vliegtuig. Met mijn iPod in mijn oren maakte ik me klaar voor een lange reis.
Na eindeloos door het raampje te staren, begint het vliegtuig eindelijk te dalen. Na een halfuur staan we aan de grond en mogen we naar buiten. Met mijn iPod nog altijd in loop ik naar de aankomsthal. Ondanks de harde muziek, die door de oortjes knalt hoor ik iemand mijn naam roepen. ‘Judy!’ verbaasd kijk ik op, mijn blik kruist die van Tanya. ‘Tanya!’ roep ik verrast. Op menselijk tempo loop ik naar haar toe en omhels haar. ‘Wat doe jij hier?’ vraag ik verbaast als ik me losmaak uit onze omhelzing. ‘Nu ik je ouder ben, moet ik toch voor je zorgen?’zegt ze lachend. Ik lach met haar mee. Samen gaan we mijn koffers halen en lopen we naar de parking. ‘Kathy is bij de auto.’ Deelt Tanya mee. ‘Echt!?’Het deed me goed om vrienden te zien, ik ben al veel te lang alleen. ‘JUDY!’ In een flits staat een breedlachende Kathy voor me. ‘Het is zo fijn om jullie nog eens te zien.’
‘En? Moet ik nog iets weten voor ik in dat vergeten oord ga wonen?’ vraag ik terwijl de auto langs de groene bossen racet. ‘Uhm, eigenlijk wel, ja.’ Zegt Kathy. Het lijkt dat ze een beetje ongemakkelijk klinkt. ‘Er wonen nog vampiers in Forks. De Cullens.’ ‘Wat! Konden jullie dat misschien niet eerder zeggen? Ik wil geen onheil.’ ‘Nee, nee, dat zul je niet krijgen met ze. De Cullens zijn als familie voor ons.’Ik kijk Tanya aan met opgetrokken wenkbrauwen. Familie? Buiten Tanya’s familie dacht ik niet dat er nog zo’n covens waren. Ik kan nooit de band tussen bevoorbeeld Kathy en Tanya niet begrijpen. Ze zijn van dezelfde creator, bloedverwanten. Oh eigenlijk wel, maar.. dat is anders. ‘Waarom heb ik ze dan nooit ontmoet? Ik ben toch een tijdje bij jullie geweest? Vraag ik verbaasd. ‘Ze waren er toen nog niet, ze reizen zoals jij ook rond.’ ‘Met hoeveel zijn de Cullens?’Nieuwsgierigheid nu. ‘Zeven.’Zeven! ‘Weten ze dat ik kom?’ ‘Nee, maar ze zullen je echt geen kwaad doen voor je met hen gepraat hebt.’ ‘Ok.’ Dat stelde me maar half gerust. Maar ja. De rest van de rit wordt vooral gevuld met het gepraat van Kathy en Tanya.


(flower)

Reageer (2)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen