Foto bij 01|| I'm Jake Thrupp.

“The worst part of holding the memories is not the pain. It's the loneliness of it. Memories need to be shared.”

Ik zat op een steen achter ons huisje en tekende in mijn kladblok een gezicht. Niet zomaar een gezicht maar het gezicht van mijn geliefde moeder, die veel te vroeg bij me weggenomen was. Zo hield ik haar in leven. Om de zoveel tijd maakte ik een nieuw portret waarop ze een stukje ouder leek. Het was hopeloos gedrag en men zou me er vast over uitlachen maar het voelde alsof dit mijn plicht was. Zo zou mijn moeder toch ouder worden dan 33 jaar. Het was vandaag een typische hete Australische zomer dag. Hoewel ik in de schaduw zat en een short met tanktop droeg, liep het zweet me over mijn rug. De meeste mensen hadden nu vrij maar mijn vader was een stukje verderop hard aan het werk. Soms hielp ik hem mee, voor het gemak. Hoewel hij het naar mijn gevoel liever alleen deed. Dit was zijn manier van rouwen, dicht bij planten zijn, waar moeder zo van hield. En het belangrijkst, bezig zijn met iets, een vorm van afleiding. Ik vond niet veel afleiding. Ik had geen vrienden hier en ik kende voor de rest ook niemand. Mijn enige optie was dus rondhangen met mijn 6 jaar oude broertje. Jackie speelde elke dag buiten en hij leek er geen moeite mee te hebben om ….. te hebben verlaten. Ik wel, ik miste mijn normale alledaagse leventje. Afspreken met vrienden, mijn moeder die thuis op me wachtte met een glas frisdrank, Skipper uitlaten in het park, zwemmen en muziek maken. Hoe graag ik ook terug wilde en hoe vaak ik ook zou bidden, ik wist dat ik nooit meer terug kon naar mijn leven van anderhalf jaar geleden. Ik schrok op van hard gekraak en een klap. Ik sloeg mijn boekje dicht tegen mijn borst en sprong op. ‘’Hallo?’’ riep ik. ‘’Is daar iemand?’’ vroeg ik. Het bleef stil dus ik verwachtte dat het een dier was geweest tot ik een zacht gevloek hoorde. Ik liep voorzichtig om de bosjes heen en daar zag ik een zongebruinde gespierde jongen liggen. Hij had een lelijke wond op zijn ellenboog en twee meter verderop lag een gigantisch surfboard. ‘’Hey, gaat het?’’ vroeg ik de jongen. Hij kreunde. ‘’Kan niet beter.’’ Zijn hand vloog naar zijn ellenboog om de schade aan te voelen. Ik hield hem tegen omdat er allemaal zand in de wond zat en hij eerst ontsmet moest worden. ‘’Wacht, niet aanzitten er zit vuil op.’’ Hij beet op zijn lip. ‘’Auch.’’ zei hij. ‘’Volg mij maar, ik maak je wond wel even schoon.’’ Zwijgend liep de jongen achter me aan mijn huis in. Hij keek ongemakkelijk om zich heen. ‘’Ik weet het, het ziet er hier niet uit.’’ Mompelde ik. ‘’Ik vind het wel wat hebben eigenlijk.’’ Zei de jongen glimlachend. Ik lacht verbaasd. ‘’Vast.’’ Ik pakte de Jodium uit een kastje en zocht naar een pleister. ‘’Ik heet trouwens Jake. Jake Thrupp.’’ Zei hij. ‘’Aha, en wie is dat?’’ vroeg ik lachend. ‘’De vriend van Cody.’’ Er ging geen belletje bij me rinkelen. ‘’Simpson.’’ Nu snapt ik hem. Mijn vader was tuinman van de Simpsons. ‘’Oh, mijn vader is zijn tuinman.’’ Fluisterde ik. Hij knikte. ‘’Ik was onderweg naar hem om te gaan surfen. Denk je dat het slim is om met deze wond in de zoute zee te zwemmen?’’ zei hij. ‘’Nee.’’ Antwoordde ik. Ik pakte zijn arm en liet de jodium op zijn wond lopen.

Reageer (4)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen