06.
Ik ontvang een grijns van Chris. Hij is zò niet het vader type. Of ja, zo’n vader waarvan je alles mag, inclusief bungeejumpen. Hij slaat een arm om me heen. ‘Lach maar wat je wilt. Maar we zullen toch met een soort achtergrond verhaal moeten komen.’ Hij heeft een punt. Al snel rolt er een goed alibi uit. ‘Goed, ik ben je dochter uit je tweede huwelijk. Je had een affaire met de vrouw van de dominee, maar mijn moeder kwam daar dus achter. Ze hing zichzelf op en liet haar bezittingen over aan mij. Jij verkocht ze op de zwarte Chinese markt. Waardoor we stinkend rijk werden. Vervolgens kochten we de grootste boerderij die er bestond, maar die vloog een dag later in de fik. De dominee kwam nu achter de affaire en bleek achteraf degene die de boerderij in de brand stook. We werden het dorp uit verjaagd. We sloegen dus op de vlucht en kwamen we hier. Wat vind je daar van?’ Ik wiebel met mijn wenkbrauwen. Ik ben echt goed in dit soort dingen verzinnen. Ik ben gewoon gewel- ‘Wat een slecht plan.’ Onderbreekt Chris mijn trotse gedachtegang. ‘Hè, dat jij nou geen gevoel voor drama hebt.’ Ik schud zijn arm van mijn schouder af en loop met grote passen onder de poort door. Chris volgt me op de voet. ‘Naam en rede tot betreding.’ Zegt een jongen die plots voor mijn neus staat. Ik schat hem rond de twintig, maar door zijn ridderachtige kleding zou je hem al snel ouder geven. Ik kijk om naar Chris met een paniekerige blik. Wat nu?
‘Wij zijn Chris en Rosalie Hilders. Ze is mijn dochter. We zijn op weg naar Cadbury.’ Ratelt Chris. Cadbury? Wat is d- Ohjaaaa, dat had die oude man gezegd. De “bewaker” knikt en laat ons toetreden tot het dorpje. Zodra we langs zijn gelopen draai ik me nog een keer om. Vlug kijk ik weer naar voren. Die “bewaker” was me na aan het gluren. Jak, dat gebeurde dus ook al in de middeleeuwen. ‘Hij zag je wel zitten.’ Plaagt Chris me. ‘Ogh, hou op. Volgens mij keek hij naar jouw kontje hoor.’ Zeg ik voor de grap. Chris kan er gelukkig om lachen. Echt wel een toffe gozer is het. Ik wou dat hij echt m’n vader was. Alles is beter dan het stuk vlees dat zich nu mijn vader noemt. Ik kijk vol bewondering om me heen. Allerlei schots en scheve huisjes om me heen. Het zijn hele kleine huisjes, ze staan zo dicht op elkaar. ‘Mooi hè.’ Brengt Chris vol bewondering uit. ‘Prachtig.’ Het is niet alleen wat je ziet dat het zo bijzonder maakt. Je ruikt en voelt de sfeer. Men is vriendelijk. En ja, het stinkt er naar stront want de riolering is er zo goed als niet, maar je ruikt ook het vee, de bloemen, het vuur en de gezelligheid. Het is vreemd. Het is zelfs bijna alsof ik hier eerder ben geweest. Een klein meisje komt met uitgestoken handjes aangelopen. Ze bedelt. Ik wil haar zo graag iets geven. Ik voel in de zak van mijn jurk, leeg. Mijn haar zit in een staart. Misschien heeft ze iets aan mijn haarelastiek? Ik trek het eruit en bied het aan haar aan. Ze weet duidelijk niet wat ze ermee moet doen. Ik lach een beetje. Ik ga op mijn knieën zitten, maar ik ben nog steeds hoger dan haar. Ik neem haar langen haren en doe het in een staart. Met een schoon stukje van mijn jurk veeg ik de zwarte vegen van haar gezichtje af. Ze is nog zo jong, wat een schatje. Ze schenkt me de meest hartverwarmende glimlach voordat ze enthousiast terug rent naar haar moeder. Haar moeder geeft me ook een glimlach. Ik sta op en ga weer naar Chris toe. Hij staat met een hand in z’n zij me scheef aan te kijken. ‘Wat nou weer?’ Bijt ik hem toe. Hij grinnikt. ‘Ik dacht niet dat jij het vertroeteltype was.’ Ik rol met mijn ogen. Mannen.
Reageer (2)
Welke vader verbied bungjee-jumpen nou? Mijn vader zou alleen niet mee gaan (mijn opa wel maar die is helaas niet meer ) maar Chris lijkt me iemand die mee zou gaan
1 decennium geleden
1 decennium geledensnel verder please