Foto bij 14~

Ik weet niet wat ik erger vind. Het feit dat William zich zo schaamt dat hij door mij belachelijk te maken aan sociale vernedering probeert te ontsnappen. Of dat het eindelijk hardop is gezegd; ik ben de dorpsgek. Ik draai me weer op m’n zij en pak mijn grote boek van het kastje. Ik rol mezelf om, zodat ik op mijn buik lig. Ik sla het open, vandaag maar weer Vrouw Holle lezen. Het voelt alsof ik jaren niet meer in mijn boek gelezen heb. Ik heb het zo gemist. Ik mis het eigenlijk altijd. Het is alsof ik heimwee heb. Het constante gevoel van heimwee. Ik zucht en leg het boek weg. Waarom komen ze mij eigenlijk niet zoeken? Ik sla mijn boek dicht en leg hem weg. Gek genoeg voel ik me anders. Alsof ik, hmm, alsof ik mezelf ben? Ik sta op en kijk naar buiten. Ik doe mijn raam een stukje open, de frisse lucht vult mijn kamer. Heerlijk. Best maf dat ik sta te genieten om een beetje frisse lucht. Heel poëtisch hoor. Ik steek mijn hoofd het raam uit en kijk naar beneden. Mijn lange haren vallen langs mijn gezicht naar beneden zodat ik alleen nog een klein rondje kan zien. Ik knijp mijn ogen samen. Zie ik dat nou goed? Ik zet me met mijn handen af tegen mijn raam zodat ik naar achter veer. Ik draai me vlug om en ren de deur uit. De trap ben ik in drie seconde af en ik heb de voordeur open voordat ik het weet. Verbijstert sta ik te kijken naar het voorwerp dat voor me ligt.

Ik ga langzaam door mijn hurken. Het is alsof ik denk dat het ieder moment kan verdwijnen. Maar dat doet het niet. Ik pak het op en sta langzaam op. Mijn blik gefocust op wat er in mijn handen ligt. Ik ga weer terug naar binnen en loop weer naar boven. Ik doe extra voorzichtig op de trap. Het is zo breekbaar. Mijn deur sluit ik vlug. Niemand mag weten wat ik hier gevonden heb. Ik leg het op mijn kussen en trek een doos onder mijn bed vandaan. De kindertekeningen die in de doos liggen gooi ik eruit. Ik pak een oud T-shirt uit m’n kast en leg dat als bodem in de doos. Ik pak het op en leg het in de doos. Ik kan mijn ogen nog steeds niet geloven. Ik heb zojuist een glazen muiltje gevonden.

Ik schuif de doos onder mijn bed, ook leg ik er nog wat andere spullen voor. Dit is bewijs. Dit is bewijs dat het bestaat. Ik sla mijn grote boek open en zoek het sprookje Assepoester op. Zodra ik het heb gevonden worden mijn ogen groot van verbazing. Op het plaatje waar eerst een glazen muiltje stond, was nu een witte vlek. Ik ga met mijn vingers over de vlek heen. Hoe kan dit nu? Beneden gaat de bel, maar ik besteed er geen aandacht aan. Wat gek dit! Ik kijk naar de andere plaatjes. Die zijn er nog. Snel blader ik terug naar het plaatje van de weerwolf. Wat? Ook een witte vlek. Dat was er eerst nog niet. ‘Belle. Er staat iemand voor je aan de deur.’ Ik kijk op uit het boek. Wie kan er nou voor de deur staan voor mij?

Reageer (2)

  • Fennec

    Wtf O_o
    Monroe is zeker die wolf en uit het boek gekomen?
    Brace yourself, fairytales are comming!
    (to kidnap Belle)

    1 decennium geleden
  • Traitor

    Door het plaatje dacht ik dat ze die roos had gevonden.
    Whenever, how Dafuq is dat gebeurt? Die vlekken bedoel ik.

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen