Zwaardmeester - 10
“Wat doet het ertoe dat hij geen ridder is? Het enige dat telt is dat hij vandaag de beste is gebleken en dus de beste is om het land te verdedigen”, viel Henric uit tegen Boidin.
“Dat verandert nog niets aan het feit dat koning Nandono waarschijnlijk weigert te vechten met een schildknaap.”
“Dat is eenvoudig op te lossen, dunkt me,” zei koning Florentius, “Schildknaap, kniel.” Het volgende moment werd Wout tot ridder geslagen.
Die avond zat Wout in de tent voor zich uit te staren. Henric had alle bewonderaars kordaat weggestuurd.
“Hoe voel je je?” vroeg Henric.
“Ik weet het niet goed. Ik maak me vooral zorgen over thuis. Hoe zullen ze hierop reageren?”
“Zit je harder in over de reactie van je familie dan het komende tweegevecht?”
“Ja, het klinkt misschien vreemd, maar het is zo. Ik ben vertrokken zonder hen ook maar iets te zeggen en nu ben ik plots een ridder.”
“Ik had je beloofd dat ik je persoonlijk naar huis zou brengen, nietwaar? We vertrekken bij het eerste ochtendgloren. Ik zorg voor paarden.” Wout knikte. Henric liep de tent uit.
Wout mocht dan een zwaardmeester zijn, van paardrijden had hij geen kaas gegeten. Tegen de tijd dat ze bij zijn huis kwamen, deed alles pijn. Zijn broertje, Oswald, zag hem als eerste.
“Wout! Wout is terug!” schreeuwde de jongen uitgelaten. Onmiddellijk kwamen zijn ouders, zussen en broer het huis uit gerend. Ze bleven echter stokstijf staan toen ze ridder Henric zagen.
“Het is in orde”, stelde Wout hen gerust. Hij sprong van zijn paard en liep op zijn familie af. Oswald vloog in zijn armen.
“Ik heb je zo gemist. Waar heb je gezeten?” Wout wist niet hoe hij dat kon uitleggen zonder zijn familie te erg te doen schrikken.
Er zijn nog geen reacties.