Hoofdstuk 181
Yuna
Ik word wakker en zucht een keer. Dit is de tweede en laatste keer dat ik hoef te overnachten, als ik vandaag op tijd vertrek ben ik rond de avond thuis.
Langzaam sta ik op en kleed me om. Mijn tassen laat ik nog even staan en eerst loop ik naar beneden ik loop een zaal in waar verschillende elven aan het ontbijten zijn. Ik loop nadat ik wat brood en wat te drinken heb gepakt naar een leeg tafeltje in de hoek.
Met een zucht zet ik het bord neer op tafel en zak op een stoel, dat is toch even wennen om weer alleen aan een tafel te zitten. Ik schud mijn hoofd en eet door zodat ik weer verder kan.
Net voordat ik klaar ben kom in nog een paar bekende tegen.
Het zijn een paar meiden die ik ken en ze komen uit het dorp waar mijn ouders wonen. Als ze even bij me komen zitten raken we aan de praat, het gaat over van alles en nog wat. Maar na een tijdje komt het erop neer dat ze willen weten waarom ik ineens weg ben gegaan en hoe het zit met die vampier en natuurlijk ook of het waar is.
Ik leg het in het kort uit en als ze begrijpen dat ik en Aiden nu samen zijn kijken ze allebei een beetje raar en nemen ze afscheid terwijl ze weer opstaan en lopen daarna weg zonder dat ik kan antwoorden. Vreemd, normaal gesproken hadden we het heel leuk en gezellig. Ik ben toch niet ineens een heel ander persoon?
Ik besluit er niet over na te denken en loop terug naar mijn kamer om mijn tassen op te halen. Als ik dat gedaan heb lever in de sleutel weer in bij de balie en ga richting de stallen.
Als ik Xena eenmaal klaar heb leid ik haar naar buiten en stap op zodat we binnen de kortste keren weer in de lucht zitten. Zo vliegen we een hele lange tijd totdat het middag is en dan besluit ik even een korte pauze te houden.
We zoeken een beschutte plek op, aangezien het nogal warm is vandaag. Als we een beschutte plek hebben gevonden laat ik me tegen een van de bomen aanzakken en bedenk ik hoe ik vanavond moet beginnen als ik thuis voor de deur sta.
Ik kan moeilijk naar binnen lopen en daar aan tafel gaan zitten zonder dat er iets is gebeurd toch?
Ik besluit eerst maar af te wachten om te zien wat mijn ouders doen of zeggen. Ik ben ook benieuwd hoe het Aiden afgaat samen met Naur. Ik hoop dat hij zich niet boos maakt zodat hij iets doet waar hij later spijt van krijgt. Ik pak mijn kaarten erbij en zie dat het nog maar een klein stuk is naar huis. Ik voel me toch een beetje zenuwachtig worden terwijl ik eraan denk hoe het allemaal kan gaan als ik thuis ben.
Ik schrik uit mijn gedachten als Xena met haar neus tegen mijn arm stoot om aan te geven dat ze het zat is en dat ze verder wil. Ik grinnik een keer en raap mijn spullen weer bij elkaar.
Weer in de lucht lijkt de tijd snel te gaan en zie ik aan de horizon mijn oude thuis. Xena komt het allemaal bekent voor en vliegt dus in een bijna moordend tempo richting het bos. Eenmaal bij de rand aangekomen laat ze zich half vallend op de grond neer komen en lig ik er nog net niet naast. Het is overal vrij rustig en misschien komt het omdat het al donker begint te worden en de meeste elven zullen wel binnen in hun huis zijn.
Ik loop zo rustig mogelijk met Xena naar de stallen om die alvast af te zadelen, dan hoeft ze vandaag eigenlijk niks meer te doen. De rest van de draken staan al binnen en zijn blij om Xena weer te zien. Ook Xena vermaakt zich prima als ik haar op stal heb gezet.
Als ik dat na wat tijd te hebben gerekt heb gedaan loop ik de stallen uit en loop richting huis. Op de weg er naar toe kom ik niemand tegen en is alles stil. Ik loop het pad op richting onze voordeur waar ik even blijf aarzelen. Na een zucht klop ik op de deur die na een tijdje open wordt gedaan. Als mijn moeder me ziet trekt ze me naar binnen en druk me tegen zich aan.
‘Ik wist wel dat je nog een keer zou komen’ zucht ze opgelucht.
‘Ik heb jullie gemist’ zeg ik terwijl ik haar langzaam los laat.
‘Is Aiden er niet?’ vraagt ze als ik haar weer aankijk.
‘Nee, ik geloof niet dat dat goed komt, hij is naar zijn ouders gegaan om te kijken hoe het daar gaat’ leg ik uit.
Mijn vader is ondertussen achter moeder gaan staan en als we uit gepraat zijn drukt hij me tegen zich aan. Ik schrik er licht van maar het is gelukkig beter dan de laatste keer dat ik hier was.
Reageer (1)
Snel verder
1 decennium geleden