My collection
Een nieuw stukje.
Ik hoop dat jullie nog een beetje genieten van het verhaal aangezien ik niet echt weet waar ik ermee naartoe wil.
Nochtans heb ik al een geweldig einde geschreven
Enjoy!! Xx
Ik wil zo snel mogelijk naar huis. Ik kan me voorstellen dat Kai helemaal mee naar huis zou wandellen. Om dat te voorkomen besluit ik de bus te nemen, ook al is het maar voor één halte. Kai loopt nog mee naar de bushalte en blijft mee met mij op de bus wachten. Hij neemt straks de tram aan de nadere kant van het plein. Hij woont blijkbaar maar een klein half uur hier vandaan. Na een kleine tien minuutjes, die we in stilte doorbrengen, komt mijn bus er aan. “Ah, daar is mijn bus al.” Een beetje onhandig nemen we afscheid. “Nog bedankt voor het helpen bij de boodschappen en de oortjes.” Het is alleen maar netjes om iemand te bedanken als die iets voor je doet. Ook al heb je liever dat die uit je buurt blijft. “Is graag gedaan.”
Eindelijk geeft hij me de zak met boodschappen, die zwaarder is dan ik dacht. “Ik bel je snel.” Zegt hij, terwijl hij zijn nieuwe gsm nog eens laat zien. Ik knik even omdat ik niet weet hoe ik er anders op zou moeten reageren.
De busdeur opent vlak voor mij en iedereen die staat te wachten komt er meteen erop af. Ik wil snel de bus op stappen om te vermijden dat ik omgeven word door drammerige mensen. “Daag.” Zeg ik snel voor ik opstap en ga in een lege stoel zitten. Langzaam stroomt de bus vol met onbekenden. Als aasgieren vechtend voor een rottend stuk vlees, haasten ze zich om een zitplaats te bemachtigen. Een vader met een buggy komt de bus op gestapt. Het is een babymeisje, vredig slapend, zich niet bewust van de enge buitenwereld rondom haar. Zou ze aan het dromen zijn? Over een mooie plek, ergens ver hier vandaan?
De vader is lief en zacht voor zijn dochter. Hij let goed op haar dat ze het niet te warm of te koud heeft. Je ziet dat hij met een liefdevolle blik naar haar kijkt. Zo’n blik die alleen een vader kan schenken.
Ik mis mijn papa…
Vader en dochter stappen af aan dezelfde halte als ik. Met een pijnlijk gevoel in mijn borst kijk ik hen even na voor ik zelf weer verder ga. Hoe kan een dag die zo mooi begon zo vreselijk eindigen?
Wanneer ik alle boodschappen heb weg gelegd bel ik meteen Charlie op. Zoals altijd neemt ze binnen de vijf seconden op. “Ja?” Haar stem klinkt alsof ze nog maar net wakker is. Ik ben vrijwel zeker dat ik haar heb wakker gebeld. “Goedemorgen.” Zeg ik overdreven opgewekt. Ik weet dat ze er niet tegen kan als ze nog maar net wakker is. Ze heeft altijd een vreselijk ochtendhumeur. Aan de andere kant van de lijn hoor ik een beestachtig gegrom. Ik kan me perfect voorstellen wat voor gezicht Charlie erbij trekt. “Ik kwam Kai tegen.” Door de telefoon klinkt een hoge gil gevolgd door een lange stilte en een harde knal. “Charlie?” Vraag ik, maar in plaats van een antwoord klinkt het tuut geluidje. Ik vraag me af wat er gebeurde, waardoor ze heeft opgehangen. Ach, het is niet de eerste keer dat dit gebeurde, dus ik maak me er niet teveel zorgen over. In plaats daarvan ga ik naar boven met een kopje thee. Op de tweede verdieping, helemaal op het einde van de gang is een speciale kamer.
In de loop der jaren heeft mijn papa een hele hoop verschillende boeken verzameld. Literatuur, kookboeken, natuurboeken en boeken voor dummies, alle mogelijke soorten zijn hier in dit huis terug te vinden. Natuurlijk heb ik ook mijn steentje bijgedragen aan het uitbreiden van deze collectie. Al die boeken zijn terug te vinden in die éne kamer. De bijna drie meter hoge muren bestaan enkel uit boekenkasten, waarvan bijna de helft nog leeg zijn. Boek voor boek groeit onze collectie, plank voor plank wordt deze kamer gevuld met ongekende verhalen. Er is niets leukers dan een nieuw boek mee naar huis te kunnen nemen en die hier een plaats te kunnen geven.
Als ik de deur open tot deze kamer en begroet wordt door de geur van papier en inkt vergeet ik meteen al wat er is gebeurd vandaag. Twee ouderwetse eenpersoonszetels en een simpel klein tafeltje is al wat er in deze kamer staat op alle boeken na dan. We zaten hier bijna al onze vrije tijd samen te lezen, mijn papa en ik. Het leven was zo simpel in die tijd, zonder zorgen, zonder problemen, zonder verdriet. Het enige wat we nodig hadden was een kopje thee en een dekentje. Het moeilijkste was kiezen welk boek we zouden lezen.
Ik zet mijn kop thee neer op het tafeltje en kijk even door het raam naar buiten. Een winterlandschap van gebouwen voor zover het oog kan zien en een helder blauwe lucht zijn het decor voor deze scène. Langzaam loop ik langs de vele boeken en lees de titels één voor één op zoek naar dat éne boek mij zal smeken om hem te lezen. Iets zegt me dat ik de hoogt in moet om het juiste boek te kunnen vinden. Mijn papa zei altijd dat je nooit een boek moet beginnen lezen als je dat niet voor de volle honderd procent wilt. Een ladder die zo is vastgemaakt dat je ermee langs alle kasten kan schuiven zal me helpen het juiste boek te vinden. Ik had gelijk. Helemaal links op de bovenste plank ligt hij, mijn absolute lievelingsboek. Als ik de blauwe letters lees, die zijn naam verraadt, moet ik glimlachen. Dit is het boek dat ik nu wil lezen!
Voorzichtig leg ik het boek naast mijn kop thee op het tafeltje. Ik pak eerst een deken en nestel me comfortabel in de zachte zetel. Mijn haar wikkel ik in een rommelige dot zodat het niet in de weg kan zitten bij het lezen. Ik neem het boek bij mij op schoot en lees nogmaals zorgvuldig iedere letter die de titel beschrijft. De eerste pagina is altijd al mijn favoriete geweest en dan vooral de eerste zin ‘Er was eens…’.
De wereld om mij heen vervaagt en woorden komen tot leven in mijn verbeelding. Lezen is zoveel beter dan een film.
“Ik dacht al dat ik je hier zou vinden.” Klinkt een maar al te bekende stem. Ik lees eerst de laatste twee pagina’s van het hoofdstuk voor ik naar haar opkijk. Daar staat Charlie met een grote grijns in de deuropening. “Vertel.”
Reageer (1)
Haha, I knew it, snel verder!
1 decennium geleden