Chapter fourteen
'Denk jij dat ik hem nog een kans moet geven?,' vraag ik. Samen met Joel loop ik naar het paleis toe. Gelijk vanuit school zijn we weer naar Domino gereisd om onze nieuwe vrienden weer te zien. 'Denk je niet dat hij een beetje te ver is gegaan?' Ik hoor een vage klank in zijn stem die ik niet kan thuisbrengen. Ik zucht. 'Ik weet het, maar hij heeft gezegd dat het hem spijt....' Ik kijk even naar de grond. '..en ik denk dat ik hem nog leuk vind.' Ik hoor Joel zuchten. 'Wie vind je nog leuk?' Ik schrik op uit mijn gedachten als ik ineens haar stem hoor. 'Hey Sasha,' zeggen Joel en ik tegen haar. 'Maar serieus, wie vind je nog leuk? Joel? Of misschien Robin? Heb je gezien hoe hij laatst naar je keek?' Ze blijft maar doorpraten terwijl ik naar de grond blijf praten. 'Ik zal je wel een teken geven als Robin weer naar je kijkt dan kan jij het ook zien, want het valt best wel op.' 'Sasha wil je alsjeblieft even je mond houden,' zeg ik en kijk op recht in de ogen van Robin. 'H-hey Caitlin,' stamelt hij. Ik zie dat Sasha en Joel blikken wisselen met elkaar. Ik rol met mijn ogen. 'Hoi Robin, hoe gaat het met je?,' vraag ik vriendelijk. 'Goed, en met jou?' 'Ook goed hoor, een beetje een vreemde dag, maar goed,' zeg ik terwijl ik me al bedenk. Waarom zeg ik dit tegen hem. 'Hoezo vreemd,' vraagt hij. Ik zucht. 'Dat leg ik een andere keer wel uit, is dat goed?,' vraag ik terwijl ik even naar hem opkijk. Hij knikt en we lopen zwijgend verder tot we bij het kasteel zijn aangekomen.
Binnen worden we verwelkomt door de koning en koningin. 'Fijn jullie weer te zien. Hoe is het op aarde?' Ze kijken ons beide vragend aan. 'Goed, vandaag scheen de zon, maar vanavond gaat het volgens mij onweren,' zegt Joel. 'Dat is fijn om te horen. Robin heb jij vandaag misschien tijd om Caitlin en Joel rond te leiden hier op Domino?,' vraagt Marion aan hem. Hij krijgt gelijk weer een lach op zijn gezicht. 'Tuurlijk mam, ik zadel gelijk Meres, Alys en Ciel op zodat we zo weg kunnen.' Robin gaat gelijk naar buiten.
Nadat we een hele dag door Domino hebben gereden merk ik dat het al best wel donker word. 'Joel, misschien is het slim als we maar weer eens naar huis toe gaan, aangezien het hier al donker word,' zeg ik. Hij knikt instemmend. We brengen de paarden terug naar het kasteel en nemen afscheid van de koning en koningin. Joel en ik gebruiken onze ringen en zijn haast gelijk weer thuis. 'Hoe lang zijn we weg geweest?,' vraag ik terwijl ik naar hem kijk. Hij lacht even kort. Hij gaat op mijn bed zitten en kijkt me aan. '10 minuten,' zegt hij terwijl hij naar de grond kijkt. 'Dat is in elk geval al langer dan gister,' zeg ik om hem op te vrolijken. Ik ga naast hem zitten en leg mijn hoofd op zijn schouder. 'Caitlin,' hoor ik van beneden komen. 'Wat is er?,' vraag ik voorzichtig in de hoop dat mijn moeder niet naar boven komt. 'Er is hier iemand die je graag wil zien.' Ik merk dat Joel gelijk naar mij kijkt. 'Ik dacht dat je hier nog amper vrienden had gemaakt?,' vraagt hij. 'Dat klopt ook, alleen jij en Hunter. En Faya kan het niet zijn aangezien ik hier nog niet zo lang woon.' Ik ga op de grond zitten en denk even goed na. 'Mag hij naar boven komen?,' vraagt mijn moeder ineens na een tijdje stil geweest te zijn. Ik kijk Joel geschrokken aan. 'Dan is het dus Hunter. Snel, de kast,' zeg ik terwijl ik wat aan mijn kledingkast begin te sjorren. Joel gaat naast me staan en begint ook tegen de kast te duwen, zodat de poort naar Domino niet meer zichtbaar is. 'Gauw, ga naar je eigen huis, ik zeg straks wel wat er dan allemaal is gebeurt,' zeg ik tegen Joel en doe het raam voor hem open. 'Caitlin?' Ik kijk nog even gauw naar het raam. Joel is nog op het dak. 'Ja laat maar komen,' zeg ik terwijl ik bij het raam ga staan en het dicht doe. Ik voel 2 sterke armen om mijn middel heen. 'Boe,' zegt de persoon.
Reageer (2)
geniaal
1 decennium geledenSnel verder
1 decennium geleden