Grocery shopping
Ik had plotseling meer inspiratie voor andere verhalen.
Maar hier is nog eens een nieuw stukje.
Enjoy!! Xx
In volledige stilte lopen wij samen zij aan zij. Ik merk dat hij iets probeert te verzinnen om over te praten. Hij heeft zelfs al enkele keren aanstalten gemaakt om iets te zeggen, maar slikte zijn woorden telkens weer in. We waren al een kleine vijf minuten onderweg, wanneer hij dan een eerste vraag stelde en doet zijn best een gesprek op gang te houden. Ik antwoord altijd op zijn vragen, maar hou mijn antwoorden zo kort mogelijk en stel zelf nooit een vraag terug. Hij merkt al snel dat ik niet zo’n prater ben en neemt bijna het hele gesprek op zich. Bij iedere vraag vertelt hij ook wat over zichzelf. Niet overdreven veel, hij blijft bescheiden. Ook al lijkt het voor hem waarschijnlijk dat ik totaal niet geïnteresseerd ben, wat ook mijn bedoeling is, luister ik aandachtig naar ieder woord dat hij zegt. Na een tijdje begin ik me meer te ontspannen. Mijn antwoorden zijn iets langer en af en toe kan er zelfs een lachje van af. Hij vertelt me over iets dat gebeurde op dat éne feestje waar we elkaar voor de tweede keer zagen. Een vriend van hem die er ook bij was werd door een, volgens hem, over-sociale meid lastig gevallen op de dansvloer. “Ahja, ik denk dat ik hem toen heb gezien.” Verbaast kijkt hij me aan. “Echt?” “Ja, ik had medelijden met hem dus ging Emma hem helpen.” Zeg ik een beetje stiller dan eerst. Hij begint luidop te lachen. Zijn lach is aanstekelijk en hij krijgt er kuiltjes van in zijn wangen. Hij ziet er zorgeloos uit, ontspannen. Mooi.
In de winkel staat hij erop het mandje te dragen, maar dat laat ik niet gebeuren. Ik ben sneller en heb als eerste een mandje vast. Terwijl ik een pak appels in mijn mandje leg voel ik twee armen rond mijn middel sluiten. Voordat ik kan vragen wat dit te beteken heeft, tilt hij op en houdt me vast als een prinses. Ik verschiet van de plotse handeling en laat een klein gilletje wanneer hij me optilt. “Wat doe je?! Zet me neer!” Piep ik gepanikeerd. Hij doet niets, maar lacht enkel een beetje. “Ik zei toch dat ik het mandje ga dragen.” Op een vlot tempo loopt hij met mij in zijn armen door de winkel. Wat ik ook zeg of doe, hij zet me niet neer. “Oké, neem het mandje maar. Zet me nu alsjeblieft neer!” Roep ik bijna sprekend. Tot mijn grote ergernis blijft hij me vasthouden. “Ik weet het niet” Zegt hij met een lach. “Ik vind het wel leuk zo.” De andere mensen in de winkel zijn naar ons aan het staren. Wanneer ik dat besef begin ik meteen te blozen en verstop mezelf in mijn sjaal. De dikke wollen stof werkt goed om de starende blikken buiten te sluiten, maar het maakt me ook bewuster van Kai’s aanwezigheid. Zijn ademhaling, zijn handen die me aanraken, een lichte munt geur. Het is allemaal te echt en vooral te dichtbij! Kai vindt het duidelijk wel amusant. Hij lacht een beetje.
Na eventjes rond te wandelen stopt hij. Het kloppen van mijn hart is zo hard, dat het bijna pijn doet, zo nerveus ben ik in afwachting van wat hij gaat doen. Zachtjes laat hij me zakken tot ik weer op mijn eigen benen sta. Zijn arm is nog steeds om mij heen geslagen. Zonder tegenstribbelen laat ik hem het mandje uit mijn handen nemen.
“Je bent schattig als je bloost.” Fluistert hij zachtjes en dan is hij weg. Zijn hand, zijn geur, zijn aanwezigheid. Weg. Ik wil weten waar hij naartoe is gegaan en wat hij nu aan het doen is. De drang om het te willen weten is echter niet sterk genoeg om mij uit mijn simpele schuilplaats te krijgen. Ik luister naar wat er rond mij gebeurt. Ik hoor mensen praten, krakende verpakkingen, bakken die worden verschoven en irritante gepiep van de wieltjes van winkelwagens. Maar niets wijst op wat Kai mogelijk aan het doen is. Langzaam kijk ik over de boord van mijn sjaal. Kai is een beetje verderop naar groenten aan het kijken. Voor bijna vijf minuten is hij enkel gefocust op het uitzoeken van de groenten die op het lijstje staan. Geen enkel moment kijkt hij mij aan. Ik schrik wanneer hij uit zicht verdwijnt. Snel stap ik hem achterna, maar slecht enkele stapjes verder zie ik hem alweer staan. Hij is bij de volgende rij tomaten aan het uitkiezen en lacht wanneer hij mij ziet staan. Ik voel me opgelaten als ik hem zo zie lachen. Zo oprecht.
Ik blijf nog even om het hoekje staan kijken hoe hij zorgvuldig de mooiste tomaten uitkiest en voorzichtig in het mandje, dat hij perse wou dragen, legt. Langzaam stap ik naar hem toe, maar blijf toch op een kleine afstand van hem staan. Kai blijft rustig voortdoen met de boodschappen en schenkt verder geen aandacht meer aan mij. Ik weet niet wat ik moet doen. Hij zegt niets en kijkt me ook niet aan. Het enige wat hij doet is de boodschappen. Het begint me op mijn zenuwen te werken. Ik lijk net een verloren puppy door zo achter hem aan te lopen. Het geeft me wel de kans om hem grondig te bekijken. Zijn haar is redelijk kort en donkerbruin van kleur. Hij is lang, minstens één meter tachtig, heeft een mooi, licht gespierd lichaam en een licht getinte huidskleur. Met zijn uiterlijk moet hij wel populair zijn bij de dames, zeker met zo’n knap gezicht, perfecte lach en de prachtigste blauwe ogen die ik ooit heb gezien. Ik haat het om toe te geven, maar zijn uiterlijk is volledig mijn type. Frustrerend..
Een beetje afwezig blijf ik naar hem staren. Het klinkt misschien een beetje raar, maar ik vind hij heeft een prachtige rug. Op een gegeven moment heeft hij zijn jas uitgedaan. Doorheen zijn trui zie ik zijn spieren en iets wat ik enorm sexy vindt, zijn schouderbladen.
Ik ben wat verrast wanneer hij na een kwartiertje weer voor de eerste keer naar mij kijkt en tegen me praat. “Is er nog iets extra’s dat je moet hebben?” Hij heeft blijkbaar alle boodschappen op het lijstje al verzameld. “Nee.” Zeg ik snel. “Dat is alles.” Hij knikt en loopt dan richting de kassa. De kassierster is overdreven opvallend naar Kai aan het staren. Ik neem het haar niet kwalijk. Als je heel de dag verschillende gezichten ziet passeren, zal zo’n verschijning wel leuk zijn voor de verandering. Naar mijn gevoel duurde het net iets te lang voordat alles aan de kassa was afgerond. Uiteindelijk verlaten wij de winkel met een grote zak vol boodschappen en Kai weigert mij die te laten dragen. Omdat ik bang ben om weer uit te schuiven, wandel ik op een belachelijk traag tempo. Stiekem hoop ik dat Kai er geïrriteerd van zal worden en weg zal gaan. Toch blijft hij met een lichte glimlach naast me stappen. We praten niet en ik zal ook geen aanstalten maken om een conversatie te starten. Het is een comfortabele stilte en wanneer ik af en toe naar hem kijk toont hij altijd diezelfde oprechte glimlach. Hoe geraak ik in vredesnaam van hem af? Of misschien een nog belangrijkere vraag. Waar wandelen wij nu naartoe? Zonder het te beseffen heb ik me de hele tijd door hem laten leiden tot in de winkelstraat. “Ah, hier is het.” Meteen nadat hij dat gezegd heeft, loopt hij de winkel binnen. Ik twijfel of ik hem wel mee naar binnen moet volgen, maar hij heeft mijn boodschappen bij zich dus ik heb eigenlijk geen keuze. Het is pas wanneer ik binnen ben dat ik besef dat het een elektronica winkel is. Niet dat dat iets uitmaakt, al zou ik nu wel ineens nieuwe oortjes kunnen kopen. Ik kijk de hele winkel rond op zoek naar Kai, maar kan hem niet direct vinden. “Hey.” Klinkt er plots van achter mij. Ik schrik me rot en gil de longen uit mijn lijf. Kai begint meteen zich meteen uitgebreid te verontschuldigen. “Sorry, ik wou je echt niet laten schrikken.” Hij voelt zich er duidelijk slecht over, dat is te zien in zijn blik die bezorgd op mij gefocust is. Ik doe teken met mijn handen dat het niets is, maar moet toch even bekomen. “Kom, dan gaan we naar buiten.” Hij komt naast me staan en legt voorzichtig zijn hand op mijn onderrug om me naar buiten te begeleiden. Ik verstijf wanneer ik zijn aanraking voel. Hij heeft dat duidelijk ook gemerkt en trekt zijn hand weer weg. Toch blijft zijn arm op een centimeter van mijn lichaam achter mij om me voort te laten stappen. Buiten biedt hij nogmaals zijn excuses aan en voor ik hem kan zeggen dat het niet erg is, toont hij een gsm. “Kijk eens en ik heb jou nummer er als eerste ingezet.” Dit betekent dus dat hij nu mijn nummer en een werkende gsm heeft?! “Oh en dan nog iets.” Zegt hij terwijl hij een verpakking in mijn handen duwt. “Ter vervanging van de oortjes die ik heb kapot gemaakt.” Is zijn uitleg. Voor een seconde weet ik niet wat ik moet zeggen. Hij lacht eventjes en stopt het plastieken zakje, waar de oortjes in zaten, in zijn broekzak. “Geen zorgen, ze zijn ecologisch gemaakt, hebben een goede geluidskwaliteit en waren helemaal niet duur.”
Ik probeer de oortjes terug te geven maar hij steekt zijn handen in de lucht om duidelijk te maken dat hij ze niet terug zal aannemen. “Ik kan deze niet aannemen.” Mijn stem piept een beetje door de stress. “Ik zal er zelf wel kopen.” “Nee, ze zijn voor jou.” Zegt hij vastbesloten.
De oortjes hebben een roze kleur dus hij zal ze waarschijnlijk zelf niet willen gebruiken, veronderstel ik. Er is maar één andere oplossing die ik kan bedenken. “Hoeveel hebben ze gekost? Ik betaal je meteen terug.” Zeg ik terwijl ik al op zoek ben naar mijn portemonnee. “Nee, nee.” Zegt hij lachend, “Beschouw het als een extra verontschuldiging omdat ik je bijna een hartaanval bezorgde.”
Reageer (1)
Das ook chil, gloednieuwe oortjes van een random jongen op straat xd, snel verder!
1 decennium geleden