Foto bij 16|

Joy

Meteen vult het gevoel van spijt mijn lichaam. Shit. Maar ik wou dat hij het wist. Dat ik sterker ben dan hem. Hij is niets vergeleken met mij. Hij weet natuurlijk niet dat ik zowat ongetraind ben. Voor deze blik had ik het verteld. Mond open grote ogen. Een grinnik ontsnapt uit mijn mond. ‘Ja, dat had je niet verwacht hè?’ Ik kijk hem indringend aan. De weerwolven en vampieren stappen meer naar Wodan toe. Ha, die zijn bang. Ik hoor Eva’s gedachtes mijn hoofd vullen. Ze is niet heel blij met mijn actie. Begrijpelijk. Ik zucht weer. ‘Goed jongens. Als we toch eerlijk zijn. Jullie hoeven je geen zorgen te maken, want we zijn compleet ongetraind. We hebben bijna ons hele leven opgesloten gezeten in de mensen wereld. We zijn een paar dagen geleden ontsnapt.’ De jongens relaxen zich wat meer. Wodan stapt naar voren tot hij vlak voor mijn neus eindigt. Ik krijg echt de kriebels van die jongen, en niet op de goede manier. ‘Waarom zei je dat niet meteen?’ Ik kijk hem strak aan en laat mijn wenkbrauw omhoog komen. ‘Ja tuurlijk, het is heel handig om te zeggen dat je een Élu bent.’ Zeg ik sarcastisch. ‘Iedereen is bang voor ons.’ Vult Eva aan. Wodan schudt zijn hoofd. ‘Nee. Iedereen zoekt naar jullie.’

Dat slaat in als een bom. Zoeken onze ouders naar ons? Onze stam? Onze familie? ‘Jullie zijn compleet uitgestorven.’ Voegt Wodan er zachtjes aan toe. Uitgestorven? Hoe kan dat? ‘Nee.’ Zeg ik hard. ‘Dat kan niet.’ Zeg ik harder. Ik hoor Eva zachtjes naast me snikken. Ik schud eigenwijs mijn hoofd. ‘Jij zit gewoon me in de maling te nemen. Leuk hoor.’ Lieg ik. Ik weet dat hij de waarheid spreekt. Dat kunnen we zien. ‘Je weet dat ik de waarheid spreek.’ Hou je sterk, Joy. Hou je sterk voor Eva. Ik voel dat mijn onderlip zacht begint te trillen, ik bijt er hard op. De smaak van bloed vult mijn mond. Weer schud ik mijn hoofd. ‘Nee.’ Zeg ik voordat ik me omdraai en een paar stappen weg zet van de groep. Eva en ik, twee ongetrainde Élu, zijn de enige? Hoe kan dat? Iedereen kijkt op tegen ons. Ik laat mijn hoofd zakken, al mag een Élu geen zwakte tonen. Ik voel dat een paar vingers zich in de mijne haken. ‘Het komt goed.’ Wat is mijn zusje toch sterk. Ik schenk haar een glimlach. ‘Weet ik.’ Fluister ik terug.

Eva en ik blijven een poosje hand in hand over het water uitkijken. Ookal zijn we stil, toch hebben we een gesprek. Over hoe ik pap had gezien en gevoelt, misschien zwerft hij nog ergens rond. En over hoe we onze missie gaan veranderen. We gaan nog wel naar Avalon, maar niet om onze training te volgen. Nee, om andere Élu te zoeken. We komen tot de conclusie dat we er later op terug kunnen komen. Eerst van die jongens af, zend ik naar haar. We draaien ons om met een nep glimlach op onze gezichten. Op de grond zitten de jongens een beetje verveeld om zich heen te kijken. Dan merkt als eerste op dat we ons omgedraaid hebben. Hij tikt zijn tweelingbroer Tom aan, die Wodan weer aan tikt. De jongens staan op en lopen een paar passen richting ons. ‘We vinden het heel erg voor jullie.’ Brengt Kevin uit, en hij geeft mijn zusje een bemoedigende glimlach. Wodan zet een stap naar voren, zijn blik stak op mij gericht. ‘Maar we moeten nu eventjes zaken bespreken. We hebben een voorstel.’

Reageer (3)

  • xxJennyxx

    O spannend snel verder

    1 decennium geleden
  • Luckey

    Oke dat is echt erg!!!
    vertrouw dat voorstel nu al niet
    snel verder please ^^

    1 decennium geleden
  • Fennec

    Welk voorstel?

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen