07~
Mijn vader drukt op de bel. Het is een geluid dat diep door je ziel gaat. Een geluid waar je niet omheen kan. Een geluid dat je moet beantwoorden. Een geluid dat mij kippenvel bezorgt. Ik ontwijk een boze blik van mijn moeder. Ik weet dat als ik haar aan kijk ze het o-zo bekende gebaar maakt. Kin omhoog. Want we zijn “belangrijk”. Mijn vader is een machtig man in dit dorp. Hij is dan wel geen burgemeester maar zonder hem zou dit dorp nergens zijn. Hij houdt zich bezig met de bouw en de verkoop van panden in het dorp. Of tenminste zoiets. Je zou denken dat de dochter van deze machtige man wel aanzien zou hebben. Vrienden zou hebben. En zeker niet gepest en genegeerd zou worden. Maar zo werkt het dan weer niet. Want ik ben de dorpsgek.
De deur wordt geopend door de wat dikke burgemeester. Zijn pak jasje kan net met één knoop dicht en zijn witte overhemd eronder staat strak gespannen. Naast hem staat een slanke blonde vrouw, met knal rode lippen en een mager lachje. ‘Kom binnen.’ Verwelkomt de burgemeester mijn gezin. Net als onze hal is de vloer betegeld met zwart witte tegels, perfect voor een potje schaken. Ik trek de witte jas uit en een butler pakt hem aan. Zijn grote ogen staan angstig. Ik herken de blik, ik heb hem regelmatig. Bang om fouten te maken. Ik schenk hem een glimlach, hopend dat hij zich daardoor wat beter voelt. Mijn moeder is in gesprek met de vrouw en de burgemeester schudt nogmaals mijn vaders hand. Je kunt de bewondering in zijn ogen aflezen. Mijn vader, een machtig man. We komen de woonkamer binnen, waar alles rood is. De vloer, de meubels, de gordijnen en zelfs het servies op de rode salontafel. ‘U heeft een prachtig huis mevrouw.’ Lieg ik. Ik krijg een vriendelijke glimlach terug van de vrouw en mijn moeder geeft me een goedkeurend knikje. ‘Slijmbal.’ Wordt er plots in mijn oor gefluisterd. ‘Oh, dit is mijn zoon William. Is hij geen schatje?’ De jongen naast me ontvangt een knijpje in zijn wang van zijn moeder. Ik kan nog net een grinnik onderdrukken. ‘William geef iedereen eens een hand.’ Zegt zijn vader streng. Hij schudt alle handen en eindigt bij mij. ‘Sorry voor vanochtend.’ Vanochtend? Ik graaf terug in mijn geheugen tot ik weer bij deze ochtend aan kom. De boodschappen. Ja, dat is ook zo. Hij was een van hen. Hij was de lafaard.
Even later zitten we met zijn alle in de woonkamer. De heerlijke geur van thee vult mijn neus. Ik lik mijn lippen en kijk naar het kopje in mijn hand. Het is nog te warm om te drinken dus ik moet mijzelf nog even beheersen. Ik zit samen met William op een bank. ‘Zo, dus jullie zitten bij elkaar in de klas?’ Vraagt mijn moeder meer aan hem dan aan mij. Ik zie William in mijn ooghoek knikken. ‘En praten jullie dan ook wel eens?’ Vraagt zijn moeder terwijl ze mij aankijkt. Ik schud mijn hoofd. ‘Misschien moet daar eens verandering in komen.’ Stelt mijn moeder voor. Zijn moeder fluistert wat zachtjes in mijn moeders oor, die daar met een lachje op antwoord. ‘Als jullie nou eens samen wat zonnebloemolie gaan halen bij de buurtwinkel? Ik heb het nodig voor het eten vanavond, maar het is helemaal op.’ Zijn moeder liegt, dat zie je meteen. Het is ook overduidelijk dat dit een koppelactie is. Een koppelactie die gaat mislukken. Ik zie William op staan en mij vragend aankijken. Met pijn in mijn hart zet ik de heerlijke thee neer en neem ik zijn uitgestoken hand aan. De twee moeders hoor ik “aahww” zeggen, uit het zicht rol ik met mijn ogen. Zodra we uit het zicht zijn trek ik mijn hand uit de zijne. Hij geeft me mijn jas aan en even later lopen we zwijgend naast elkaar op de stoep. Dit gaat een raar tochtje worden.
Reageer (1)
Ach, William moet nog groeien. Hij komt er wel... ik mag hem
1 decennium geledenSnel verder!