De Begrafenis
Ik begrijp er niets meer van. Hoe kunnen alle mensen hier nu gewoonweg praten en lachen met elkaar ? Na alles wat er gebeurd is ? Ik kan de tranen nauwelijks binnenhouden, maar ik wil niet huilen of er breekbaar uitzien. Maar zou het niet normaal zijn dat ik nu al het water uit mijn lichaam zou huilen zodat iemand een troostende arm om mijn schouders zou plaatsen ?
Een tik op mijn bovenarm haalt me uit mijn gedachten. Het is een oude vrouw, waarschijnlijk weer één of andere nicht van één van mijn grootouders. Ik weet al meteen waarom ze naar me toe is gekomen. Het is niet om me te troosten, ze wilt me zeggen dat ze het heel erg vindt voor me, dat ik sterk moet zijn en al die onzin. Dat doen alle mensen hier vandaag, alsof ik niet zie in hun ogen dat het hen niets kan schelen.
De vrouw doet haar mond open om iets te zeggen, maar ik draai me met mijn rug naar haar toe en negeer haar. Ik ben al die onzin beu. Ik hoor de reactie van mijn ouders al als ze me op dit moment zouden zien: “We hebben je niet al die jaren opgevoed zodat je met elke gelegenheid de gevoelens van andere mensen zou kwetsen! Kom, schat, draai je weer om en geef mevrouw je verontschuldigingen!”
Ik voel de opkomende tranen in mijn ogen en probeer me te herpakken. Ik mag niet huilen, niet hier! Niet met al deze mensen om me heen. Nee, ik moet sterk zijn. Ik weet niet hoelang ik zo lig te piekeren, maar op een gegeven moment voel ik zachte, kleine handjes mijn arm vastpakken. Dit is iets dat ik niet mag negeren. Dit is iets dat ik niet wil negeren. Ik draai me om.
Rafaël, mijn 5-jarig kleine broertje kijkt me aan met zijn prachtige diepblauwe ogen. Hij heeft zo’n ogen waar je dagenlang naar zou kunnen kijken, maar vandaag zou ik veel liever wegkijken. Zijn ogen zijn vol met verse tranen die langs zijn roze wangetjes naar beneden glijden. Opeens voel ik een steek van pijn. Ik had hem niet allen mogen laten, niet nu hij me zoveel nodig heeft. Meestal is Rafa 1 van mijn prioriteiten, maar vandaag had ik zoveel in gedachten … wat is er met mij ? Ik wist niet dat ik zo egoïstisch was. Hij is het enige wat ik nog heb! Aauww, weer een pijnsteek. Vanaf nu zal ik er altijd voor hem zijn, ik zal ervoor zorgen dat hij weer gelukkig wordt, wat ik ook moet opgeven. Hij is zo klein. Zoveel pijn in zo’n klein lichaampje, is dat wel mogelijk ?
Ik kijk hem aan.
“Mamy zegt dat het tijd is om te vertrekken.” Hij lacht een beetje, maar zijn glimlach raakt zijn ogen niet.
Ik probeer terug te lachen, maar mijn mondhoeken lijken niet meer te kunnen bewegen, dus ik sta op en pak hem in mijn armen. Hij laat zijn hoofd op mijn schouder rusten en ik wandel door de zaal naar de deur, waar onze grootouders staan. Ze wenen niet, maar ik weet dat het ook voor hen heel moeilijk is. Misschien zou ik moeten proberen wat aardiger tegen hen te zijn. Ik hou heel veel van hen, maar na zaterdag kan ik me niet meer zo goed herinneren wat aardiger zijn eigenlijk inhoudt. Eigenlijk kan ik me niet zo veel herinneren, alleen dat mijn broertje er nog is, dat ik voor hem moet zorgen, en het geschreeuw, zoveel geschreeuw, schreeuwen van pijn … en dan een zwart gat.
Mijn opa geeft me een schouderklopje. Hij houdt de deur voor ons open en met zijn vieren stappen we naar de auto.
Reageer (2)
ooh kei lief danku
1 decennium geledenhey schat
1 decennium geledenjeeeeej je hebt geluisterd, je bent snel verder gegaan!
het is weer prachtig (zoals altijd) snel verder!!!!Damn de kudo knop werkt niet anders had j nu een kudo gekregen( ik probeer straks nog een keer hoor!)
xx