Foto bij 13|

Na een lange tijd toch weer een hoofdstukje (; Sorry voor het wachten!

Eva

Al mijn zorgen lijken weg te varen op het water. Het enige dat mijn hoofd vult is de kleur blauw. Het klinkt raar maar soms denk ik in kleuren. Nu is dat blauw. Ik spreid mijn armen en verplaats het gewicht weer naar mijn benen, waardoor ik weer recht op sta. Ik knijp mijn lange haren uit en schud ze nog eventjes. Als ik mijn ogen open, die had ik tot nu toe dicht gehouden, kijken twee rode ogen me nieuwsgierig aan. Ik spring met een klein gilletje een stukje achteruit. Water spettert om me heen en ik kan me nog net in evenwicht houden. De jongen met rode ogen stapt ook een stukje achteruit. Hij staat aan de rand van het water. Ik adem iets sneller dan normaal, door de schrik. Dan bedenk ik me dat ik in mijn ondergoed sta. Meteen probeer ik met mijn armen mijn boven lichaam te bedekken. De jongen grinnikt, maar blijft kijken. Wat een schoft. Ik kuch. ‘Mijn ogen zijn hier.’ Zeg ik sarcastisch terwijl ik naar mijn ogen wijs. Hij laat zijn ogen nog een keer over mijn lichaam glijden tot hij dan eindelijk me weer aankijkt. ‘Weet ik.’ Een mannelijke stem vult mijn oren. Hij is zeker weten al minimaal vijftien jaar. Mijn ogen schieten naar mijn kleding die een stukje verderop langs de waterkant liggen. Ik was dus blijkbaar een beetje met de stroming mee gevoerd. Voor ik het wist was de jongen heen en weer. Hij stond weer op de plek waar hij net stond, maar met mijn kleding. Hij was snel. Te snel. Zou hij net zoals mij zijn? ‘Je vraagt je vast af hoe ik dat doe.’ Zegt de jongen arrogant. Ik haal onverschillig mijn schouders op en loop op hem af. ‘Niet echt.’ Zeg ik hem terwijl ik mijn kleding uit zijn handen ruk. Ik kleed me snel aan en draai me dan weer om naar hem. Hij kijkt me aan met een verwarde blik. ‘Maar ik stond opeens met je kleding in mijn hand. Zomaar uit het niets.’ Het lijkt alsof hij me probeert uit te leggen waarom ik onder de indruk zou moeten zijn. ‘Niet. Je liep heen en weer.’ Hij kijkt me aan met een gezicht waarvan ik de emotie niet echt kan omschrijven. Boos of bang? Hij zet een stap achteruit. ‘Wat ben jij?’ Sist hij. Zijn iets wat vriendelijke uitstraling van daarnet is plots verdwenen. ‘Wat ben jij?’ Vraag ik hem. Hij schudt zijn hoofd, ‘Ik vroeg het eerst.’ Ik knik. ‘Ik ben anders. En jij?’ Vraag ik hem. ‘Dat is geen antwoord op mijn vraag. Nogmaals, wat ben jij.’ Shit, ehm. En nu? Ik maak een connectie met mijn zus en zend haar de situatie door. Ik krijg een antwoord terug, ze is onderweg. ‘Ik zeg het je pas als jij hebt gezegd wat je bent.’ Ik daag hem een beetje uit. Ik kan zien dat hij heel nieuwsgierig is, maar zou hij erin trappen? Hij zucht, duidelijk is hij in een oorlog met zichzelf. ‘Ik ben een vampier.’ Vampier? Nog nooit van gehoord. Heeft dat niet iets te maken met dieren? Of nee juist met planten? ‘En dat is?’ Vraag ik hem. Hij trekt een wenkbrauw op. ‘Je weet niet wat een vampier is?’ Op dat moment zie ik mijn zus op hem af rennen, met een enorme klap ligt hij meters verderop. Hij herstelt zich snel en staat al snel weer oog in oog met mijn zus. ‘Weg hier Eva.’ Roept mijn Joy. Ik doe wat ze zegt. Zij kan dit veel beter dan ik. Ik kijk nog een keer achterom, wat ik beter niet had kunnen doen. Op de grond ligt de jongen en mijn zus staat letterlijk op hem. Een pijl en boog is recht op zijn hoofd gericht. Ik hoor mijn zus nog wat dingen roepen tegen hem. Al snel ben ik bij Rapunzel, die snel haar armen om me heen slaat. Uit het niets barst ik in huilen uit, iets wat ik niet zo vaak doe. ‘Niet huilen, Eef.’ Rapunzel grijpt me nog steviger beet. Ik voel een klein handje over mijn gezicht gaan. En als ik mijn ogen open zie ik Tink mijn tranen weg vegen. Al snel gaat mijn gehuil over in gelach. Wie zou er niet lachen als een kleine pixie met twee handen een traan weg probeert te vegen en vervolgens helemaal doorweekt is?

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen