24. Same old again
Mijn benen droegen me voort en ik kon niet dankbaarder zijn. Bij elke stap dacht ik dat ik het zou begeven, maar toch deed ik dat niet. Ik wist niet waarom, maar nog meer afstand met mijn ouders had onze band alleen maar verslechterd. Zwijgend liepen we achter Victoria aan, de gang door en tenslotte door de schuifpui naar buiten. Ik bespeurde hoopvol de woonkamer onderweg, maar concludeerde teleurgesteld dat Tyler nergens te bekennen was. Olivia zag het, maar sloeg toen snel haar blik neer. Het voelde nog steeds ongemakkelijk na ons gesprek. En er was vooral de pijnlijke steek die ik het liefst heel ver weg zou parkeren die besefte dat er een kans was dat Olivia gelijk had. Het was een donkere en waarschijnlijk koude nacht. Gelukkig hoefde ik die niet te voelen. Net voorbij het grasveld, aan de bosrand draaide Victoria zich naar ons m. "Nu kan het nog, zou een van jullie zich willen veranderen?" Ik zag dat ze er moeite mee had, maar toch schudde Olivia haar hoofd. "Ik blijf bij haar." Ik knipperde mijn tranen weg. Jezus, ik was echt een emotioneel wrak de laatste tijd.
"Goed, dan mogen jullie alleen gaan." Daarmee klopte ze ons om beurten op onze schouders en liet ze ons in een flits alleen achter. Ik keek Olivia aan, bijna angstig. "Rustig maar, het is alleen maar voor een weekje. Dan kunnen we dit voorgoed achter ons laten." Ik werd rustig van haar stem.
"Het spijt me echt van net... Ik wilde niet..." Haar omhelzing onderbrak mijn woorden.
"We kunnen dit, oke? Niemand van ons gaat deze week veranderen of iemand aanvallen of wat dan ook. Dan hoeven we nooit meer naar huis." Ik hoorde haar stem trillen en wist dat ze er moeite mee had haar gezin te verlaten. Ik knikte. "Ze testen alleen maar onze beheersing en dan mogen we onze spullen pakken..." Ik wist niet wat ik haar en mezelf nou weer inpraatte, het zou een nachtmerrie worden. Het zou zeer waarschijnlijk een nachtmerrie worden. Ik zuchtte diep en draaide me naar de bosrand toe. "Let's go." Zei ik vastberaden. De rest van de weg liepen we zwijgend naast elkaar, maar nu was het niet meer uit omdat het ongemakkelijk was, maar omdat we ons mentaal voorbereidden. Het leek veel te snel te gaan toen we bij mijn huis aankwamen. Ik sloeg mijn armen om Olivia heen en zwaaide haar uit. Toen ze in het bos verdween meende ik het gejank van een wolf te horen en mijn mond verwrong zich in een zwakke glimlach. Ik draaide me naar de deur om en bedacht me toen dat ik helemaal niets bij had. Shit. Geen sleutels. Ik zuchtte. Dat werd inbreken en met de bus naar school. Met een blik op de oprit zag ik dat mijn ouders niet thuis waren. Wat een verassing. Ik rolde met mijn ogen, zuchtte en liep naar het stuk bos dat was afgebakend als onze achtertuin. Ik duwde de klink van de poort omlaag en gaf er een gefrustreerde trap tegen toen die niet openging. Lekker. Ik schrok van het gekraak dat aangaf dat de poort bijna uit zijn voegen viel en beet schuldbewust op mijn onderlip. Niet mijn schuld, dan hadden pap en mam maar gewoon thuis moeten zijn. En ik kon er zelf natuurlijk ook niets aan doen dat ik nu ongeveer een weerwolf was. Ik zou er natuurlijk nog eens tegen aan kunnen schoppen en kunnen proberen of de achterdeur wel open was, maar ik dacht niet dat iemand daar blij van werd. Nog eens ontsnapte er een diepe zucht uit mijn lippen, maar plotseling kreeg ik een ingeving. Vluchtig keek ik om me heen (wie zou hier nou zijn?), nam een aanloopje en sprong in een soepele beweging over het hoge hek heen, waarna ik gracieus op een voet en een knie op het kunstgras landde. Ik lachte, trots op deze actie. Ik bedoelde, ik was de minst sportieve persoon ter wereld en ik had het voor elkaar gekregen mijn moeders bloemen heel te laten. Glimlachend klopte ik mijn kleding af en liep door de achterdeur, die gelukkig wel open was, naar binnen. Het huis was leeg, donker en stil en ik kon de antieke klok (het lelijkste ding ooit) horen tikken. Zonder ergens rekening mee te houden, liep ik regelrecht naar de keuken en plunderde alle kastjes, laatjes en de koelkast leeg met al het eetbaars wat er maar te vinden was en stalde dat uit op de bijzettafel in de woonkamer voor de tv. Verveeld zapte ik alle zenders af, kwam uit bij de Titanic, bedacht me toen dat ik al genoeg gejankt had de afgelopen dagen en zette hem toen weer uit. Inmiddels was een groot deel van mijn proviand opgeraakt en had ik nog steeds honger. Pff... Hadden wij altijd van de vreetbuien? Wij... Dat klonk echt erg goed. Alsof ik ergens bij hoorde. Bij alle mensen die me lief waren. Ik stond op en liet me toen weer op de enorme bank vallen, puur uit de wetenschap dat die mensen nu niet bij me waren. Ik had Olivia uit moeten nodigen. Nee, die had de behoefte om haar familie te zien. Een steek van jaloezie doorboorde me. Oke, waar sloeg dat op? Ik mocht niet jaloers op haar zijn, dat was echt stom van me. Ik zuchtte nog eens en veegde geïrriteerd, boos bijna mijn tranen weg. Ik hoopte echt dat dit snel ophield en ik gewoon ongesteld moest worden, want als dit de hele tijd door zo zijn, zou ik een overdosis aan die pillen echt wel eens kunnen overwegen.
Reageer (1)
jeeh! weer een nieuw hoofdstukje!!!
1 decennium geleden