Foto bij Schrijfwedstrijd xSunshineee & Wrennah, Opdracht 4

The Hunger Games: 

'Ben je klaar?’ Vraagt mijn vader een tikkeltje geïrriteerd, boos kijk ik hem aan. 
‘Ja, ik ben bijna klaar. Waarom moet ik dit altijd weer doen.' mopper ik terwijl ik een elastiekje om het uiteinde van mijn vlecht wikkel. ‘Schat, niet zo zeuren. Je moet het zien als een eer en niet als een straf die ik je geef. Mensen zouden een moord doen ervoor en jij staat hier te mopperen?’ Roept mijn vader boos naar me. Ik kijk er niet van op, ik loop recht langs hem heen richting de privéjet die op staat te wachten die ons naar één van de twaalf districten zou brengen. Achter me hoor ik mijn vader nog zuchten. Hij mag zuchten wat hij wilt, maar ik hoef al deze luxe niet en zeker niet als ik weet dat er mensen niet ver hier vandaan sterven van de honger. Nee, dan hoef ik die privéjet niet dan vindt ik het ook goed om met de auto te gaan. Dan hoef ik niet dat extra lekkere toetje die kan ik wel missen, ik ga niet dood als ik het niet eet. Maar mensen niet ver hier vandaan gaan wel dood als ze niet dat ene hapje eten krijgen die ze nodig hebben. En dan deze mensen elkaar laten vermoorden alsof ze beesten zijn? Dat vindt ik gewoon niet kunnen. Mensen hier zouden vinden dat ik opstandig ben dat ik een ondankbaar kreng ben. Ik ben niet ondankbaar alleen wil ik ook het beste voor andere. Mensen zeggen dat ze het verdienen dat ze het er zelf naar hebben gemaakt. Ik geloof er eigenlijk niet veel van.

Met de bewaking achter me loop ik langs alle mensen van district twaalf. Ze kijken me allemaal smekend aan of ik ze kan redden. Als ik het kon zou ik het doen, maar jammer genoeg heb ik nog nooit hiervoor een oplossing gevonden. Ik word naar de achterkant van het “podium” geleid, mijn vader loopt achter ons aan. 
‘Schat, denk aan wat ik gezegd heb en zie het als een eer en niet als een straf.' Helpt mijn vader me herinneren. Een zucht verlaat mijn mond, waarom dringt hij ook altijd zo aan. Zonder dat ik nog iets anders kan zeggen word ik het podium op geduwd door mijn vader. Daar sta ik dan voor een paar honderd mensen waarvan ik straks twee moet uitkiezen die dit jaar mee moeten doen aan de Hunger Games. Ik haat het, mijn vader had gezegd dat het geweldig voor me zou zijn dat mijn naam dan bekend kan worden. Dat mensen me dan zouden herkennen, maar wil ik wel herkend worden op die manier? Ik wil niet herkend worden als degene die twee personen een soort van de dood in heeft gejaagd. Er wordt achter me gekucht wat me weer terug brengt in de realiteit. Ik moest twee mensen “uitkiezen” eigenlijk stond het al vast voordat iedereen was ingeschreven. Dat was het oneerlijke van alles, mijn vader weet wie de “gelukkige” zijn. Alleen ik mag het niet van hem weten bang dat ik mijn mond voorbij praat. Ik zou er ook alles aan doen om ze tegen te houden als ik het wist. Weer hoor ik gekuch achter me, nu moet ik echt beginnen. Mijn vader had me een tekst gegeven om uit mijn hoofd te leren, ik had hem gezegd dat ik het gedaan had. Eigenlijk heb ik het niet gedaan, ik ga mezelf niet voordoen als iemand die ik niet ben. Ik ga niet nep blij doen dat ik dit jaar de “Gelukkige” mag uitkiezen. Nee, zo ben ik niet. Dat ben ik niet. ‘Hallo allemaal, op deze niet zo’n geweldige dag. Ik heb betere dagen in mijn leven mee gemaakt en dat komt niet dat ik jullie zie. Dat zou een van mijn gelukkigste dagen moeten zijn, maar omdat ik twee van jullie naar de hel moet sturen. Wat ik eigenlijk helemaal niet wil. Ik kan hier helemaal blij gaan doen, maar daar heb ik geen zin in en zo ben ik niet. Daarom deze een beetje vreemde toespraak, maar we zullen snel beginnen zodat jullie niet lang in spanning hoeven te zitten.’ Ik loop naar de twee bollen toe die voor me staan. Ik weet dat mijn vader me het liefst nu de nek omdraait, ik zet hem voor schud voor onze het hele Capital. Hij heeft pech, ik doe wat ik wil. Ik ben wie ik ben en als hij zich voor schaamt, veel succes dan nog veder. 
‘We doen voor de verandering eerst de jongens.’ Een zucht hoor ik achter me, ik weet dat mijn vader zich nu letterlijk voor zijn kop slaat. Zijn eigen en enige dochter zet hem voorschut, hij heeft het er zelf naar gemaakt. De belangrijkste regel: Altijd eerste de meisjes en daarna de jongens. Ik loop naar de meest rechtse bol toe, ik steek langzaam mijn hand in de bol en pak “willekeurig” een kaartje eruit. Het maakt toch niet uit welke ik pak, er staat toch overal dezelfde naam op. Ik heb een spier wit blaadje vast, voorzichtig vouw ik het open. Ik haal een diepe adem teug en lees de naam op. 'Stan Cornelis Smith.' Een jongen van ongeveer 1.80 loopt richting het podium, hij heeft blond haar en diep blauwe ogen. Zijn haar zit iets in de war, waarschijnlijk komt hij niet officieel uit dit district of hij heeft gewoon rijke ouders. Het is waarschijnlijk het laatste, want hij komt met een te grote grijns het podium opgelopen. Ik walg ervan, hoe blij mensen hier mee kunnen zijn. Gekozen worden voor de Hunger Games, geweldig. Ik geef hem beleefd een hand en ga weer veder.‘Nu de meisjes en dan zijn we er gelukkig vanaf.' Ik loop dit keer naar de linker kant van het podium waar de bol voor de meisjes staat. Ik kijk de open ruimte rond, iedereen staart me aan vol spanning, niemand wilt zijn kind kwijt raken. De jongste meisjes staan vooraan dichtbij het podium, ze kijken me allemaal angstig aan. Bang dat zij gekozen worden een knoop vormt zich in mijn maag. Angstig steek ik mijn hand in de bol, terwijl ik weer een spier wit papiertje eruit trek. Alstublieft God, laat het geen jong meisje zijn. Bid ik. Voorzichtig vouw ik het blaadje open en lees de naam voor. 
‘Jennifer Elizabeth Clark’ Meteen kijk ik de ruimte in op een teken wie het zou zijn. Een meisje helemaal vooraan kijkt me met grote ogen aan. Nee, dat mag niet. Het meisje begint zachtjes te snikken. Ze wordt ruw door de bewaking van haar plek afgerukt en het podium opgeduwd, meteen neem ik het meisje in mijn armen en geef haar een knuffel. Wat meteen een afkeurend gesnuif van achteren oplevert, maar ik laat het. Je kunt toch niet zo’n jong meisje laten mee doen. Zijn ze helemaal gek geworden? Ze is net tien jaar en dan laten mee doen aan de Hunger Games? 
‘Gaat het weer een beetje?’ Vraag ik aan het meisje. Ze knikt een beetje, waarschijnlijk gaat het niet. Ze heeft net te horen gekregen dat ze mee moet doen aan de Hunger Games en ze is nog maar pas tien. Die leeftijd schat ik in anders mag ze niet mee doen en ze ziet er te jong uit om ouder te zijn. ‘Ik zou je het liefst beloven dat alles goed gaat komen, maar jammer genoeg kan ik dat niet. Jammer genoeg kan ik niet voor jou in de plaats gaan, maar als ik dat zou kunnen zou ik het gedaan hebben.' Beloof ik het meisje dat voor me staat. Na mijn woorden te hebben uitgesproken is het helemaal stil. 
'Als je zo graag bij deze mensen wil zijn dan mag je dat doen hoor, je bent mijn dochter niet meer. Je kan staan en gaan waar je wilt. Ik ga hier weg.' Met deze kille woorden zie ik mijn eigen vader weg lopen.
'Ik ben er blij mee dat jij, een barbaar die het liefst mensen elkaar ziet vermoorden, mijn vader niet meer bent.' Schreeuw ik hem na. Het meisje dat nog steeds naast me staat barst weer in tranen uit, iedereen is muisstil.
‘Het komt wel goed.' Zeg ik terwijl ik over haar rug heen wrijf om haar te troosten. ‘Het komt wel goed.’ Mompel ik nu meer tegen mezelf, alleen geloof ik er geen woord van.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen