A ranger/traitor 124
De man op de bok die het probleem ook had opgemerkt liet zijn ossen stilhouden.
“Laat mij het woord maar voeren,” zei Sean. Halt knikte. Hij was al zo lang uit Hibernia weg dat als de boeren hem zouden horen praten, ze zouden weten dat hij een buitenlander was. Sean ging rustig naar voren.
“Goedenavond,” zei Sean. De boer nam hen argwanend op. Toen hij er zeker van was dat Sean niet in woede zou ontsteken door het oponthoud dat hij bezorgde, gaf hij antwoord.
“Goedenavond.”
“Wat brengt jullie hier?”
“We gaan weg bij de kust, daar is het niet langer veilig, dat moeten jullie al wel gehoord hebben.”
“Ja dat hebben we.” De boer fronste. Het was duidelijk dat hij zich afvroeg waarom ze dan op weg naar de kust waren. Sean beantwoordde zijn onuitgesproken vraag.
“We zijn op weg naar familie daar, om hen mee te nemen naar het binnenland, waar het veilig is.”
“Dat is verstandig.”
“Daarom dat we het ook doen.” Sean glimlachte geforceerd. Wat helemaal bij de situatie paste. Blijkbaar moest je als koning van Clonmel ook een goed toneelspeler zijn. “Maar nu moeten we nog een oplossing zien te vinden voor ons probleempje, lijkt me.” De boer knikte en keek om zich heen. Aan de uitdrukking op zijn gezicht te zien, wist hij niet hoe ze dit konden oplossen.
“Ik denk dat het het beste is als we gewoon de wand op klauteren.” Sean keek goed om zich heen. Het zou geen gemakkelijke klus worden, dus konden ze maar beter de meest geschikte plek zoeken.
“Daar”, wees Halt. Een woord durfde hij nog wel te zeggen. Sean keek in de aangewezen richting. Het leek daar net iets minder stijl te zijn dan op andere plaatsen.
“Goed dan proberen we het daar.”
Reageer (3)
Succes met je examens! Ik zal aan je denken. Denk eraan: je kunt het! Eigenlijk zijn die examens niets aan.
1 decennium geledenSnel verder please!!!!!
1 decennium geledenheel slim, die Sean, een goede koning
1 decennium geleden