Mayena

Ik sprong bijna meteen weer op. Natuurlijk werd ik opnieuw geslagen, maar dit keer was ik er op voorbereid. Ik viel niet meer op de grond.
'Waar is Jeremy?,' vroeg ik opnieuw. De vreemdeling antwoordde niet. 'Kun je eigenlijk wel praten?,' vroeg ik sarcastisch. Hij knikte.
'Wie ben je?' daar antwoordde hij weer niet op. Hij knikte alleen. Daarna deed hij een schijnbeweging naar rechts, en viel me aan de linkerkant aan.
Hij bewoog een beetje als een kat. Net als de oude kat van mijn buren had hij ook gele ogen.
Zo ging het een poosje door, maar aan het eind had ik het gevecht gewonnen.
'Waar is Jeremy?' vroeg ik opnieuw. Dit keer gaf hij wel antwoord. 'Hij is gevangen genomen.' hij had een hele rare hoge stem. 'Door wie?' snauwde ik.
'Door mijn meesteres, Mayena.' hij bibberde. 'Waar zijn ze?' vroeg ik. Waarom moest ik alles eerst vragen. Hij kon het toch ook gewoon in een keer vertellen...
'Ze zijn in het Gammongebergte. Als je daar wilt komen, loop je in een rechte lijn door het bos. Dan kom je bij een waterval. Daar loop je doorheen, en dan kom je er vanzelf.'
Eindelijk vertelde hij eens iets uit zichzelf. 'Mag ik nu gaan.' vroeg hij.
Ik zuchtte. Ik had geen reden waarom ik hem zou laten gaan, maar hij zag er op een bepaalde manier best aardig uit. 'Okee. Ga maar. Maar als je me de verkeerde kant hebt opgestuurd kom ik achter je aan.'
Hij knikte en rende zo snel mogelijk weg.
Ik keek hem nog even na, en begon toen in de richting te rennen die hij me had gewezen. Na een paar minuten kwam ik inderdaad bij de waterval aan. Ik had eigenlijk geen tijd meer want mijn moeder zou zo thuis komen, maar ik moest Jeremy helpen.
Dus ik haalde diep adem en liep door de waterval heen. Wat ik toen zag was supermooi. Er was een soort van paradijs achter de waterval. Maar toen ik beter keek zag ik dat er ook allemaal gaten in de rotswanden zaten. In een van de gaten zat Jeremy. Hij keek me bang aan. Zijn mond was dicht getaped maar hij probeerde met zijn hoofd te gebaren dat ik weg moest gaan. Maar ik zag niemand dus ik liep naar hem toe. Maar toen ik bijna bij hem was tikte er iemand op mijn schouder.