Magic 8
Ik word wakker omdat mijn bed verandert in een harde ondergrond. Geschrokken kijk ik op en ik kijk in de ogen van Louis. ‘Louis, wat doe je?’ sis ik. ‘Sorry, maar je werd niet wakker en Nina staat op je te wachten.’ Gelijk ben ik klaarwakker. Gelukkig heb ik mijn kleren nog aan en ik ren naar buiten. ‘Succes,’ hoor ik Louis nog zeggen en ik zwaai nog even. ‘Daar ben je,’ zegt Nina enthousiast en we rennen naar de grote zaal. Ik heb even het gevoel dat ik door een mega spinnenweb loop. Ik kijk nog even achter me. ‘Zeg Emma, vind je dat normaal?’ vraagt Haast-onthoofde-Henk. ‘Sorry, sir Hendrik.’ ‘Excuses aanvaard, veel succes jullie beide.’ ‘Dankjewel,’ zeg ik nog en we rennen weer verder. ‘Hallo, Emma en Nina. Dit zijn Gridate en Plate,’ zegt professor McGonagall en ze wijst naar de twee mannen die naast haar staan. ‘Hier,’ zegt professor McGonagall en ze duwt een bezem in onze handen. ‘Waar is het boek nu?’ ‘Dat zal je zo zien,’ zegt Gridate. We lopen met z’n vijven naar buiten en stappen op onze bezems. Nina en ik vliegen achter de anderen aan. We vliegen diep het verboden bos in. Ik ben nog nooit zo ver het verboden bos in geweest. ‘We zijn er,’ zegt Plate en we landen. Ik kijk om me heen en zie nog niks. Professor McGonagall trekt haar staf en begint wat spreuken te murmelen en een schild verschijnt om haar heen. ‘Kom bij me staan,’ zegt ze en we staan nu met z’n alle in de bubbel. We lopen door een scherm van spreuken heen een verlaten huisje verschijnt. Je zou denken dat dit je een soort van bang maakt, maar dat heb ik totaal niet. Ik heb zin om hem te ontmoeten, een soort van drang om iets slechts te doen overvalt me. Moet ik dit erg vinden? Want dat is niet zo. Kom op Emma! Focus! Ik herpak mezelf weer en draai me om naar de andere. ‘Jij gaat naar binnen en wij wachten hier. Veel succes Emma,’ zegt de professor en ik loop op het huisje af. Ik leg mijn hand op de verroeste klink. Als ik deze omlaag duw en de deur open, overvalt een kleine windvlaag me, alsof ik door een barrière van magie loop. Daar midden in het huisje staat het boek. Het lijkt zo’n normaal boek, maar het geeft je zoveel macht, om dat boek in beslag te hebben. Stapje voor stapje ga ik dichter naar het boek toe. Ik werp nog een blik naar achteren, maar de wereld die zich om dit huisje bevond lijkt wel verdwenen. Ik ben nog een armlengte verwijdert van het boek en ik doe nog een klein stapje vooruit. Als ik mijn hand uitsteek naar het boek slaat het boek al open. Ik ben te laat om het cijfer op de voorkant te lezen. Waarom heeft McGonagall niet gezegd dat dit gaat gebeuren? Gouden letters verschijnen op het lege perkament. ‘Hi Emma.’ Shit man, hoe weet hij nu al hoe ik heet. ‘Maak je maar geen zorgen, ik zal jou nooit kwaad doen. Ik wil echt met je praten, of kun je dat niet aan.’ De letters verschijnen snel op het perkament en mijn gedachten spelen door elkaar. Ik wil met hem praten, maar ik durf de woorden niet over mijn lippen te laten rollen. ‘Geen zorgen, je hoeft niet te spreken, je gedachten zijn genoeg voor mij.’ ‘Hallo Emma, eindelijk kan ik met je praten,’ vult een stem de kille ruimte. Zijn stem, hij klinkt niet kil of harteloos, het lijkt wel of er een greintje respect en bewondering in zit. Of is het schijn? Waarom ben ik niet bang? Het lijkt wel allemaal normaal. ‘Misschien ben ik eng volgens anderen, maar wij hebben elkaar al eerder ontmoet. Waarschijnlijk herinner je je er niet erg veel meer van, maar het was belangrijk. Ik wist toen al dat we elkaar nog een keer zouden ontmoeten. En iets heeft je hier gebracht.’ Met het uitspreken van deze woorden zweeft mijn kompas, die aan de ketting hangt, omhoog. Het pijltje begint zo snel te draaien dat het meer een schim wordt. Heeft dit me de weg gewezen? De tekst ‘I will work when you need me’ wijst allemaal hier naartoe? Hoor ik bij hem? ‘Precies,’ is het laatste woord. Het blijft echoën en langzaam ebt de stem weg. Met de stem ebt ook de beweging in het kompas weg. Het pijltje blijft staan richting het boek. Het is een grote warboel in mijn hoofd. Als ik het huisje weer verlaat, overvalt dezelfde windvlaag mij weer. Verward ga ik even op de grond zitten. ‘Em, wat is er gebeurt?’ vraagt Nina bezorgd. ‘Veertig is het getal.’ Nina lijkt opgelucht. ‘En hij sprak tegen me,’ de woorden verlaten in een verwarde zucht mijn lippen. Ze kijken me allemaal geschokt aan.
Reageer (5)
Waarom heten de hoofdstukjes eigenlijk steeds Magic? Da vraag ik me al de hele tijd af
1 decennium geleden40? Dat is best laag haha, goed geschreven !
1 decennium geledenWatte?? O please snel verder?!
1 decennium geledenSnel verderrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrr!!!
1 decennium geledendudeeee hahaha snel berderrrrr
1 decennium geleden