11|
Eva
'Ik weet waar je vandaan komt.' Zegt mijn zus tegen Rapunzel. Oh, plies Joy, hou je in. Zeg het op z'n minst op een normale manier. 'Je komt uit Narnia. Dat is een koninkrijk dat zich grenst aan Liratopia.' Pfoew, gelukkig heeft ze dat nog mooi weten te brengen. Ik knijp Rapunzel in haar schouder. 'Dit is geweldig nieuws.' Zeg ik zachtjes. Ik zie haar knikken, toch kijkt ze niet blij. 'Wat is er? Ben je niet blij?' Gooit mijn zus er weer eens iets te bot uit. Ik geef haar mijn zoveelste let-op-je-woorden blik. 'Maar jullie gaan niet naar Narnia.' Ze kijkt treurig naar beneden. Ik kijk Joy aan. We gaan inderdaad niet naar Narnia. Misschien kunnen we de omweg wel maken? Ik stuur de gedachte door naar Joy. Ik zie haar bedenkelijk kijken maar geeft dan een kort knikje. Gelukkig, ik zou Rapunzel niet graag alleen naar Narnia zien reizen. Arme meid. ‘We kunnen langs Narnia gaan.’ Constateert mijn zus voorzichtig. ‘Echt waar?’ Rapunzels hoofd schiet omhoog en haar ogen staan ver open. Ik zie mijn zus knikken. Rapunzel vliegt op haar af en slaat haar armen om mijn zus heen. Ik schiet in de lach van het uitzicht dat ik heb. Rapunzel die zich vast klampt aan mijn zus die wat ongemakkelijk met haar hand op Rapunzels rug slaat. Je zou echt niet zeggen dat Rapunzel ouder is dan Joy. Je zou zelfs niet zeggen dat Rapunzel ouder is dan mij. Rapunzel laat Joy weer los en draait zich dan om naar mij. Met een grote glimlach komt ze naar me toe gelopen. Nu was het mijn beurt om in de houtgreep te gaan. Ze sluit me in haar armen. ‘Misschien vind ik mijn ouders wel.’ Zegt ze vrolijk als we weer face-to-face zijn. Ik knik overdreven mijn hoofd. ‘Misschien heb je zelfs wel een zusje of broertje!’ Samen kunnen Rapunzel en ik altijd lekker enthousiast zijn. ‘Ja! En een hond en een zwembad!’ Voegt ze toe. ‘Misschien leef je wel in een kasteel!’ Ik hoor Rapunzel hard lachen. ‘Dat zou echt heel grappig zijn.’ Zegt ze tussen de lachbuien door. ‘Maak haar nou niet te enthousiast, ik geloof dat ze genoeg teleurstellingen te verduren heeft gehad.’ Hoor ik Joy in mijn oor sissen. Ze heeft gelijk. Misschien is iedereen in Narnia haar al vergeten. Tink vliegt op Joy af en maakt haar duidelijk dat ze weer wilt vertrekken. Logisch, we hebben niet alle tijd. Zeker niet nu we een omweg nemen via Narnia.
Mijn voeten doen zo’n pijn. Elke stap die ik doe voel ik diep in mijn spieren. Het verbaast me dat Joy het volhoudt aangezien ze ook de slapende Rapunzel op haar rug heeft. Rapunzel is niet als ons dus het is logisch dat ze zeven uur achter elkaar door lopen niet bij kan houden. Ook Tink heeft het er zwaar mee. ‘Zullen we een pauze houden?’ Vraag ik Joy als ik mijn pas verlangzaam. ‘We zijn bijna bij een beekje, ik ruik het water.’ Zegt ze terwijl zij juist haar pas stug doorzet. Ik zet weer een tandje bij en al snel zijn we bij het beekje. Joy haar kwaliteiten zijn al heel wat verder ontwikkeld dan de mijne. Achja. Ik plof neer langs de water kant en laat me dan op mijn rug vallen. Elke spier in mijn lichaam is het eens met de beslissing om eventjes lekker te rusten. Ugh, ik heb dorst. Maar ik heb geen zin om op te staan. Al snel voel ik een klein druppeltje op mijn gezicht. Ik open mijn ogen die ik net gesloten had. Boven me hangt een water bubbel. ‘Ha, erg grappig Joy.’ Ik draai mijn hoofd naar de zijkant waar ik Joy zie zitten. Ze draait haar hoofd mijn kant op. ‘Oh, maar dat,’ ze wijst naar de bubbel boven mijn hoofd, ‘doe ik niet. Dat doe jij.’ In een fractie van een seconde is heel mijn hoofd nat van het water uit de bubbel. ‘Wat?!’ Roep ik terwijl ik snel rechtop ga zitten. ‘Geen grapjes nu Joy.’ Ze doet haar handen in de lucht. ‘Ik zweer je, ik was het niet!’ Ik kijk om me heen. Niemand te zien. Niemand te voelen. Was ik het dan toch? Shit…
Reageer (1)
oke!!! hoeveel werelden zijn er wel niet!!!!
1 decennium geledensnel verder please