Hoofdstuk 2
Ik was uitgeput van mijn reis door de werelden. Ik was uitgeput door alle nieuwe indrukken. Bij mij was het altijd koud en wit, hier had alles een andere kleur. Zelfs van een boom had elk blad een andere kleur groen. De intensiteit van de kleuren op aarde was onbeschrijvelijk en ik begrijp waarom de aarde het hart van Yggdrasil was. Alles leefde hier. Ik had een paar dagen om aan alles te wennen. Om mijn 'familie' te laten denken dat ik er altijd geweest was. Ik zwaaide mijn benen over de rand van het bed en keek naar mijn jurk van gesponnen maanlicht. Ik moest waarschijnlijk ook maar eens beginnnen met wennen aan andere kleren. Ik opende mijn kast en was verbaasd over de hoeveelheid kleren die er lagen. Ik voelde aan een blauwe stof en pakte het voorzichtig uit de kast. Het voude zich uit tot een broek. Ik had nog nooit een broek gedragen. Ik gooide hem op mijn bed en dook de kast weer in. Misschien zou ik eerst even moeten weten wat je waar voor gebruikte, want er lagen echt dingen bij die ik nog nooit gezien had. Ik deed de kastdeuren weer dicht en ging naar beneden. Het was nog vroeg. Toen ik voorzichtig een deur opende op de eerste verdieping zag ik dat anna nog lag te slapen. Ik deed de deur snel weer dicht voordat ik haar wakker maakte. Het zou het moeilijkst worden om haar er van te overtuigen dat ik haar hele leven al haar zus was geweest. Ik opende de tweede deur. Hier lagen de vrouw, die dus Johanna heette, en de man. Ik liep naar het bed toe. Voorzichtig raakte ik de slaap van de vrouw aan. Ik stuurde haar dromen en beginnende zorgen. Ik stuurde haar beelden en gevoelens. Bij de man deed ik hetzelfde, maar nog minder dan bij Johanna. Mannen hadden nu eenmaal minder zorgen en gaven minder om gevoelens. Ik keek op de klok naast het bed, half zes. Net genoeg tijd om Anna nog een kleine leuke droom te geven over haar grote zus. Ik bleef bij de deur staan. Een klein lichtje in haar slaap maakte me duidelijk dat de droom aangekomen was. Ik liep naar beneden. Het gezin was hier net naartoe verhuisd, wat handig was want dan kende ze nog niemand hier. De verhuisdozen stonden nog in de gang. Ik nam de tijd om rond te kijken. Om te zien hoe het huis in elkaar zat. Ik was net bij de keuken toen het huis ineens begon te leven. Boven ging een wekker af en er ging iemand naar de douche (ik zocht zelf wel uit hoe je die gebruikte). Ik hoorde hoe Anna uit bed gehaald werd en vrolijk begon te babbelen over haar droom. Al snel kwam Johanna beneden met Anna en ik ging in een hoek van de woonkamer staan. Ze konden niet door me heen lopen en meestal werkt lucht niet tegen. Er werd met kastjes geslagen en water opgezet. De man kwam ook beneden.
"Laurens, jij brengt Anna vandaag naar school he."
"Ja, en ik haal haar vanmiddag ook weer op bij de opvang."
"Mooi, dan ga ik door met uitpakken."
De paar dagen erna gingen in een rustig tempo. Ik probeerde zo veel mogelijk invloed op hun leven te hebben als mogelijk is als je onzichtbaar bent. Anna had het binnen twee dagen al over een zus, dus dat ging makkelijker dan verwacht. In de gesprekken van Johanna en Laurens kwam mijn naam steeds vaker ook voor. Ze hadden het zelf niet eens door. Ik snapte inmiddels ook hoe het met kleding werkte en het zat best oke. Ik wist dat elk moment nu mijn onzichtbare gordijn zou verdwijnen en dat ik echt zou moeten gaan leven. Ik zou naar school moeten en moeten doen alsof ik wist hoe alles moest. Gelukkig was het voor mij een week langer vakantie dan voor Anna. Dus ik zou gewoon de eerste dag van het schooljaar kunnen gaan. Ik had al een beetje onderzoek gedaan, maar het zou toch heel anders worden.
Reageer (1)
Interessant verhaal
1 decennium geleden