10|
Joy
Al snel wennen mijn ogen aan het donker om mij heen. Ik zie Rapunzel en Eva aan de randen van het vuur liggen, ze slapen. Tinker Bell heeft zich toegestopt met een blaadje, ook zij slaapt. Voor heel even voelde ik me alleen in het bos tot dat ik beter keek. In de verte staat een figuur. Zijn contoure steekt af tegen het schijnen van de maan. Snel sta ik op en greep ik een van mijn messen. Geen beweging. Ik besluit om in ieder val tussen het figuur in de verte en de slapende meiden te gaan staan. Ter bescherming. Ik sluip tussen de slapende door, dichter naar het figuur toe. Geen beweging. 'Joy.' Hoor ik om me heen. Het lijkt alsof de wind tegen me praat en kleine kolkjes om me heen draait. Ik ken dit trucje, heeft mijn vader me vroeger geleerd. 'Wat.' Zeg ik, wetend dat het figuur me luid en duidelijk kan horen. Het figuur lijkt zich te verplaatsen. Richting mij. Ik voel dat mijn hart zich langzaam wat drukker maakt, terwijl mijn hoofd koel blijft. Voor anderen zou hij zich zo snel verplaatsen dat niemand het zou kunnen zien, maar ik zie het als een langzaam loopje. Een van de perks. Tijd lijkt stil te staan, tot hij recht voor me staat. Een gloed van herkenning gaat door me heen. 'Pap?' Weet ik nog net uit te brengen voordat mijn benen het begeven. Ik val op mijn knieën en zodra ik mijn kin weer optil zie ik enkel de maan. Geen sein van mijn vader. Alsof ik het me verbeeld heb, wat ik niet heb. Ik kijk om me heen. Ik zie niets. En ik voel ook niets. Hij is weg. Ik sta op en schud Eva zachtjes door elkaar. 'Mwwh laat meewh slapuhnn.' Ze probeert met haar hand mijn gezicht te bereiken. En als ze dat heeft gedaan knijpt ze mijn lippen dicht. Ik grinnik, maar ga alsnog door met het wakker schudden, nadat ik haar hand van mijn gezicht verwijdert had. 'Eva, wordt nou wakker.' Ze zucht en gaat dan rechtop zitten. 'Wat is er Joy? Is het die droom weer?' In schud van "nee" en bij de gedachte aan mijn droom lopen de koude rillingen over mijn rug. 'Ik zag pap.' Fluister ik, ik vind het te beschamend om het hardop te zeggen. Vraag me niet waarom. 'Pap? In je droom?' 'Het was geen droom.' Zeg ik vlug. 'Het was zeer echt. Hij was hier Eva. Hij leeft dus nog.' Met kriebels in mijn buik sta ik op en loop ik naar de plek waar hij net stond. Ik hoor Eva mij volgen. 'Hier.' Zeg ik, en ik wijs naar beneden. Ze komt dichtbij staan zodat we samen op de plek staan. 'Weet je het zeker?' Vraag ze nadat we een tijdje zwijgend zo hadden gestaan. 'Ja.'
Een krakend takje laat onze hoofden omschieten. Rapunzel is langzaam naar ons toe gelopen en kijkt ons nu nieuwsgierig aan. 'Wat doen jullie?' Vraagt ze ons, raar aankijkend. Ik moet toegeven dat het er misschien raar uit ziet, twee personen die proberen te staan op een heel klein stukje grond terwijl er een heel bos om hun heen ligt. We gaan beide weer normaal staan. De zon vertoont zich langzaam en de vogels vliegen over en weer. Het is alsof er een knop om is gezet. Van dood naar levend. 'We waren even aan het knuffelen. Zussenliefde, ooit van gelezen?' Antwoord Eva. Rapunzel begint natuurlijk weer enthousiast te vertellen over een van de boeken die ze gelezen heeft. Ik ben er achter gekomen dat ze eigenlijk best veel weet, ze kan nog eens van pas komen. Ben benieuwd nog voor hoelang. Hmm, hoelang. Waar moet ze eigenlijk heen? 'Rapunzel,' onderbreek ik haar drukke gesprek met Eva, 'waar ga jij eigenlijk naar toe?' Ze wijst met haar vinger naar het kampvuur. Ik schud met een lach mijn hoofd. 'Nee, ik bedoel het wat algemener. Waar ben je naartoe op reis?' Haar blik vestigt zich op de grond terwijl haar wangen zich langzaam rood kleuren. 'Ik, eh, ik weet het niet.' Ik zie Eva een arm om haar heen slaan en mij een woedende blik geven. Kan ik dan nooit iets goed doen? "Wat?" zeg ik geluidloos waarop Eva haar hoofd schud. 'Het enige dat ik weet van mijn thuis is dat ieder jaar er in de kruidentuin heerlijke raponsjes groeien. Op dezelfde plek. Een hele boel. Daar heb ik mijn naam van.' Rapunzel praat zachtjes maar ik hoor het goed. Ik dacht na. Ik wist niet veel van kruiden of van raponsjes. Wat ik wel wist is dat ze heerlijk zijn die groene blaadjes. Maar ze zijn heel specifiek met waar ze willen groeien. Vochtig, maar niet tè. Zonnig, maar ook schaduw. En het liefst naast lavendel. En lavendel groeit maar op één plek. Bij Cair Paravel, in Narnia.
Reageer (1)
Whoop whoop
1 decennium geledenSnel verder please ^^