04~
Ik verlangzaam mijn pas. En haal diep adem. Ik kan dit. Waarom zou ik bang zijn? Ze kunnen me niets doen. Nu neem ik grotere stappen, sneller ook. Hoe eerder er voorbij, hoe beter. 'Ach kijk nou, Roodkapje is er weer.' Zegt Jos. 'Nog wat koekjes over? Of heb je die bij oma achtergelaten?' Oma. Ik voel een ruk aan mijn mandje en de theedoek valt. Ik raap hem op met een pokerface en loop dan weer door. In mijn ooghoek zie ik een hand mijn mand in gaan, snel trek ik mijn mand voor me en hou hem stevig vast. 'Wat heb jij allemaal in die mand zitten? Laat het eens zien.' Ik voel zeker zes sterke handen me vast pakken en de mand weg trekken. 'Stop!' Roep ik terwijl ik me hevig heen en weer beweeg. De kaas zie ik vlak voor me neus op de grond belanden en het pak melk spat uit elkaar op de stoep. Gooien met eten, wat volwassen. 'Hou op!' Roep ik weer. Mijn ogen ontmoeten de ogen van een van de jongens. Gek genoeg blijkt hij dit ook niet te waarderen, ik zie het in zijn blik. Ik zie ook dat hij te laf is om er wat aan te doen. Geen Robin Hood dus. De inhoud van mijn mandje ligt ondertussen over de hele stoep versprijd. Ik zie Jos het wisselgeld in zijn zak steken en mijn mand laten vallen. Hij maakt een hand gebaar en de handen laten me los. Laten me achter in de werkelijkheid. Alleen, met de inhoud van mijn mandje de stoep bezaaiend. Hoe ga ik dit uitleggen?
Gespannen stap ik de grote deur binnen. Ik heb de kaas, de bonen en de zalm weten te redden. De melk en de jam zijn gesneuvelt in de battle. Ik adem diep in door mijn neus en blaas het langzaam weer uit door mijn mond. Wie te benaderen? Mijn moeder? Of toch mijn vader? Ik laat de beslissing over aan het lot en stap vol goede moed de keuken binnen. Dan wordt het dus mijn vader. 'Vader?' Mijn stem klinkt zacht, maar ik weet dat hij me heeft gehoort. De krant gaat langzaam naar beneden en al snel zie ik zijn gezicht. Shit. Niet te lang oogcontact, je wilt niet onrespectvol over komen. 'Er is iets gebeurt onder weg.' Begin ik. 'Wat is er gebeurt?' De vraag klinkt niet als vraag. Het klinkt als een bevel. 'Ik werd overvallen door jongens van mijn school, ze gooide met de boodschappen maar ik heb het meeste kunnen redden.' Geen reactie. Geen enkele reactie. Hij schuift de stoel naar achter en staat langzaam op. Hij loopt op me af en voordat ik het weet gloeit mijn wang en kijk ik naar rechts. Mijn hand schiet naar mijn linker wang terwijl de tranen in mijn ogen prikken. Sterk blijven nu. Niet toegeven. Je mag niet toegeven. Het mandje wordt uit mijn handen gerukt en op tafel gegooit. Mijn kans te ontsnappen naar boven. Ik ren bijna en al snel lig ik als een balletje opgrolt in bed. Hier wen je nooit aan. Hier wil je nooit aan wennen. Dit moet stoppen. Ik moet weg.
Reageer (1)
Arme Belle, eerst die jongens, dan haar vader...
1 decennium geledenHopelijk verandert die ene laffe jongen nog wel in prince charming en redt hij haar